Remy de Wit, technisch directeur van de KNSB, kijkt terug op een succesvol toernooi. "Er is met een veelheid aan mensen hard gewerkt om dit voor elkaar te krijgen. Daar ben ik trots op. Het is altijd anders met publiek erbij, maar ik heb genoeg spanning gezien én de wil om te willen winnen. Na een hobbelige zomer is het ook fijn voor de sporters om te voelen waar ze staan."
Van de 150 schaatsers en begeleiders die vooraf getest werden op corona zijn uiteindelijk twee positieve gevallen naar voren gekomen. "De ploegen hebben hun verantwoordelijkheid gepakt door op zo'n manier met hun sport, hun lijf en de veiligheid om te gaan dat het resultaat is dat er bijna geen besmettingen zijn. Het betekent dat de protocollen goed gewerkt hebben", stelt De Wit tevreden.
En wat betekent dit weekend voor de komende wedstrijden in Heerenveen? "We gaan met volle kracht vooruit", zegt hij. "Er is veel bereidheid om met elkaar aan de regels en afspraken te voldoen. Deze week vinden er evaluaties plaats. Daarna gaan we ons opmaken voor het volgende toernooi, het Daikin NK Allround. Mits er vanuit de overheid geen verdere beperkingen komen."
Camera's
Op de eerste dag van de Daikin NK Afstanden was het voor alle schaatsers wel even wennen. In Thialf werden de prestaties dit keer niet gadegeslagen door duizenden toeschouwers, maar waren de televisiecamera's de enige connectie met de buitenwereld. De spanning bij de rijders was er niet minder om, het ging ten slotte om titels. Al vond de ene schaatser het lastiger dan de ander.
"De wedstrijd voelde wel een beetje zoals het stadion: leeg", vertelde Dai Dai N'tab na zijn gouden 500 meterraces. "Tijdens trainingswedstrijden zijn we zijn wel gewend om zonder publiek in Thialf te rijden. Er is nu natuurlijk wel meer omheen gemaakt", doelt hij op de entourage. "Ik ben in ieder geval blij dat we mochten rijden en ik denk dat het belangrijk is om hier te zijn."
De afwezigheid van publiek leverde ook grappige taferelen op: zo staken de meeste schaatsers alsnog keurig hun arm op bij het voorstellen aan de start. "Bij de 1500 meter riepen ze mijn naam om en toen dacht ik: moet ik nu zwaaien?", vertelt Irene Schouten. "Ik deed toch maar kort mijn hand in de lucht. Later zeiden ze dat je het op televisie natuurlijk wel ziet."
Ook Jorien ter Mors, Nederlands kampioene op de 1500 meter, was zich dit keer veel meer bewust van de camera's rond de ijsbaan en de kijkers die thuis op de bank zaten. "Ik ben normaal nooit zo met de camera's bezig, maar ik dacht: ik moet het publiek er een beetje bij betrekken. Ik heb geregeld gezwaaid naar de mensen thuis", stelt ze.
"Een vol stadion geeft wel iets extra's. Juist in Nederland is die sfeer zo uniek en bijzonder, maar goed, dat wisten we vooraf, dus daar stel je je dan ook op in. Gezien de situatie is het mooi dat we hebben kunnen rijden en ik hoop dat we het vaker op deze manier kunnen doen."
Strak georganiseerd
Ook Patrick Roest, Nederlands kampioen op de 5 kilometer, vond het jammer dat er geen toeschouwers aanwezig waren. "Het geeft altijd een lekker gevoel als de mensen achter je gaan staan als je een snelle tijd aan het rijden bent", zegt de drievoudig wereldkampioen allround. "Desalniettemin ben ik onwijs blij dat we het afgelopen weekend wedstrijden hebben kunnen rijden. Ik hoop dat de mensen ervan genoten hebben."
Voor Roest was het extra bijzonder dat de warming-up-ruimte van Team Jumbo-Visma in dezelfde bocht stond als waar zijn clubgenoten van STV Lekstreek tijdens de wedstrijden de schaatsers aanmoedigen. "Zo zijn de Lekstrekers toch nog een beetje vertegenwoordigd", glimlacht hij. "Vroeger stond ik er ook als klein jongetje en nu sta ik er weer. Het voelt een beetje als thuiskomen."
Sven Kramer was vrijdagochtend 'oprecht trots' toen hij Thialf binnenliep. De 34-jarige Fries zag hoe strak de Daikin NK Afstanden georganiseerd waren door alle stakeholders binnen het schaatsen, waaronder de KNSB en House of Sports. Met zijn ervaring heeft Kramer ook een rol gespeeld in de alternatieve kalender die er nu staat.
"We knokken elkaar in het Nederlandse schaatsen vaak de tent uit, soms tot vervelens aan toe", zegt de viervoudig olympisch kampioen. "Maar het is ook mooi om te zien dat er nu een bepaalde saamhorigheid is, waarbij iedereen naar het grotere plaatje kijkt. Uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde belang: we willen dat er geschaatst wordt en dat de sport overeind blijft."
Mondkapjes
"Natuurlijk niet ten koste van de gezondheid van mensen, absoluut niet. Maar ik vind dat het binnen die kaders heel goed is gegaan", aldus Kramer. De sporters werden elke ochtend getest, moesten mondkapjes dragen – behalve op de ijsvloer – en stonden de pers achter de zogenaamde spatschermen te woord. Bij de huldiging moesten ze de medailles zelf om hun nek hangen. Bij een controle van de Veiligheidsregio Fryslân werd alles goed bevonden.
"Het is allemaal superstreng, maar dat is wel dé manier om een kampioenschap te organiseren", meent Kjeld Nuis. "Dan maar even zonder publiek; het belangrijkste is dat er wedstrijden gereden kunnen worden en dat de mensen thuis op de bank naar onze sport kunnen kijken. Als we met z'n allen ons gezond verstand gebruiken, dan kan dit gewoon. Ik denk dat we met dit weekend een goed signaal hebben afgegeven aan het NOC*NSF en de ISU", stelt hij tevreden.
Thomas Krol, die zijn Nederlandse titel op de 1000 en 1500 meter prolongeerde, kan zich hier volledig in vinden. "Ik denk dat dit een heel mooi draaiboek is geweest voor de ISU om internationale wedstrijden te organiseren. De KNSB en House of Sports hebben er alles aan gedaan om hier een veilig en verantwoord toernooi neer te zetten en ik denk dat dat goed gelukt is. Dit toernooi biedt zeker perspectief voor het tweede deel van het seizoen."
Tweede helft
In januari staan het EK Allround & Sprint op de planning in Heerenveen. Hoewel de hoop ook nog altijd is gevestigd op een zogeheten schaatsbubbel zijn met name de Aziatische landen terughoudend. Door het aantal besmettingen wordt Europa gezien als coronabrandhaard. Het is de vraag of zij de oversteek waard vinden om een paar World Cups te rijden in Nederland.
"Het enige wat wij kunnen doen, is naar onszelf kijken en de juiste dingen doen", zegt technisch directeur De Wit. "We hebben dit weekend aan andere landen laten zien dat het kan, zij moeten uiteindelijk de afweging maken. De ISU heeft ook zeker meegekeken en zal waarschijnlijk komende week weer vergaderen over het verdere verloop van het seizoen", besluit hij.
