Het WK Shorttrack staat voor de deur, maar helaas doet alleen Jens mee. Hoe is dat ontvangen in de familie?
Melle van ’t Wout: “Ja, het was wel k#*t. Nadat de selectie was bekendgemaakt, heb ik even met Niels (bondscoach Kerstholt., red.) gebeld om te vragen waarom deze keuze was gemaakt. Door zijn uitleg snapte ik het en heb ik me erbij neergelegd. Ik heb er vrede mee. Vergeet niet dat ik dit seizoen vooral bezig ben geweest om terug te knokken van de rugblessure die me heel lang aan de kant heeft gehouden. Intussen heb ik bewezen weer leuk met de top mee te kunnen.”
Jens van ’t Wout: “Ik vind het heel jammer alleen in Korea te zijn (op het moment van het interview niet wetend dat zijn moeder als supporter zou afreizen, red.). Dat dit zou kunnen gebeuren, zat in mijn achterhoofd. Het liefst ga ik altijd samen naar de wedstrijden. Met Melle in de buurt voel ik mezelf fijner, hoef ik over van alles minder na te denken omdat hij alles regelt. Dat geeft me veel rust buiten de races om.”
Jens, je hebt in de wereldbeker enorm snel naam gemaakt, door er zelf drie te winnen, op alle individuele afstanden. Houdt dat automatisch in dat je op dit WK ook direct een medaille moet pakken om niet teleurgesteld naar huis te gaan?
Jens: “Ik vind het altijd lastig om het erover te hebben, want het WK is net zoals de Olympische Spelen: iedereen presteert op een heel ander niveau. Maar als het goed is, ik ook. Terugblikkend op hoe ik de wereldbekers heb gereden, weet ik dat er van alles mogelijk is als ik een goede focus heb en fit ben. Het is zeker een doel om een medaille te halen. Ik kan nu niet blij zijn met een zevende plek op de 1500 meter of zo. Dat kan niet.”
Melle, verlang jij ook van je broer dat hij een plak wint?
Melle: “Ja, tuurlijk. Ik wil dat hij drie keer goud pakt. Dan krijg ik er ook weer volgers bij op social media, haha.”
Jens, tijdens de World Cup van Salt Lake City zette je je snelste ronde ooit op de klokken: 7,84 seconden. Is die tijd sindsdien nog verbeterd?
Jens: “Nee, zeker niet. Volgens mij is dat nog nooit in een race daarvoor of daarna gereden in de wereld. Dat is echt een heel bijzondere tijd. Tijdens de World Cup in Dordrecht kwam ik tot 7,91, terwijl ik toen rustiger aan moest doen vanwege een liesblessure. ’ns Zien of er op het WK een record inzit. Wordt wel lastig.”
In het hol van de Koreaanse leeuw als medaillekandidaat rondrijden: maakt dat speciale krachten los?
Jens: “Ik kan beter zorgen dat ik gefocust ben op de wedstrijden en niet te gefascineerd raak door hoe die andere schaatsers trainen. Die zie ik dagelijks voor en na onze eigen sessie op het ijs. Dat vind ik leuk. Het liefst zou ik de hele dag op de tribune zitten om alle teams te bekijken.”
Melle: “En veel contact met mij te hebben, zoals dat vorig jaar ook het geval was met de Winterspelen. Ik kijk veel trainingen terug en vraag hem om rondetijden. Voor wedstrijden denk ik altijd mee, als een soort side kick op afstand. Een voorbeeld: stel dat Jens een snelheidstraining heeft gehad. Die analyseer ik zodra ik klaar ben met mijn eigen trainingen. Daarna bellen we elkaar om te bepraten wat ik zag of wat hij ervan vond.”
Jens: “Melle is altijd een voorbeeld voor mij geweest. Vooral vanaf het moment dat we met ons gezin weer vanuit Canada naar Nederland zijn teruggekomen, heeft hij de leiding gepakt. Hij is iemand tegen wie ik opkijk. Als hij iets denkt of zegt, neem ik het ook altijd serieus. Dat heb ik niet vaak bij andere mensen. Van Melle krijg ik vertrouwen. Zonder zijn hulp zou ik nooit zijn geweest waar ik nu ben.”
