Tickets
Shop
Shorttrack 19 okt 2023

Melle van ’t Wout verlangt naar zege, maar als Jens wint, is het nóg beter

Melle van ’t Wout (23) lonkt steeds vaker naar de jongere uitvoering van zichzelf, de golden boy uit Canada die altijd en overal de beste was. Hardlopen, ijshockey, noem een sport en hij blonk erin uit. “Vroeger won ik alles. Daarom heb ik er onderhand genoeg van dat het zo lang duurt voordat ik weer eens wat win”, zegt de oudste van de twee broers die met TeamNL Shorttrack vrijdag beginnen aan de eerste World Cup van het seizoen, in Montréal.

Foto : KNSB - Shapevisions

Hij heeft aan de vooravond van de eerste clash met de wereldtop genoeg vertrouwen, maar ziet eerder broer Jens kans maken op een hoofdprijs. “Ik sta er beter voor dan ooit, ben een stap verder dan waar ik vorig jaar stond. Wat me heeft verrast, is dat ik de langere afstanden ook kan volhouden. Ik kan knokken op de 1000 meter en zelfs de 1500, waar in het verleden mijn wereld zo ongeveer ophield bij 500 meter. Dat was mijn afstand, daarop kon ik winnen.”

“Nu merk ik dat er een nieuwe passie is ontstaan voor de langere nummers. Dat zijn ook leuke afstanden. Je hebt meer tijd om iets recht te zetten, maar ook om iets uit te proberen. De 500 is zo voorbij, daar komt geen nadenken aan te pas. Die discipline rijd je puur op instinct. Op de 1500 meter kun je een beetje een mindgame spelen. Goed positioneren en op die manier leuk racen. Tot afgelopen seizoen vond ik het niet altijd leuk omdat mijn benen het niet volhielden. Het wordt gaver zodra je het kunt volhouden.”

Samen duellerend op het NK 1000 meter: Jens (l) en Melle (r). | Foto : Hanneke Mennens

Hoe ontdek je dat je die afstanden ook in je benen hebt? Heeft het ermee te maken dat je na je rugblessure (die hem bijna een seizoen kostte, red.) extra hard bent gaan trainen?
Melle: “We hebben dit seizoen heel veel gefietst. Daar heb ik profijt van, vooral omdat ik veel of alleen met Jens heb getraind. Normaal fiets je in een groep; ik heb ritjes van drie, vier uur meestal in m’n eentje afgewerkt. Dan doe je alles op kop. Wanneer Jens meeging, reed hij het eerste uur naast me. En daarna klonk er steeds: ‘Ik laat me even afzakken hoor’. Kroop hij achter mijn rug en kon hij lekker chillen. Dat heeft me heel erg geholpen. Plus het feit dat ik een stuk volwassener ben geworden, fysiek gesproken. Die combinatie heeft gewerkt. Daarbij komt nog dat ik me heel sterk voel omdat ik die rugblessure heb overwonnen en achter me heb gelaten.”

Als je nu beweert dat je beter bent dan ooit, kom je dan ook in aanmerking voor een medaille in de World Cup?
“Ik vind dat wel gewaagd. Volgens mij ben je pas een medaillekandidaat als je het Jens moeilijk kan maken tijdens het Daikin NK of de Dutch Open. Ben ik eerlijk naar mezelf, dan moet ik zeggen dat ik dat niveau nog niet heb. Op de 500 meter kom ik het dichtst bij hem in de buurt, maar in een wereldbekerrace tellen er veel meer aspecten. Dan zijn het allemaal van die gekke shorttrackers die acties maken op elkaar. Met een beetje geluk en door slim te rijden zou ik misschien kunnen verrassen. Voor dit moment herhaal ik echter mijn woorden: medaillekandidaat is erg enthousiast gesteld.”

De anderhalf jaar jongere Jens is tegenwoordig de standaard bij de beste shorttrackmannen van Nederland. Binnen een seizoen voltooide hij afgelopen jaar de trilogie in de wereldbeker (een keer goud op alle individuele afstanden) en spoot Melle bijna achteloos voorbij.

Sindsdien ben je in de achtervolging op je broer, terwijl jij altijd werd nagewezen als de beste van de twee. Heb je het idee dat je naar hem toe kruipt?
“Dat geloof ik langzamerhand wel. Tijdens de zomer merkte ik dat hij steeds vaker vroeg wat mijn rondetijden waren in de tempotrainingen. Wanneer ik zag dat hij bepaalde tijden reed, probeerde ik eronder te duiken. Daar slaagde ik niet helemaal in, maar dan zei hij: ‘Ik zag jou deze of die tijd rijden, en daardoor lukte het mij harder te gaan'. Op die manier had ik mijn taak vervuld om Jens te pushen. Die gedachte begon te leven op het moment dat Stijn Desmet (de Belgische shorttracker die met zijn zus Hanne jarenlang waardevolle trainingspartners waren voor de Nederlandse selectie, maar die zich nu met het Belgisch team hebben aangesloten bij Canada, red.) weg is gegaan. Stijn pushte Jens heel erg met zijn snelheid en tempo's, samen met Teun Boer. En Friso Emons deed dat met zijn laps (meerdere ronden achter elkaar op hoge snelheid, red.).”

“Ik had echt zo'n gevoel deze zomer, dat ik keihard moest trainen zodat ik Jens kon opjagen, hem die extra prikkel zou kunnen geven. Dat was mijn grote motivatie om elke training maximaal te gaan. Want als ik Jens kan uitdagen, weet ik dat ik zelf ook in goeden doen ben.”

Die broederliefde typeert jou, hè. Jezelf wegcijferen voor een ander is wat je makkelijk afgaat, zeker als het je broer betreft. Het was geen wonder dat hij vorig jaar in Salt Lake City na zijn twee gouden medailles zei dat alle druk wegviel omdat zijn broer in de buurt was die alles voor hem regelde.
“Ik ben er ook van overtuigd dat het hielp dat ik in Salt Lake aanwezig toen hij twee wereldbekerafstanden won. Jens hoeft minder na te denken over de meest gewone zaken wanneer ik erbij ben. Dan heb ik het over op tijd wakker worden, naar het ontbijt gaan, of de ontbrekende spullen kopen in een winkel.”

Maar dat is toch heel raar of niet?
“Nou ja, het is een soort second nature. Ik denk voor mezelf, maar ook heel erg om de mensen om me heen. Net zo goed voor Selma (Poutsma, zijn shorttrackende vriendin, red.). Dat kost geen energie, het is iets dat ik doe vanuit mezelf. Als ik wat nodig heb, dan denk ik: oké, kan Jens of Selma dit misschien ook gebruiken? Ik heb dat van mijn beide ouders, die zijn beiden heel zorgzaam voor elkaar. Mijn vader heeft me altijd geleerd dat ik aan anderen moet denken, niet alleen aan mezelf. Ik geloof dat als je goede energie uitzendt, je dat altijd terugkrijgt.”

De broers tijdens de laatste training op het ijs voor de World Cup zal beginnen. | Foto : KNSB - Shapevisions


Jens mag van geluk spreken dat deze sport zo (met nationale teams, red.) is georganiseerd dat je niet snel van je broer gescheiden zult worden.
“Ik denk dat wanneer er commerciële teams komen, wij evenmin ieder onze eigen weg zouden gaan. Daar kan geen geldbedrag tegenop. Het was al heel wat dat ik dit jaar op mezelf ben gaan wonen. Jens vond dat heel moeilijk en vooral erg jammer. In het begin maakte hij nog de grap dat de zolder bij mij zijn slaapkamer zou worden. Intussen is het prima hoor. Ik woon op amper twaalf minuten rijden van mijn ouders. Hij wordt er iets zelfstandiger door, merk ik, omdat hij moet nadenken over de dingen die moeten gebeuren.”

“Laatst was hij het bloedprikken vergeten. Toen had ik hem er nog een bericht over gestuurd. ‘Ah shit, het ging zo goed de laatste tijd met alles onthouden’, reageerde hij. Waar het mee te maken heeft? Ik zou het niet weten. Het wordt niet veroorzaakt door het feit dat hij alleen met shorttrack bezig is. Dat geloof ik niet. Het is gewoon hoe hij is. Jens kan vrij weinig, behalve schaatsen….”

Meer informatie over de eerste World Cup Shorttrack staat hier.


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan