Sprintersslagveld verwacht, hoofdrolspelers slijpen de messen

Met Thomas Krol, Kjeld Nuis, Kai Verbij en Hein Otterspeer zijn er vier rijders die dit seizoen al het podium hebben gehaald bij de wereldbekerwedstrijden. De vier mannen zullen volgende week hoogstwaarschijnlijk opnieuw de dienst uitmaken. Toch kan Scheperkamp voor een herschikking van de gevestigde orde zorgen. Net als Esmee Visser vier jaar terug besloop de Hilversummer dit najaar de top van het Nederlandse schaatsen. En elk OKT kent verrassingen, weet hij ook. “Op een OKT gebeuren altijd rare dingen.”

Scheperkamp richt zich echter met name op de kortste sprintafstand. Op de 1000 meter lijkt het gat naar de top nog iets te groot, op de 500 meter zat hij dit seizoen al een paar keer heel dicht bij de Nederlandse top. Bij de wereldbekers in zowel Tomaszów Mazowiecki als Stavanger was hij de tweede snelste Nederlander. Aangezien straks op het OKT de snelste tijd telt, biedt het hem perspectief. Zijn ploeggenoot Verbij houdt in ieder geval rekening met hem. “Merijn is nog jong en kan verrassen. Men gaat er soms makkelijk van uit dat de favorieten zich wel plaatsen, maar er zijn meer goede schaatsers.”

Zorgen maakt Verbij zich echter niet. “Ik kan alleen maar hard schaatsen en hopen dat het genoeg is”, gooit hij er een schaatscliché tegenaan. “Een OKT is van zichzelf gewoon niet prettig.. Er ligt nu alleen wel een bepaalde druk op. Het is een spannend toernooi.” De 27-jarige sprinter hoopt zich dan ook op de 1000 meter in de olympische ploeg te schaatsen. Dat zou hem direct een goede uitgangspositie geven op de 500 meter. Omdat de kortste afstand laag in de selectievolgorde staat, is het aannemelijk dat de geselecteerde rijders op de kilometer tijdens de Spelen ook op de kortste afstand in actie mogen komen.

Zoals de selectievolgorde er nu staat, kan het haast niet anders of het kwalificatietoernooi wordt een slagveld, bloedbad of hoe je het ook wilt noemen. De hoofdrolspelers slijpen in alle rust de messen. Zo ook Dai Dai N'tab, die haast de 500 meter wel moet winnen om zeker te zijn van de Spelen. Toch is ook hij de rust zelve, zegt hij. Vier jaar geleden viel zijn olympische droom door een dubbele valse start in duigen, nu is hij bestand tegen de druk. “Ik ben wat ouder, dus alles is wat bekender. Ik voel me goed en als ik rustig ben in mijn hoofd, moet het goedkomen.”

In uitspraken en voorkomen houden de sprinters zich nog koest nu de spanning toch langzaam maar zeker op moet gaan lopen. Nog een paar dagen wachten voordat het losbarst. Voor Scheperkamp, wachtend in de coulissen om het hoogste podium te bestormen, is de druk nog afwezig. “Ik heb niet veel te verliezen. Ik moet nog helemaal niets en probeer gewoon mijn best te doen. Natuurlijk loopt de spanning bij mij ook wel op, maar ik geniet ook heel erg van de positie waar ik nu in zit. Als ik een toprit rij, kan ik de anderen verslaan, maar de teleurstelling zou niet heel groot zijn als ik niet naar de Spelen mag.”

Verbij en N’tab doen intussen net alsof de druk er nog niet is. Toch hoort een goede luisteraar tussen de regels door mogelijke doemscenario’s galmen in de hoofden. Verbij: “Op een goede dag kan ik winnen, op een mindere dag kan ik vierde worden. Het niveau is hoog en ik hou rekening met elk scenario. We zijn allemaal goed genoeg om elkaar eraf te rijden.” N’tab: “Het is twee keer linksaf en gewoon rammen. We moeten het niet spannender maken dan het al is. Ik probeer mijn koppie erbij te hebben en gewoon naar de finish te racen. Meer dan dat hoef ik niet te doen.”

Alles over het Olympisch Kwalificatietoernooi vind je op onze speciale pagina.