Pedersen was niet de enige die onder zijn eigen baanrecord dook. Ook de 19-jarige Hallgeir Engebraten reed een snellere tijd dan de 3.42,30 die Pedersen in september 2016 had gereden. Engebraten hoefde slechts zes honderdste van een seconde op zijn ervaren landgenoot toe te geven en kwam uit op een tijd van 3.41,25.
Op de 500 meter sprintte olympisch kampioen Havard Lorentzen naar de snelste tijd. Hij noteerde een tijd van 35,07 en was daarmee net iets sneller dan Björn Magnussen (35,15). Bij de vrouwen klokte Ida Njatun, die afgelopen zomer de nationale ploeg verliet voor het talententeam van Wouter olde Heuvel, 1.18,14 op de 1000 meter.
Rusland
Angelika Golikova heeft bij de Russia Cup de kortste twee afstanden gewonnen. Zowel op de 500 als de 1000 meter was ze sneller dan Olga Fatkulina. Op de 500 meter was het verschil slechts twee honderdsten (37,78 of 37,80) en op de 1000 meter was het verschil ruim drie tienden (1.17,35 om 1.17,71). Evgeniia Lalenkova won de 1500 meter (1.58,51) en de 3000 meter (4.08,85) overtuigend.
Bij de mannen sprintte Ruslan Murashov, bij afwezigheid van Pavel Kulizhnikov en Denis Yuskov, naar de snelste tijd op de 500 meter. Hij klopte met een tijd van 34,85 Viktor Mushtakov (35,07), die de 1000 meter wel wist te winnen (1.09,65). Danila Semerikov won de 5000 meter in een tijd van 6.20,72.
Verenigde Staten
Bij de USS Fall International Race moest Brittany Bowe op de 500 meter haar meerdere erkennen in Erin Jackson. Jackson sprintte naar een tijd van 37,86, terwijl Bowe 37,90 noteerde. Op de 1000 meter was Bowe met 1.13,66 wel veruit de snelste. Joey Mantia reed op de kilometer 1.08,70 en was daarmee net iets sneller dan Kimani Griffin (1.08,79). Cooper Mcleod (A-junior) was de beste op de 500 meter en reed met 35,33 een nationaal juniorenrecord.
