Tickets
Shop
Nieuws 09 aug 2023

Rintje Ritsma: struinen door het doolhof van de teamonderdelen

Na de eerste 'Spielerei' op het zomerijs van Inzell pikt bondscoach Rintje Ritsma begin volgende week de draad weer op van het gezamenlijk trainen op de teamonderdelen. Dinsdagmiddag staat er in Thialf een ploegenachtervolging voor de vrouwen gepland. Het is voor Ritsma nu vooral nog een kwestie van ‘inventariseren en integreren’.

Foto : Timsimgaing

Nog niet zo heel lang geleden, of beter, vrij recent was het trekken aan een dood paard. Voor de ploegenachtervolging, door de bondscoach steevast aangeduid met de letters TP (team pursuit) en de mass start liepen weinigen warm, en de coaches van de topteams nog het minst. Rintje Ritsma, sinds oktober 2022 aan de macht, beleeft het inmiddels compleet anders. Hij bespeurt genoeg animo. “Volgens mij heeft iedereen er belangstelling voor. De omslag is er, dat heb ik vorig seizoen al gemerkt. Men ziet best dat er iets moet gebeuren, maar een persoon kan het niet veranderen. Je moet het met z’n allen doen en dat komt op gang”, zegt de gewezen topper. “Er zijn al jongens die zich uit zichzelf hebben gemeld bij me, en voor wie het niet uitmaakt of ze een kans krijgen op de mass start of de TP.”

Zo heeft Marcel Bosker te kennen gegeven dat hij zich graag op de mass start stort, net als marathonschaatser Harm Visser. Anderen (onder wie Kjeld Nuis) doen een gooi naar de ploegenachtervolging. Op dit moment is Ritsma’s motto ‘hoe meer zielen, hoe meer vreugd’. Hij bevindt zich in de fase van inventariseren en integreren, zoals hij het proces noemt waarbij hij voor zichzelf in kaart brengt wie er beschikbaar is, geknipt lijkt voor het werk en hoe de kandidaten op de beste manier kunnen worden gebruikt.

In Inzell begon de inventarisatie van de mogelijkheden, komende maanden hoopt Rintje Ritsma het doolhof van de teamonderdelen te verlaten met een paar prima opgeloste puzzels. | Foto : Timsimaging

Hij refereert aan Nuis met wie vorige maand in Inzell voor het eerst werd geëxperimenteerd op de achtervolging. “Op basis van die bevindingen kan ik een profiel opstellen van hem. Op welke plekken in de trein zou hij kunnen functioneren? Of, kan hij überhaupt functioneren in deze discipline? Want misschien is het helemaal niets voor hem, omdat het te lang is. Wat ik wil, is iedereen die uiteindelijk van de partij is, zo optimaal mogelijk in zijn of haar kracht te laten komen.”

Nuis, zo weet Ritsma ook, is goed in zijn snelheid, maar hangt er een beetje bij aan het slot van een achtervolging. “Dat betekent dat hij heel veel kracht van achteruit moet krijgen om de snelheid vast te houden. Zet je Patrick Roest erachter en je wisselt van posities, dan zou dat goed kunnen uitpakken. Maar naar welke positie moet Nuis in dat geval? Ik zou hem het liefst achteraan posteren, zodat er ook een frisse man achter Roest die hem op gang kan houden. Alleen mag Nuis er dan niet vanaf wapperen. Dit soort dingen moet ik uitvogelen.”

“Nu is er ruimte in de programma’s, ook om nieuwe mensen een keer in te passen met het oog op de Winterspelen. Veel kan vaststaan; echter, nog niet welke acht rijders en rijdsters namens TeamNL naar Milaan mogen. Daarom wil ik schaatsers integreren om te zien waartoe ze in staat zijn. Zo beperk ik het risico dat ik in 2026 een TP moet rijden met slechts een man of vrouw die er ervaring mee heeft.”

De ploegenachtervolging wordt een prachtige uitdaging. | Foto : Timsimaging

Op de mass start moet de Nederlandse competitie volgens de bondscoach meer aansluiten bij de internationale opzet. Tijdens de World Cups zijn er doorgaans twee halve finales met daarin een deelnemer per land. Dit jaar is het de bedoeling dat er tweetallen (van dezelfde merkenploeg) op het ijs verschijnen die samenwerken, en geen pact sluiten met de andere duo’s uit hun formatie. Dus simpel gesteld: als Bart Hoolwerf met broer Evert een tweetal vormt, mag er in de race niet worden samengewerkt met Casper de Gier die met Crispijn Ariëns rijdt. Alle tweetallen dragen een kap van een andere kleur over hun helm, een hulpmiddel voor de jury om koersvervalsing eerder te kunnen opmerken en in te grijpen.

Ritsma: “In het verleden werden de wedstrijden bij de mannen veredelde marathons tussen de ploegen van Reggeborgh, Jumbo-Visma en Royal A-ware. Door de competitie van afgelopen winter hebben we een heel slecht beeld van wat de verschillende rijders kunnen. Bij de vrouwen is dat een wat minder groot probleem, omdat we met Irene Schouten en Marijke Groenewoud het beste mass start-team ter wereld hebben. Neemt niet weg dat het nog een lange periode is tot aan de Spelen, waarin veel kan gebeuren. Ik moet daarom weten wat andere meiden kunnen, en dat wordt hopelijk iets beter zichtbaar door de veranderde competitie.”

Hier strijdend om de zege in een nationale mass start. Nu Harm Visser (l) heeft te kennen gegeven dat hij ook deze discipline wil proberen in internationaal verband, krijgt Bart Hoolwerf (r) er misschien wel een gedegen opponent bij. | Foto : Timsimaging

Terugkerend naar de mannen en de mass start: Ritsma ziet op voorhand wel iets in de tandem Bart Hoolwerf en Marcel Bosker. “Ook Harm Visser wil voor zijn kansen gaan. Die zoekt binnen Jumbo-Visma een partner met wie hij de mass starts kan rijden. Ik kijk naar tweetallen die geen goede afmaker hebben, maar van wie er een is die de wedstrijd perfect kan controleren of tactisch enorm goed is. Ik sluit bij voorbaat marathonrijders niet uit voor dit onderdeel, want het gaat erom dat je het spel op dit nummer in de vingers hebt. Daar moeten ‘langebaners’ meer aan wennen. Het tactisch inzicht heeft een jongen van de marathon wat meer. Echte afmakers daarentegen vind je weer niet zo snel in die afdeling. Ja, op Bart na. Maar hij moet zich komende winter net zo goed opnieuw bewijzen. Laat Visser hem maar uitdagen. Als er dan nog iemand van de langebaan zich met dat duel wil bemoeien, is dat prima. Hoe groter de concurrentie, des te beter voor de teamonderdelen.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan