Verhaar doet haar verhaal na afloop van de vierde en laatste etappe. Als langebaanschaatsster maakt ze zo nu en dan een uitstapje naar de marathon, maar ook zij had niet verwacht dat ze zich in het peloton zo thuis zou voelen. "Het oorspronkelijke plan was om maar een dag te rijden. Het ging alleen zo goed en ik vond het zo leuk, dat mijn trainer Siep Hoekstra zei: ‘ga gewoon lekker door’."

Vier dagen marathonspektakel in de Trachitol Trophy leek een jaar geleden voor Verhaar heel ver weg. Deze zomer ook nog. Door longcovid kon Verhaar nog geen vijf minuten wandelen, iedere kleine inspanning had direct zijn weerslag. Andere schaatsers die tegelijkertijd met de Noord-Hollandse de ziekte opliepen herstelden na twee weken. "Ik niet. Ik sliep twaalf uur per dag en had knallende koppijn." Ze probeerde de draad weer op te pakken, maar dat mislukte faliekant. "Tijdens het inlopen verzuurden mijn benen en met een rondje inrijden had ik hartslag 190. Het werd alleen maar erger, dus toen heb ik het al snel opgegeven." Het WK Kwalificatietoernooi zette ze uit haar hoofd en ze probeerde haar rust te pakken om te herstellen."

"Twee weken later werd het nog niet beter. Het ging alleen maar achteruit. Je raakt het vertrouwen in je lichaam kwijt en ik heb zelfs even gedacht dat ik niet beter zou worden. Ik voelde me een heel oude oma. Zeker de natuurijsperiode was verschrikkelijk. Iedereen schaatste lange tochten en ik kon niet eens boodschappen doen. Ik heb wel even geschaatst en het was de koorts de dag erna meer dan waard, het was wel een moeilijke periode."

Pas in de zomer ging het langzaam maar zeker weer de goede kant op. "Na mijn vaccinatie ging het opeens beter. Mijn rusthartslag zakte en ik kreeg geen verhoging meer na een inspanning." Het enige wat gebleven is, zijn de middagdutjes. "Die heb ik nog echt nodig." Tijdens de marathonvierdaagse in Alkmaar, op haar oude thuisbaan, reed ze eindelijk weer op haar oude niveau. Haar ouders gluurden van achter de ramen van ijsbaan De Meent mee en stonden te juichen elke keer dat Verhaar de punten pakte in de tussensprints. 

Verhaar is blij en opgelucht dat ze er weer staat. Volgende week wacht alweer de volgende uitdaging: plaatsing afdwingen voor het OKT. De 1500 meter is haar voornaamste doel. "Op die afstand komt alles bij elkaar. Ik ben een typische allrounder, heb veel snelheid voor een stayer. Ik heb op alle afstanden een hoog niveau, maar geen echte uitschieters."

Misschien krijgt de marathon na deze geslaagde vierdaagse wel nog meer haar aandacht. "Na dit weekend weet ik niet meer zeker of ik nog wel kan zeggen dat ik een langebaanschaatsster ben", lacht Verhaar. "Ik ben vooral nog heel verbaasd en blij hoe het gegaan is. Natuurlijk is het jammer dat er geen publiek bij is, maar dat ze achter de ramen mee konden kijken was gelukkig wel heel leuk." 

 

De eindzege ging zondag naar, hoe kan het ook anders, Elisa Dul. De 23-jarige rijdster van Team Zaanlander pakte haar derde etappezege en stelde daarmee ook het pijlenpak veilig. Enkel zaterdag ging de overwinning niet naar Dul. Aggie Walsma was op de Jaap Edenbaan in Amsterdam de snelste vluchter. Zondag eindigde de wedstrijd na honderd ronden wederom in een sprint. Achter Dul en zilveren medaillewinnaar Verhaar eindigde Lianne van Loon op de derde plaats. In het eindklassement bezetten zij eveneens de bovenste drie plekken. 

Ook voor Dul was er publiek afgereisd naar Alkmaar. Haar vader stond van achter het glas toe te kijken hoe dochterlief het ervan afbracht. "Ik was zo opgelucht dat ik helemaal vergat om even te zwaaien", lacht ze na de eindhuldiging. "De afgelopen dagen is hij lekker thuis gebleven, maar nu kon hij tenminste nog ergens wat te eten krijgen tussendoor. We gaan straks wel even een klein feestje vieren."

Foto: Glenn Wassenbergh