In de kleine inlinewereld was de geruchtenmolen de afgelopen week al aardig aangezwengeld. Ook Rémon Kwant had hier en daar al wat opgevangen. De sprinter is blij dat hij eindelijk weer wedstrijden kan rijden. "Vorig jaar moesten we tot augustus wachten, dus dat we nu op 30 april beginnen is heel netjes." Bij Berber Vonk is er eveneens opluchting dat het nu echt gaat beginnen. "Je hoort wel eens wat dingen, maar het blijft altijd afwachten. Met het natuurijs hebben we het ook meegemaakt. We waren heel ver en op het laatste moment werd dat ook afgekapt."
Nog geen uur nadat de KNSB het goede nieuws naar buiten bracht, had Casper de Gier al uitgebreid met zijn ploeggenoot Harm Visser besproken wat ze de komende weken gaan doen. "We hebben al een tijd geen wedstrijden gehad, dus van zo'n bericht word je direct enthousiast. We zijn meteen plannen gaan smeden." De voorbije week liep de spanning al langzaam maar zeker op bij de 25-jarige inlineskater. "Iedereen zat elkaar op te hypen vanwege de geruchten die rondgingen. Dat die nu waarheid blijken, is machtig mooi", vertelt hij vol enthousiasme.
Concurrentie
Iedereen heeft met smart gewacht op de wedstrijden, blijkt maar weer. Voor de pure inlineskaters was de laatste wedstrijd het Daikin NK Marathon op het circuit van Zandvoort. Internationale wedstrijden zijn er vorig jaar zelfs helemaal niet gereden. Het EK van 2019 in Pamplona is de laatste grote wedstrijd geweest. In aanloop naar de grote toernooien van dit jaar is competitie dus zeer belangrijk. In landen als Colombia, Frankrijk en Spanje is men ook al begonnen met wedstrijden, weet Kwant. De aanstaande landelijke wedstrijden zijn in zijn ogen noodzakelijk om gelijke pas te houden met de concurrentie.