Tickets
Shop
Nieuws 06 jun 2021

Talentcoach aan het woord: Niels Kerstholt

In de rubriek 'Talentcoach aan het woord' stellen we de trainers van de KNSB Talent Teams voor. Wat vinden ze belangrijk om te zien bij de jonge talenten? En ervaren de coaches zelf nog spanning voor een wedstrijd? Deze week de coach van KNSB Talent Team Midden Shorttrack: Niels Kerstholt.

Foto : Martin de Jong

Bio 
Naam: Niels Kerstholt 
Leeftijd: 38 
Woonplaats: Zeist 
Team: KNSB Talent Team Midden Shorttrack 
Carrièreverloop: Niels Kerstholt is een voormalig shorttracker. In 2006 nam hij deel aan de  Olympische Spelen van Turijn. In de jaren erna behaalde hij verschillende nationale en internationale titels, waaronder goud met de relay mannen bij de Europese kampioenschappen in 2011. In 2014 werd het mannenteam, bestaande uit Daan Breeuwsma, Sjinkie Knegt, Freek van der Wart en Niels Kerstholt, voor het eerst wereldkampioen op de relay. Sinds 2018 traint hij de  nieuwe generatie shorttrackers bij KNSB Talent Team Midden.

Wat kun je vertellen over het KNSB Talent Team Midden? 
"Omdat het shorttrack kleiner is dan het langebaanschaatsen zijn er maar drie talentteams. Onze rijders komen uit heel midden Nederland, van Enschede tot Noord-Holland. Voor sommigen is de reisafstand te groot en daarom verblijven zij een paar dagen per week in een gastgezin. Met relatief weinig sporters behalen we als Nederland veel resultaat. Dat is best uniek. Het voordeel is dat laatbloeiers ook een kans krijgen bij ons. Je kunt het vergelijken met voetbal. Daar moet je meteen bij de allerbeste zitten om een kans te maken in de top. Dat is in onze sport minder waardoor jongeren die wat later bloeien alsnog een heel hoog niveau kunnen halen."

Hoe zou je je eigen coachstijl omschrijven? 
"Mijn stijl is direct, bloedfanatiek maar niet streng, vind ik. Hoewel ik soms wel hard kan overkomen, probeer ik daar vooral bij de jonge rijders op te letten. Ik ben altijd op zoek naar iets nieuws om de rijders te prikkelen. We bereiden de rijders voor op het nationale team. Na mij gaan ze naar Jeroen Otter die ook van het aanpakken is."

Wat vind je het leukst aan coachen? 
"Er zijn twee dingen die ik het leukste vind. Allereerst ben altijd op zoek naar nieuwe dingen om te verbeteren. Dat doen we door het zoeken naar nieuwe trainingsprogramma’s, door verschillende methodes uit te proberen of dingen bij te stellen in het materiaal. Die constante zoektocht vind ik erg leuk.

Daarnaast heb ik, voordat ik ging coachen, zelf jaren op topniveau geshorttrackt. Ik dacht dat ik veelal bezig zou zijn met het overbrengen van techniek en kennis, maar nu blijkt dat ik vooral bezig ben met het prestatiegedrag. Hoe gaan ze om met tegenslag of hoe presteren ze onder druk? Daar gaat meer tijd in zitten dan ik aanvankelijk dacht, maar dat vind ik juist heel leuk aan  het coachen. Als de rijders een goede mindset hebben, gaan ze hun eigen leerproces versnellen. Daar kun je in deze leeftijd nog veel aan bijbrengen en dat vind ik heel gaaf om mee te maken."

Waar let je op als coach?
"Binnen het team vinden we het heel belangrijk dat sporters elkaar helpen. Dat voorbeeld geef ik ook aan de schaatsers: ik sta altijd voor ze klaar. Shorttrack is een sport waarin je elkaar moet  helpen om beter te worden. Dan wordt er bijvoorbeeld voor jou ook harder op kop gereden of krijg je een harde duw in de relay. Daar gaat het algemene niveau van omhoog. Uiteindelijk moet je je teamgenoten verslaan, maar in de training moet je het met elkaar tot een hoger niveau tillen."

Wat heb je geleerd van je eigen coaches? 
"Jeroen Otter was altijd bezig om sporters op te schudden en probeerde ons steeds te prikkelen door kleine dingen soms weer een beetje anders te doen. Als sporter vond ik dat weleens vervelend omdat ik het liefst elke voorbereiding hetzelfde deed om mijn trainingen te perfectioneren. Nu merk ik dat ik hetzelfde doe bij mijn eigen rijders. Dan zeg ik bijvoorbeeld dat we de warming-up op het ijs overslaan en meteen volle bak gaan rijden. Ze moeten dan op het droge een extra warming-up uitvoeren. Degene die zich daar niet op aanpassen lopen dan vast. Ook van Wilma Boomstra heb ik op technisch vlak veel opgestoken. Die basis gebruik ik nog steeds. Weliswaar in mijn eigen vorm, maar ik zie het belang ervan terug komen bij mijn rijders." 

Hoe leef je toe naar een belangrijke wedstrijd? 
"Tijdens mijn eerste wedstrijd als coach, het NK, voelde ik wel wat spanning.  Maar nu is dat niet meer het geval. Ik ben vooral enthousiast en geniet enorm van de sport. Ook als ik andere rijders uit andere landen zie trainen dan vind  ik dat prachtig om naar te kijken dus op zo’n wedstrijddag ben ik best wel relaxed.

Daarnaast probeer ik met de sporters wat gekke dingen te doen, zodat ze niet alleen maar bezig zijn met de wedstrijd. Er zijn wedstrijden waar het gaat om presteren maar bij de meesten gaat het om leren. Ik vraag vooraf aan de rijders wat ze willen leren en wat ze van mij verwachten. Ik stuur dan bij als dat nodig is, zodat de kans groter wordt dat ze echt iets leren uit de wedstrijden."

Welk moment uit je trainerscarrière is je het meest bijgebleven?
"Ik zag Kay Huisman enorm groeien in zijn eigen ontwikkeling. Toen ik hem net in de ploeg kreeg had ik het gevoel dat hij snel opgaf. Zijn mentaliteit was een beetje: ‘Het lukt niet, dus laat maar’. Maar langzamerhand ontwikkelde hij zich tot een ‘dood of de gladiolen’ mentaliteit. Afgelopen jaar tijdens een wedstrijd met het nationale team zag ik hem op kop wegrijden en Sjinkie Knegt kwam er niet langs. Dat soort dingen vind ik heel mooi om te zien. Dan zie je sporters mentaal groeien waardoor ze beter leren met tegenslagen om te gaan. Hoe mentaal zwaar het soms ook kan zijn."


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan