De wedstrijden in Oostende maken deel uit van de Europa Cup. In een normaal seizoen worden deze internationale wedstrijden gedurende het volledige zomerseizoen gehouden. Door corona konden de afgelopen twee jaar echter nauwelijks wedstrijden doorgaan. De enige Europa Cup die wel doorgang vond was die in Wörgl, waar slechts een enkele Nederlandse rijder aan de start stond. Wel deed er een aantal Nederlanders mee aan wedstrijden in Italië en op Madeira.
De Flanders Grand Prix is van oudsher een wedstrijd met veel Nederlandse deelnemers. Dit jaar doen meer dan tachtig rijders mee aan het driedaagse evenement mee. De KNSB benut het toernooi daarnaast om de nieuwe generatie inlineskaters op te leiden. In de jongste categorieën rijdt een select gezelschap in de kleuren van de nationale ploeg en onder begeleiding van bondscoaches Frank Fiers en Valentina Berga-Belloni. De senioren rijden dit weekend onder eigen naam.
De jonge rijders boekten op de vrijdagavond direct een aantal podiumplekken. Op de 200 meter was er een derde plek voor Lataesha Narain. De juniore kon niet tippen aan de snelheid van thuisrijdster Fran Vanhoutte. Op de puntenkoers was er een tweede plek voor Patricia Koot, die een sterke race reed. Op Vanhoutte stond echter ook op deze afstand geen maat. Bij de mannen werd Bret Groot bij de B-junioren derde.
De Nederlandse senioren mannen eindigden niet op het podium. Op de puntenkoers was Tom den Heijer de hoogst genoteerde in de uitslag op de zevende plaats. Kay Schipper ontsnapte vroeg in de wedstrijd om vier punten te pakken, alleen de West-Fries reed de wedstrijd niet uit. De overwinning ging in de spannende slotfase naar Matteo Barison, die Jason Suttels op de finish naar de kroon stak. Doucelin Pedicone werd derde. Op de 200 meter was Glenn Nijenhuis de beste Nederlander op de tiende plaats. De Spanjaard Ivan Galar ging er met de overwinning vandoor.