Als ik vier eigenschappen van een goede shorttracker opnoem - snelheid, inzicht,
behendigheid en inhoud – hoe goed zijn ze bij jullie ontwikkeld? Zet ze eens in de juiste volgorde, van het best tot het minst.
Melle: “Ik denk dat inhoud voor mij als laatste komt als sprinter.” Hij denkt even na. “Ja,
topsnelheid staat bij mij op een. Inzicht en behendigheid…., oh, dat is moeilijk hoor.
Jens: “Je maakt veel domme acties, maar je bent wel snel met bewegen, dus ik denk dat bij jou behendigheid beter is dan inzicht.”
Melle: “Ja, dat denk ik ook. Dus voor mij snelheid, behendigheid, inzicht en inhoud.”
Jens, lachend: “Volgens mij moet bij mij alles op een komen. Nee, ik zou zeggen dat mijn snelheid hoger moet worden aangeslagen dan inhoud. Ik heb de hoogste snelheid in het wereldbekercircuit, maar de Koreanen – iemand zoals Ji Won Park - beschikken over een nog betere conditie. Inhoud wordt nummer twee en inzicht komt als derde, omdat ik vaak goede plekken pak in de race. Behendigheid belandt op plek vier, al vind ik dat aspect best goed. Maar we merken het op het WK wel, wanneer ik met drie Koreanen tegelijk de baan in moet. Zij zijn alleen met mij bezig en rijden tegen mij, zullen proberen me uit de A-finales te houden of onschadelijk maken. Omdat ze superbehendig zijn en veel conditie hebben, wordt het erg lastig. Maar niet minder leuk.”
Draait het bij jullie niet 24/7 om shorttrack, het slapen uitgezonderd? Volgens mij gaat het er thuis altijd over.
Melle: “Bijna wel. Alleen als wij aan het gamen zijn, is onze aandacht daarbij. Maar het leven is gewoon shorttrack Wij vinden het hartstikke leuk om te doen en zien het niet als werk.
Neem het WK waaraan ik niet meedoe. Het seizoen is klaar voor mij. Toch ben ik nog wel op de trainingen van de selectie geweest totdat die vertrok naar Seoul, om het team te ondersteunen in de relays en dat soort dingen, zodat er genoeg mensen zijn. Nu sta ik zo lang mogelijk op het ijs met de talenten van KTT Noord, omdat de sport het leukste is wat er bestaat. Dan ben je er al gauw de hele tijd over in gesprek.”
Als je één gouden medaille op het WK voor je broer mag kiezen, waar kies jij dan voor, Melle?
Melle: “Ik wil dat hij de 500 meter wint, want dat is de vetste afstand. Maar ik denk dat hij het liefst de 1000 wil, en dan de 1500.”
Jens: “De 1000 het liefst, daarna de 1500 en dan de 500. "
En waarom de 1000 het liefst? Omdat dat dan de meest allround afstand is ofzo?
Jens: “Nee, ik vind dat de lastigste afstand, maar wel het mooiste onderdeel.”
Tot slot. Melle heeft nog een andere interesse, die heet Selma Poutsma, ook lid van de nationale shorttrackploeg. Jij hebt nog geen vriendin. Heeft het te maken met je sport?
Jens: “Ja, we hadden het er toevallig laatst over. Ik ben nu niet op zoek. Als het komt, dan komt het. Ik vind het prima. Mocht ik iemand leuk vinden, dan heb ik er prima energie voor over. Momenteel stop ik alle energie in shorttrack.”
Wanneer een relatie voorrang krijgt, lijdt de sport eronder.
Jens: “Ja, maar ik denk dat ik juist meer energie aan de sport besteed dan aan het meisje. Misschien dat het meisje dat niet fijn zal vinden. ik wens dat meisje dan ook the best of luck, hahaha!”
