Tickets
Shop
Nieuws 08 aug 2021

Thomas Krol: 'De beelden van Tokio deden me vaker denken aan de Winterspelen'

Van Tokio naar Beijing …. da’s goed zes uur vliegen, maar in gedachten switch je zo van de ene naar de andere olympische stad. 1500-meterspecialist Thomas Krol kan niet ontkennen dat hij bij het zien van de Nederlandse sportsuccessen in de voorbije twee weken soms onbewust doorschakelde naar de plaats waar hij in februari hoopt te schitteren.

“Maar het is niet zo dat Beijing alle dagen door mijn hoofd schiet. Dat zou niet gezond zijn’’, zegt de Deventernaar die volgende week 29 jaar wordt. “Een paar keer per week denk je er in een flits aan, in de trant van: ik ben zelf aan een mooie route bezig, daar doe ik het allemaal voor. Met de beelden van Zomerspelen op tv word je er wat vaker aan herinnerd. Het was ook zo gaaf om alles te volgen. Wie er goud won, interesseerde me niet eens zo heel veel, ’t ging me vooral om de prestaties. Wanneer er een buitenlandse atleet een wereldrecord verbeterde, vond ik dat net zo knap.”

Het doven van het olympisch vuur aan de andere kant van de wereld valt ook samen met het einde van Krols korte break. Vanaf zondag zit hij met zijn ploegmakkers van Team-Jumbo in Collalbo (Zuid-Tirol), een vaste verblijfplaats voor een trainingsstage. En dat terwijl hij net terug is van negen dagen fietsen in de Italiaanse alpen. “Toen we tien dagen geleden even vrijaf kregen, ben ik direct in de auto gesprongen en naar Bormio gereden voor een veredelde fietsvakantie in de bergen met mijn vriendin (Ramona Westerhuis, ook schaatsster, red.). Want van voortdurend dezelfde rondjes fietsen door het Kuinderbos bij Heerenveen word ik helemaal gaar.”

Thomas Krol op de top van de Stelvio met Ramona Westerhuis

De eerste vijf dagen heeft de wereldkampioen op de schaatsmijl op hoogte geslapen en veel van de Giro d’Italia bekende cols beklommen. “Lago di Cancano ben ik opgereden, de plek waar Wilco Kelderman vorig jaar tijdens de Ronde van Italië werd gepiepeld, de Stelvio, en een dag heb ik de Mortirolo en Gavia achter elkaar gedaan. Prachtige beklimmingen, ik word er echt gelukkig van. Bovendien heb ik er na een lange periode van schaatstrainingen profijt van, want het is een perfecte manier mijn hoofd op te frissen.”

De oogst van negen dagen peddelen waren negen illustere bergpassen, goed voor elf kilometer klauteren. “Ik reed niet als een toerist omhoog, maar ik kon het evenmin maken elke dag volle bak die flanken aan te vallen. Met het trainingsschema dat ik heb van de ploeg deed ik het op een verstandige manier, wel bijna tegen de limiet aan omdat ik het als een sportieve uitdaging beschouw. De beklimming van de Mortirolo heb ik bijvoorbeeld drie minuten sneller gedaan dan drie jaar geleden. Destijds was ik in een uur, een minuut en 56 seconden op de top, nu had ik ’m in precies 59 minuten.”

“Voor de Stelvio had ik drie minuten meer nodig: een uur, 36 minuten tegen een uur en 33 in 2018. Ik denk dat ik wat te voortvarend van start ben gegaan. Dat in combinatie met het slapen op 2200 meter zorgden ervoor dat ik de laatste tien kilometer niet meer vooruit was te branden. Ik lig er overigens niet van wakker hoor, het gaat me om het genieten”, aldus Krol, 

Alle fietsprestaties houdt Krol bij in een schoolschriftje. “Het is een stuk liefhebberij dat ik al sinds mijn twaalfde doe. Ik heb praktisch elke grote col in Europa op mijn lijstje staan. Het is vooral leuk, zeker nu ik de laatste jaren veel zwaarder ben geworden (door toename van de spiermassa, red.) omdat ik een sprinter ben. Gelukkig trap ik een aardig vermogen weg dat me in staat stelt op een leuke manier naar boven te rijden. Kijk, een echte klimmer zal ik nooit worden. Daar draait het ook niet om. Ik zoek altijd naar de afwisseling en vind het supergaaf andere gebieden op te zoeken. Met de ploeg zitten we alle jaren op dezelfde plekken, waar we rondjes wegtrappen die ik onderhand kan dromen. Dat geldt zeker voor Collalbo.”

Het schoolschriftje van Thomas Krol ..

Bijkomend voordeel van de negendaagse die hij besloot met een tocht van drie uur in het Berner Oberland (‘de Grosse Scheidegg oprijden was schitterend, het uitzicht boven fenomenaal’): “Ik zal weinig problemen hebben met de aanpassing in Collalbo, omdat ik veel op hoogte heb rondgereden. De kop is weer fris, we kunnen er opnieuw tegenaan. Na het vele duurwerk gedurende ons eerste trainingskamp in mei ligt het accent de komende tien dagen op interval en snelheid. Het zal dikwijls trainen met de plank worden, plus skeeleren en veel het krachthonk in.”

En zonder de afleiding van de Zomerspelen kan de aandacht vol worden gericht op zijn eigen olympisch traject. “Ja, het is nu gedaan met de push-berichten die ik vorige week steeds op mijn telefoon ontving terwijl ik aan het afzien was in de bergen. Van elke medaille kwam er een melding binnen. Zou mooi zijn als ik er zelf in februari voor kan zorgen. Laten we niet op de zaken vooruitlopen. Eerst zien te kwalificeren voor Beijing.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan