Tickets
Shop
Nieuws 29 sep 2021

Rianne de Vries: "Ik stond op het punt om houdoe te zeggen"

Meer dan een decennium is verstreken sinds Rianne de Vries als langebaanrijdster stom toevallig tussen de shorttrackers belandde. Het gezellige karakter van de sport in die dagen sprak haar zó aan, dat ze van discipline switchte, meegroeide met het snel stijgende niveau en intussen is begonnen aan haar derde olympische cyclus. “Ik begin de spanning al te voelen”, zegt ze aan de vooravond van de KNSB International Invitation Cup die vrijdag, zaterdag en zondag plaatsheeft in Thialf.

Foto : Dennis Kruijswijk

Het leven is goed, ze voelt zich gelukkig én, ook niet onbelangrijk voor een topshorttrackster, het schaatsen gaat momenteel geweldig. Hoewel Rianne de Vries op haar dertigste als een routinier mag worden beschouwd, is de gretigheid nog niet onderhevig aan veel slijtage. Het doel voor de Invitation Cup, de eerste wedstrijd dit seizoen waaraan wat buitenlandse concurrentie meedoet, is snoeihard schaatsen. “Het liefst wil ik elke finale bereiken, maar de tijd dat dat vanzelfsprekend was, ligt achter ons. Het niveau ligt zoveel hoger, en niet alleen in ons nationale ploeg. Ja, ik voel langzamerhand wat spanning, al geloof ik door de wedstrijd in Courmayeur die goed ging, dat ik er klaar voor ben.”

De hoogspanning komt wat later, zodra het geweld van de World Cups losbarst. Die reeks van vier wedstrijden, te beginnen met de strijd op de olympische baan van Beijing (21-24 oktober) en aansluitend in Nagoya (28-31 oktober), zal uitwijzen wie er namens Nederland in februari 2022 naar medailles mee mag hengelen op de Winterspelen.

De Vries kent de taferelen en de dynamiek van dat vierjaarlijkse winterfeest, al blijft het vooralsnog een evenement van ‘dubbele gevoelens’. Zowel in 2014 (Sochi) als vier jaar later (Pyeongchang) was de Friezin present. Punt. Twee keer ging ze mee als reserve op de relay, in beide gevallen bleef ze aan de bank geplakt. Vooral de Koreaanse editie bezorgde haar – nog net op tijd terug aan het front na een enkelbreuk – een kater van jewelste: toen de Oranje-équipe op miraculeuze wijze (door een regen aan diskwalificaties) een bronzen plak mocht ophalen, stond De Vries met lege handen. Want zo waren de spelregels; reserves telden niet mee…

Het denkbeeldige litteken op haar ziel zal ze zo nu en dan nog voelen, maar die sportieve ellende is geparkeerd. Het meegaan naar de Spelen als vijfde wiel aan de wagen valt in de categorie bedrijfsrisico’s, maar kan niet op tegen de hartstocht die ze voelt voor de sport. En zeker niet meer sinds het levensgrote drama rond vriendin, kamergenootje-voor-jaren, en ploeggenote Lara van Ruijven die ruim een jaar geleden als gevolg van een ernstige ziekte overleed. Die gebeurtenis bracht De Vries enige tijd in een soort schemerzone waar ze heen en weer werd geslingerd door twijfels.

“Ik stond op het punt om houdoe te zeggen, omdat ik plotseling zag hoe het leven kon zijn”, zo herinnert De Vries zich. “Ik wilde nog zoveel andere dingen doen dan shorttracken, en misschien zou mijn leven ook niet meer zo lang duren. Op dat moment vond ik het schaatsen helemaal niet meer leuk. De sport is iets dat je met z’n allen beleeft. Ik deed dat heel erg met Laar, met wie ik ongeveer tegelijkertijd in de nationale selectie belandde. We lagen altijd samen op een kamer, deden dingen naast het ijs. De doelen die we hadden waren dezelfde. Dat viel ineens weg. Toen drong de vraag zich op: wil ik het nog? Is het allemaal nog wel zo leuk? Gelukkig kwam tamelijk snel ik tot de conclusie dat stoppen helemaal niet hetgeen was wat ik wilde. Toen wist ik de knop om te draaien, wetend dat het schaatsleven echt genieten was. Én is. Nog steeds, na al die jaren.”

Ze realiseerde het zich afgelopen zondag eens temeer, bijna net zo toevallig als haar entree in het shorttrackwereldje twaalf seizoenen geleden. Ze vergezelde toen voor de lol de Nederlandse selectie op een trip naar Bormio. Zonder dat ze het wist, reed ze een limiet, en kort erop had ze een uitnodiging van bondscoach Jeroen Otter om een keer mee te trainen. De rest van de bizarre story is bekend. De Vries werd Europees kampioene op de 500 meter (2017), veroverde EK-goud met de aflossingsploeg (2016), plus nog een rits aan topklasseringen.

Terug naar zondag. “Daan (Breeuwsma, haar vriend, red.) en ik keken de Formule 1 Grand Prix op televisie. Die race was in Sochi en dat riep meteen herinneringen op aan de Winterspelen van zeven jaar geleden. Hoe vet was dat, zeiden we tegen elkaar, omdat we het samen konden meemaken. Op een gegeven moment zoomde de camera in op een gebouw dat destijds ons appartement was waar we tijdens de Spelen verbleven. We konden er leuk over praten wat we daar hebben beleefd. Het schaatstukje schoven we mooi aan de kant, want dat was niet leuk om aan terug te denken. Net zomin als dat van Pyeongchang. Dat heb ik wel geleerd van een mental coach, die ik voordien heel lang meende niet nodig te hebben omdat ik geloofde dat het allemaal wel goed liep. Nou, niet dus. Het verdriet zat redelijk diep. Ik heb intussen geleerd er over te praten, ook over het verlies van Lara.’’

De prachtige souvenirs aan haar maatje en aan de twee olympische reizen beklijven, de bittere pillen zijn er als ‘niet terug te draaien’ elementen. De Vries: “We zijn, wat die laatste Winterspelen betreft, bijna vier jaar verder. Het schaatsen gaat ontzettend goed. Er zijn in voorbije jaren veel races geweest waarin ik prima presteerde. Ik heb geen reden om nog terug te kijken naar die ene wedstrijd (de olympische relay van 2018, red.).”

De Vries mikt op Beijing, zoals ze dat gewend was met de avonturen in Sochi en Pyeongchang. En wanneer ze daar arriveert, telt er een ding: zo hard mogelijk racen en zo hoog mogelijk eindigen. “Het is me niet te doen om tenminste een rondje te hebben geschaatst, zodat ik zou kunnen zeggen dan mijn carrière compleet is.” Met enig venijn in de stem: “Totaal niet! Er hoort een medaille bij. Juist door wat er is gebeurd - en ja, de Spelen zijn gaaf en vet maar slechts een keer in de vier jaar terwijl de WK’s veel vaker langskomen - ben ik minstens zo scherp voor een wereldkampioenschap. Dat geldt trouwens voor iedereen die er aan de start. De Olympische Spelen zijn een momentopname. Als je toevallig goed bent kan het succesvol uitpakken. Maar je werkt er niet anders naartoe dan bij een WK. Daar wil je ook winnen.  Het pieken is hetzelfde.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan