Tickets
Shop
Langebaan 04 jan 2023

De gecontroleerde agressie van Merijn Scheperkamp

Op 6 en 7 januari zal de 22-jarige Merijn Scheperkamp debuteren op het EK Sprint. Met vier stabiele races wil hij een gooi doen naar de titel. Zijn wapen? Gecontroleerde agressie. Voor hem is schaatsen immers geen speeltuin meer…

Foto : Soenar Chamid

Merijn Scheperkamp. Buiten de wedstrijden sympathiek, maar als hij eenmaal in zijn racemodus zit, kun je hem beter met rust laten. “Vanaf het startschot moet het kloppen met de sprint, dan kun je geen afleiding gebruiken. Wanneer je mij voor een wedstrijd aanspreekt, ben ik even niet die sympathieke jongen. Ik zou je negeren of iets onaardigs zeggen: houd even je mond.”

“Van nature ben ik wel wat stiller, maar als ik deze opmerking zou maken, dan is dat wel geforceerd vertellen dat iemand beter uit mijn buurt kan blijven. Dat zeg ik liever niet.” Want deze modus is ontstaan uit noodzaak. “Vroeger had ik te veel spanning voor de wedstrijd. Ik vond het niet meer leuk. Totdat ik gereden had, dan viel er een last van mijn schouders af. Voor mijn gevoel moest ik meer van het schaatsen genieten. Als je in een vol Thialf rijdt, kan je toch niet anders dan genieten? Ik zat vast in mijn hoofd. Het moeten presteren, alles om me heen viel weg. ”

Door met zijn coaches hiermee aan de slag te gaan en te praten met de mensen uit zijn omgeving heeft de 22-jarige schaatser hier zijn weg in gevonden. Gecontroleerd agressief zijn, is het label dat zijn coach Jac Orie erop geplakt heeft. “Jac leerde mij dat je door agressief te zijn, de spanning van je af kan laten vallen. Alleen sloeg ik daar in door, waardoor ik bijna als een houten plank aan de start stond. Dan wilde ik te graag en had ik geen rust meer in mijn slag. Vandaar het gecontroleerde.”

Rust en agressie waren de ideale combinatie voor Scheperkamp. | Foto : Soenar Chamid

“Ik denk dat deze focus ook echt een vereiste voor mij is om hard te kunnen schaatsen. Aan de start kan ik niet die lieve jongen zijn. Ik moet het idee hebben dat ik iedereen eraf wil rijden. Sowieso als schaatser, als topatleet, moet je schijt hebben aan iedereen om een topprestatie neer te zetten. Je hoeft ze niet allemaal te pleasen. Het gaat om jou, niet om datgene eromheen. Eerst vond ik dat lastig. Nu heb ik er een ritme in gevonden.”

Toch heeft Scheperkamp het ook nodig om die ‘lieve jongen’ te zijn rondom de wedstrijden. “Op het middenterrein kan ik nog wel grapjes maken. Dat doe ik het liefst. Als je altijd die spanning hebt, geniet je er niet van. Je moet ook wel lachen op zo’n dag. Ik rijd nu eerst een opwarmrondje in Thialf om te zwaaien naar het publiek en dan begin ik.”

Het contrast is groot: de sympathieke jongen en het onverbiddelijke racemonster. | Foto : Soenar Chamid

De Hilversummer ziet het contrast met zijn jeugd. “Vroeger was iedereen op de baan vriendjes van je. Met Janno Botman – wij gaan echt terug naar 2012,  als twaalfjarigen reden we al tegen elkaar – was ik bevriend en we vonden het leuk om elkaar op de ijsbaan te zien. Dan was het wel vervelend om van hem te verliezen, maar dat was niet het einde van de wereld. Ik ben nu professioneler en volwassener. Het is geen speeltuin meer.”

Scheperkamp kijkt met vertrouwen uit naar zijn debuut op het EK Sprint. Op het nationale kampioenschap schaatste hij zijn eerste vierkamp in twee jaar tijd en werd hij beloond met zilver. “Vooral mijn tweede 1000 meter was een goede rit. Een ‘Thialf PR’, voor het eerst onder de 1.08 daar. Een select clubje waar je dan bij komt. Bij het EK is Hein (Otterspeer, winnaar van het NK, red.) de topfavoriet, maar ik ben ook één van de kanshebbers op goud.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan