Het seizoen 2020 moest voor het inlineskaten het begin worden van de ommekeer na een jaar met slechts vier marathonwedstrijden en internationaal gezien een magere medailleoogst. Van het 'prikkelend programma in een compleet nieuwe opzet' waar in januari nog over werd gesproken, bleef door het coronavirus echter weinig over, al bood het ook nieuwe kansen. "Zonder corona waren we bijvoorbeeld nooit naar Zandvoort gegaan", vertelt Scheperkamp. De twee NK's vormden uiteindelijk het hoogtepunt van de zomer, maar onderwijl klonk er ook kritiek op bijvoorbeeld de opzet van het NK voor junioren en het optreden van de jury.
"Er waren een aantal negatieve reacties op het junioren-NK", zegt Scheperkamp. "Er waren zelfs beschuldigingen bij, maar ik ben wel blij dat we het zo hebben gedaan. Ook mensen die argwanend waren, zeggen nu dat ze gave wedstrijden hebben gezien. Dat de junioren op het podium kunnen staan, zegt misschien ook wel wat over het niveau van de senioren." Daarmee legt hij de vinger direct op de zere plek. De grote winnaars van het NK waren namelijk Manon Kamminga en de tweelingbroers Rick en Kay Schipper. Waar Rick Schipper geen vaste trainingsgroep heeft, zijn Kamminga en Kay Schipper hoofdzakelijk trainer van een KNSB Talent Team.
Rick Schipper verbaast zich erover dat hij met zijn trainingsomstandigheden zo goed heeft kunnen presteren op het NK. Hij woont weliswaar in Heerenveen, hij kan de inlinepiste daar regelmatig niet gebruiken voor zijn trainingen. "De drempel is heel hoog om de baan geregeld te krijgen en de kosten zijn ook hoog. Heerenveen heeft faciliteiten van olympische waarde, maar het inlineskaten kan het niet betalen." Omdat het zo lastig blijkt de beschikbare faciliteiten in te zetten, is er in Nederland dan ook geen centrale trainingsgroep zoals in het afgelegen Duitse dorpje Geisingen bijvoorbeeld wel het geval is.
"Ik kan dat dan ook slecht uitleggen aan buitenlanders", aldus Schipper. De centrale ligging van Nederland in combinatie met de krachthal en de ijsbaan zou van Heerenveen een aantrekkelijke trainingsplek voor inlineskaters kunnen maken, denkt hij. Om dat te bewerkstelligen hoopt hij dat de kwaliteit van de trainingen omhoog gaat. "Daar is op dit moment denk ik nog wel wat op aan te merken en om die reden komen ook steeds minder rijders op de nationale trainingen af."
Of het nou ligt aan de kwaliteit van de trainingen, andere trainingsprioriteiten of dingen als familiefeestjes, dat lang niet altijd iedereen komt opdagen bij een nationale training is ook Scheperkamp een doorn in het oog. "Gelukkig ervaren de rijders die dit jaar kwamen het als een meerwaarde, ook rijders die in eerste instantie sceptisch waren."
Terugblikken en vooruitkijken
Schipper hoopt dat naar aanleiding van de aanstaande evaluaties lessen worden getrokken voor de komende jaren. Mede op zijn aandringen heeft de atletencommissie van de KNSB al actie ondernomen om de beleidsbepalers van de nodige informatie te voorzien. "De basis van veel plannen zit goed in elkaar, maar de uitvoering heeft nog tijd nodig", meent de immer betrokken en kritische West-Fries. "De sporters moeten nog achter de ideeën gaan staan en ik denk dat evaluaties gaan helpen om alle partijen op één lijn te krijgen."
Schipper is van mening dat meer inspraak voor de sporters een middel kan zijn om de sport naar een hoger niveau te tillen. "Als rijder kun je wel steeds vaststellen dat dingen beter kunnen, maar vanuit een rijdersraad of een werkgroep kun je ook concrete plannen aandragen. Als ik voor mezelf spreek, heb ik nog bijna niet gesproken met de nieuwe disciplinemanager en ook met de bondscoaches heb ik nauwelijks contact. Ik zou dat graag willen, en dat weten zij ook."
Ook Scheperkamp heeft evaluaties op zijn planning staan, maar de eerste verbeterplannen liggen ook al op de plank. "We moeten beseffen dat we de afgelopen jaren ingeslapen zijn. We moeten weten waarom en andere dingen gaan doen als we daaruit willen komen." Onderdeel van zijn strategie om het inlineskaten op een hoger niveau te krijgen, is het organiseren van trainingen met het oog op het vormen van een nieuwe nationale selectie. Zelfs wedstrijden in het winterseizoen behoren tot de mogelijkheden.
Een belangrijke rol zal daarin zijn weggelegd voor de bondscoaches Valentina Berga en Frank Fiers. Zij zullen vaker op de voorgrond moeten treden en de rijders actief gaan betrekken om ze gezamenlijk de winter door te helpen. Er zijn genoeg rijders die liever inlinen dan schaatsen denkt Scheperkamp, maar in zijn ogen gebeurt het te vaak dat skeelertalenten het inlineskaten achter zich laten om zich hoofdzakelijk op het schaatsen te richten. Daarom wil hij dat de focus op multidisciplinair trainen die er op papier is in de talentenopleiding ook in de praktijk vaker tot uiting komt.
"Sinds twee maanden hebben we een coachplatform met Frank en Valentina met de Talent Team-coaches langebaan en shorttrack", vertelt Scheperkamp. "Daar hebben we dit soort problemen voor de eerste keer op tafel gelegd. Daar bleek dat de trainers best open staan voor het inlineskaten en bereid zijn het multidisciplinair karakter uit te gaan voeren." Dat kan door meer webinars en workshops te gaan geven, zoals begin dit jaar ook Schipper heeft gedaan. "Als die kennisverbetering en kwaliteitsverhoging er komt, kunnen we er snel zijn", stelt Schipper. "Ook gasttrainers uit het shorttrack en langebaan kunnen daarbij helpen. De kennis binnen de KNSB is er."
Meer veranderingen
De plannen van Scheperkamp reiken verder dan enkel de omkadering. Zo wil hij ook de landelijke wedstrijden aanpakken. "We hebben dit seizoen ons best gedaan om vernieuwingen door te voeren en daar is al best wel wat gebeurd", doelt hij op inspanningen om het wedstrijdprogramma sneller af te werken dan voorheen. Voor volgend jaar hoopt hij de trend door te zetten met onder meer de creatie van een A- en een B-divisie. "De organisatie moeten we herstructureren, finetunen en we moeten leren van onze fouten."
Ook bij de jury zullen zaken verbeterd moeten worden, geeft hij toe. Deze zomer leidden bij een aantal wedstrijden de jurybeslissingen tot discussie tussen rijders en scheidsrechter, terwijl het publiek langs de kant met gefronste wenkbrauwen toekeek. "Je ziet dat het lastig is om op zo'n lange dag scherp te blijven", aldus Scheperkamp. "Ik zou het zelf waarschijnlijk ook fout doen. We zullen intern analyseren en overleggen hoe we in de toekomst het juryprotocol kunnen aanpassen en verbeteren."
Daarnaast zullen camera's en videobeelden naar verwachting voortaan uitkomst gaan bieden. De discussies over jurybeslissingen in het inlineskaten zouden daarmee een stuk minder vaak kunnen voorkomen. "In geval van twijfel zou het mogelijk moeten zijn dat de rijder in de wedstrijd blijft en pas achteraf gestraft wordt. Dat is niet zoals het nu gaat. Als de hoofdscheidsrechter op het middenterrein beelden kan terugkijken, zou een rijder daar achteraf ook nooit op mogen terugkomen."
Ondanks de schoonheidsfouten heeft Scheperkamp genoten van de wedstrijden en kijkt hij uit naar volgend jaar. Na Zandvoort behoren namelijk ook wedstrijden op de straten van Amsterdam en Rotterdam tot de mogelijkheden. Scheperkamp wil ook graag dat er een Elfstedentocht op wieltjes komt. "Voor het internationaal aanzien zijn zulke wedstrijden heel goed. We hebben enorm veel publiciteit gekregen met het NK in Zandvoort en dat kunnen we gebruiken om volgend jaar verder te gaan. We hebben ons hoofd in ieder geval boven het maaiveld uitgestoken."
