Zeven jaar is Van der Wart nu aan het studeren. “Dat is best lang”, vindt hij zelf, “maar ik heb het op mijn manier gedaan.” Na zijn VWO-examen verhuisde hij naar Heerenveen om te trainen bij Jong Oranje. Zijn interesse lag bij ‘iets economisch’, het aanbod van de Randstad Topsport Academie in Deventer sloot daar mooi bij aan. Dus werd het commerciële economie.
Veel punten pakken
De punten voor zijn studie behaalde Van der Wart alleen na het schaatsseizoen. Van half maart tot de zomervakantie steekt hij zijn neus in de boeken. Hij leert voornamelijk door zelfstudie. De andere driekwart van het jaar zijn gewijd aan trainen en schaatsen. “Zoveel mogelijk punten pakken en lekker bezig zijn met andere dingen, in een periode dat het er niet zo toe doet.”
Het eerste jaar probeerde hij tijdens de winter nog zijn studie bij te houden, maar daar kwam de voormalig Europees kampioen snel van terug. De twee klassikale ochtenden in de week haalde hij vaak niet met de schaatstrainingen, bovendien ontdekte hij: “ik kan niet zo goed twee dingen tegelijk. In het begin probeerde ik het wel, maar dan vergat ik weer dingen in te leveren.”
Essentieel
De ondersteuning vanuit school is voor Van der Wart van essentieel belang. “Dan had ik een hele periode gemist en regelde onze coördinator, Bonne Posma, voor een klein groepje sporters een lesdag. Namen we alle lesstof door en maakte ik drie dagen later mijn tentamen. Dat was ideaal voor mij”, geeft hij als voorbeeld. “Alles wat anders moest, dat kon.”
Zijn eerste stage liep hij bij de Randstad-vestiging in Heerenveen. Hij deed er een verkennend onderzoek voor het project ‘Goud op de Werkvloer’. Of bedrijven geïnteresseerd waren in het aannemen van een voormalig topsporter, wat ze zochten in zo’n werknemer, en of een diploma belangrijker was.
Trots
Zijn afstudeerstage vond hij via datzelfde project ‘Goud op de Werkvloer’ bij de Rabobank in Heerenveen. In de zomer van 2012 spoedde hij zich tussen de trainingen door naar het bankkantoor. “Gelukkig gaven ze mij de ruimte. Ik ben best trots op hoe ik mijn stage en afstuderen heb gedaan.”
Als hij dit seizoen de laatste losse eindjes heeft afgerond, wil Van der Wart doorstuderen. “Ik blijf leren, zolang ik aan het schaatsen ben”, stelt hij. Of het bedrijfskunde of economie aan de universiteit wordt, daar is hij nog niet uit. “Ik weet niet of het te combineren valt”, legt Van der Wart uit.
Pad effenen
Hij kan rekenen op HR-manager Annette Smit van Randstad. “Zij denkt mee en effent het pad voor mij. Ik word aan alle kanten geholpen en ondersteund . Dat geeft veel rust en geeft me de mogelijkheid om bezig te zijn met wat ik het liefste doe: zo veel mogelijk schaatsen.”
Dat studeren zal hij voorlopig nog wel een paar jaar doen. Van der Wart ziet de Spelen in Sotsji niet als eindstation. De Zuid-Hollander hoopt door te kunnen tot PyeoungChang 2018. “Hopelijk blijf ik fit en sterk genoeg. Ik moet me wel blijven verbeteren en mee kunnen draaien met de top”, is hij duidelijk over de eisen die hij aan zichzelf stelt.
“Ik ben 25. Hoeveel shorttrackers zijn er nou ouder dan ik? Het is meer een sport voor jonge lefgozers. Dat ben ik nog steeds wel, maar op een gegeven moment worden de trainingen toch zwaarder. Dat zie je ook aan Niels (de 30-jarige Kerstholt, red.).”
