Met een zilveren puntenkoersmedaille op het NK Baan wist Qualm zich al in de picture te rijden bij de bondscoach en belandde in de voorselectie voor het EK. Dat ze zich toch nog een laatste keer moet bewijzen in aantocht naar het toernooi in Spanje vindt de Wassenaarse niet zo gek. "Ik snap het wel. Het EK is pas helemaal aan het einde van het seizoen. Je kan in mei natuurlijk heel goed zijn en in augustus niet meer. Voor mijzelf was het natuurlijk relaxter geweest als 'ie al binnen was, want dan kan je je voorbereiden en focussen op een groot toernooi", vertelt ze.
Naast Qualm maakt ook Lotte Veenstra nog kans op een felbegeerd startbewijs. Bij de heren strijden Sem Koster, Luuk van Timmeren, Ivo de la Porte en Ruben Ligtenberg om twee startplekken bij de junioren. Harm Visser en Marc Middelkoop vechten onderling uit wie het laatste plekje bij de senioren verovert.
Wie in België over vier afstanden het beste eindigt in een klassement van zijn/haar categorie, mag mee. "Lotte en ik zijn allebei langeafstandrijders, dus dat maakt het extra spannend. Je werkt er zo hard naartoe, en dan wil je er ook echt voor gaan. Ik hoop heel erg dat ik het EK haal, want ik heb er superveel zin in", vervolgt Qualm, die vorig jaar al wel op de marathon van het EK van start mocht. "Normaal als je rijdt wil je het gewoon goed doen, maar nu heb je ineens een EK te verliezen."
Zusjes
En als ze dat EK haalt, hoe zit het dan met de vorm? "Goed. Het gaat dit seizoen zoveel beter dan verwacht. Ik rijd meer Europa Cups en ik pakte een medaille op de puntenkoers van het NK, die ik heel graag wilde hebben. Bente (Kerkhoff, red.) won, zij is wel een stapje beter dan de rest, maar toch werd ik tweede. Dat is gelukt!"
In de koers werd Qualm bijgestaan door zusje Laura, die één jaar jonger is, maar daardoor wel in dezelfde categorie verschijnt. "Zonder te zeggen wie de beste benen heeft voelen wij dat aan. We weten voor wie we rijden, zonder dat we het hoeven uit te spreken. Anders dan bij gewone teamgenoten gun je elkaar alles. Dat is heel fijn. Op het NK zag je dat ook terug: als er maar een van ons op het podium staat, dan is het goed", lacht ze.
De zusjes begonnen samen aan hun skeeleravontuur, nadat ze naast het schaatsen ook een sport voor in de zomer zochten. "Onze ouders wilden dat wij konden schaatsen als er natuurijs kwam. Zo is het begonnen. De afwisseling met skeeleren is heel leuk en dat zal ik ook altijd willen blijven doen. Behalve als ik héél goed wordt in een van de twee en dan moet kiezen, dan misschien wel."
Het leukste aan skeeleren? Dat het toch een soort campingmomentje is! "Je zit als team met zijn allen gezellig langs de baan in een tent. De sfeer is zo leuk", besluit ze met een glimlach.
