Tickets
Shop
Nieuws 15 apr 2022

Fleur Veen zoekt aansluiting met de Europese top

Misschien dat het nog wat meer naar adem happen wordt dan ze doorgaans ervaart bij het inlineskaten, maar Fleur Veen heeft het ‘hoofdstukje’ corona wel geparkeerd. Dat is net op tijd, want zaterdag begint in Purmerend de landelijke baancompetitie waarin ze vorig jaar tot de besten behoorde.

Foto : Neeke Smit

Dat wil de Beusichemse nu opnieuw, en vooral met een achterliggende gedachte: aansluiting vinden bij de internationale top. “Het niveau van de Europese kampioenschappen of de WK is waar ik naartoe moet groeien”, zegt de studente technische natuurkunde. Die ambitie bracht haar er ook toe van ploeg te veranderen. Ze verruilde afgelopen winter het KNSB-opleidingsteam Noord voor de commerciële formatie van A6.nl, met daarin veel mannen achter wie ze kan aan rijden tijdens de training. Van het hogere niveau wordt ze zienderogen beter.

Veen (23) zocht bewust naar de kwaliteitsimpuls na het voor haar teleurstellende optreden tijdens de EK in Canelas (juli 2021). Dat toernooi maakte haar duidelijk dat er veel verschil zit tussen het nationale wedstrijdcircuit en de races waaraan deelnemers uit alle windstreken meedoen. “Bovendien liet Valentina (Berga, red.) doorschemeren dat ze twijfelde over het voorzetten van haar dubbelrol als KTT-coach en bondscoach. Ik kwam in contact met Manon Kamminga, de coach van A6, over de ijstrainingen. Vervolgens kon ik met haar ploeg meetrainen. De sfeer in de groep was heel chill. Toen besloot ik dat ik wat anders zou willen dan de afgelopen periode, ook omdat ik als rijdster beter wilde worden.”

Fleur Veen: "Om op de EK en WK een goed figuur te slaan moet er nog wel wat werk worden verricht." | Foto : Neeke Smit

Veen twijfelt er niet aan dat ze sterker voor de dag zal komen. Vorige week was ze actief in de Europa Cup van Lagos (Portugal). Het daar behaalde resultaat (ergens rond de twintigste plaats in het eindklassement) sloot naadloos aan bij haar gevoel op de wieltjes, dat nog niet optimaal is vanwege corona dat ze een maand geleden opliep. Afgezien van een flinke verkoudheid en vermoeidheidsklachten rolde ze er naar eigen zeggen redelijk doorheen. “Ik voel me intussen een stuk beter dan vier weken terug, maar ik merk wel dat ik nog niet topfit ben. In Portugal heb ik gelukkig prima kunnen trainen bij een aangename temperatuur. Dat gecombineerd met de wedstrijden die ik heb kunnen rijden, weet ik dat het in orde zal komen.”

Met veel zin bindt Veen zaterdag de skeelers onder voor de opening van het baanseizoen op eigen bodem. De maand april puilt uit van de races die ze goed kan gebruiken om door te groeien naar het niveau dat vereist is voor de kampioenschappen. “Wil je mee naar de EK of WK, dan zul je van tevoren moeten aantonen dat je die strijd aan kunt. Daarom is deelname aan de Europa Cups heel belangrijk, die vertellen waar je staat. Het is fijn dat de bondscoaches er ook meer nadruk op leggen in hun selectiebeleid, want ik heb in de gaten gekregen dat het een heel andere wedstrijden zijn dan wij hier zijn gewend.”

“In Nederland hebben we het idee dat we nog steeds pistewedstrijden op asfaltbanen kunnen rijden, terwijl daar door de buitenlanders heel anders over wordt gedacht. Daar zijn veel wedstrijden op pistes met vesmaco (een razendsnelle, synthetische toplaag, red.), is het deelnemersveld veel groter en sterker in de breedte, en ligt het niveau in alle opzichten hoger. Rondetijden zijn twee seconden sneller, in de sprints gaat het er veel rapper aan toe en ook qua pelotonrijden is er een enorm verschil.” Volgens Veen allemaal redenen dat ze in Europees verband een middenmoter is, terwijl ze ongeacht op welk Hollands parcours overal om de prijzen meedoet.


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan