De mannen van Jumbo-Visma controleerden de wedstrijd en hadden met elkaar afgesproken 'niemand onnodig weg te laten rijden'. Met nog drie ronden te gaan bemoeiden ook de mannen van Team IKO, waar Bart Swings en Yves Vergeer de sprint probeerden aan te trekken voor Jan Blokhuijsen, zich met de wedstrijd, maar één ronde later viel hun plan alweer in duigen toen zowel Swings als Vergeer tegen de boarding knalde. Blokhuijsen, die ternauwernood aan een val ontsnapte, kwam zodoende (te) vroeg aan de leiding en was op die manier een mooie gangmaker voor Hoolwerf, die met een krachtige eindsprint de rest van het veld het nakijken gaf.
"Ik wilde hem echt heel graag winnen vandaag", verklaart Hoolwerf zijn luide oerkreet na het passeren van de finish. "Ik heb best wel veel ambitie voor de mass start en had vandaag als doel te laten zien dat ik momenteel de beste sprinter van Nederland ben. Volgens mij is dat wel aardig gelukt", glundert Hoolwerf, die er bij de eerste twee mass start competitiewedstrijden (gewonnen door de vandaag afwezige Jorrit Bergsma en Ids Bouma) net niet aan te pas kwam. "Ik heb beide keren goed gereden, maar jammer genoeg geen sprint kunnen rijden. Dan is het een hele grote opluchting als het vandaag wel lukt."
Met de overwinning hoopt Hoolwerf zich tevens in de kijker te hebben gereden bij bondscoach Jan Coopmans, die over ongeveer een maand zijn selectie bekend zal maken voor de eerste World Cups. Of Hoolwerf daarbij zit, vindt hij moeilijk in te schatten. "Het enige wat ik kan doen, is zo goed mogelijk presteren tijdens zulke wedstrijden. Ik train zo hard mogelijk om de snelste te zijn en meer kan ik niet doen", aldus de Eemdijker, die graag internationaal wil laten zien wat hij waard is. "Mijn droom is om aan de Olympische Spelen mee te doen, maar of dat haalbaar is, weet ik niet. Daarvan ben ik afhankelijk van een aanwijsplek."
Bij de vrouwen ging de overwinning naar de jonge Merel Conijn, die bij afwezigheid van Team Zaanlander haar kans greep. De rijdster van Team Worldstream hield het tempo in de laatste paar rondes zó hoog dat niemand in staat bleek haar nog te passeren. "Het doel was om eerste en tweede te worden en dat is gelukt. Daar zijn we heel blij mee", jubelt Conijn, die haar ploeggenoot Esther Kiel als tweede zag eindigen. "Ik vond het best wel spannend toen ik zag dat het peloton nog achter ons zat op het moment dat ik met Esther probeerde weg te rijden. Het enige wat ik kon doen, was doorrijden en gelukkig liep dat goed af."
Voor de 19-jarige Conijn stond deze competitiewedstrijd vooral in het teken van plaatsing voor de Daikin NK Afstanden, aangezien haar focus 'normaal gesproken' op de individuele afstanden ligt. "Maar ik vind mass starts heel leuk om te rijden en je leert er ook nog eens veel van. Bovendien is het sfeertje heel anders dan bij een langebaanwedstrijd, ik sta hier veel relaxter aan de start. Je kunt namelijk wel van alles van tevoren bedenken, maar het loopt toch nooit zoals je het in je hoofd hebt. Dat maakt dit onderdeel zo leuk", aldus Conijn.
Trainingswedstrijd
Eerder op de dag werd er in Thialf een trainingswedstrijd gereden, waarin onder meer Sven Kramer, Ireen Wüst en Carlijn Achtereekte voor het eerst dit seizoen in actie kwamen. Voor Kramer was het bovendien zijn eerste race na zijn rugoperatie die hij vijf maanden geleden heeft ondergaan. Zijn tijd? 3.42,08. "Natuurlijk had ik graag wat harder gereden, maar als ik naar de rit an sich kijk, is het ook niet slecht", aldus Kramer, die zichzelf een voldoende gaf. "Ik voel dat ik macht heb en dat ik kan spelen met de rondetijden, dat is mooi. Hopelijk gaat het volgende week in Inzell nog een stukje beter."
Kramer versloeg zijn teamgenoot Chris Huizinga (3.45,69) in een onderling duel en hield ook zijn andere jonge ploeggenoot Beau Snellink (3.43,61) achter zich. Carlijn Achtereekte, die in februari haar olympische titel op de 3 kilometer hoopt te verdedigen, noteerde 4.10,30. Ireen Wüst moest het op de 1000 meter opnemen tegen haar vriendin Letitia de Jong. De vijfvoudig olympisch kampioene klokte 1.14,84 en was daarmee ruim sneller dan De Jong, die 1.16,64 reed. Louis Hollaar was bij de mannen de snelste met 1.10,25.
