Tickets
Shop
Nieuws 20 okt 2021

Jeroen Otter: 'Elke dag is een olympische dag. Je moet het hele jaar alles op orde hebben'

Hetzelfde hotel, en dezelfde (flink gerenoveerde) ijsbaan. Thuiskomen zal de bondscoach van de shorttrackers het niet gauw noemen, maar toen Jeroen Otter in 1993 voor zijn eerste grote buitenlandse toernooi (WK) in Beijing verzeild raakte, waren de locaties identiek. Iets vertrouwds heeft het wel bij de terugkeer na 28 jaar. “En er is prima ijs hier, er wordt snel gereden door ons. Iedereen is happy”, meldt hij tevreden een etmaal voor het begin van de eerste World Cup deze winter.

Foto : Neeke Smit

So far so good. Het was afgelopen zaterdag een lange zit, om per bus van Nederland naar Frankfurt te reizen (‘het gevaar van bagage, en dan vooral schaatsen, kwijt te raken wilden we niet lopen, daarom deze manier van transport’); de rest van de trip met een toestel van Air China verliep crescendo. “Vervolgens arriveerden we in Beijing”, vertelt Otter op de van hem bekende wijze: zeer compleet en gedetailleerd. “Daar werden we overgeleverd aan de geweldig ingestudeerde protocollen van testen, toegangspoortjes en het vervoer naar ons hotel.”

“Het is hier allemaal heel strikt en zeer zorgvuldig zijn wij in een bubbel terechtgekomen. Alles is geseald, er lopen overal als maanmannetjes verklede Chinezen rond. Het is een bijzondere setting, moet ik zeggen. Niet beklemmend hoor, integendeel. De organisatie is perfect, we weten allemaal waar we aan toe zijn. Hoe is de uitdrukking? Streng, maar rechtvaardig, toch? Als je voldoet aan de eisen van de Chinezen, dan gaat alles hartstikke smooth.”

Het is nu nog dagelijks trainen, maar wel in de omgeving waar het vanaf donderdag losgaat. Dan is het menens, staan er olympische startbewijzen op het spel. Is dat te merken aan de groep shorttrackers?
Otter: “In principe is het elke dag menens. We hebben in de groep zo’n grappig zinnetje waarmee we een Japanner proberen te imiteren.” Otter verbuigt zijn stem en doet een Aziaat na die gebrekkig maar verstaanbaar Engels praat: ‘Every day olympic day’. “Elke dag ben je met de Olympische Spelen bezig. Denk nu niet dat je het vandaag allemaal op en top moet doen; je wordt geacht het 365 dagen per jaar op orde te hebben. Natuurlijk komt er spanning bij kijken. Je rijdt op tijdstippen waarbij ervoor of erna een paar geweldige landen aan het trainen is. Die bekijk je met een schuin oog, soms maak je er videobeelden van, je klokt rondetijden mee, je bestudeert de manier van trainen. Zo krijgt het verwachtingspatroon van deze World Cup vorm.”

“Het doet iets met je wanneer je het stadion betreedt – waar wel plaats is voor 12.000 mensen, gok ik. Alles is af, mooi om te ervaren. Er zijn 38 landen die de mogelijkheid hebben gezien hier naartoe te reizen. Uiteraard niet alle teams moeten we als concurrenten beschouwen, dat zullen de kwalificatiedagen (donderdag en vrijdag, red.) aantonen. Wie alles zou moeten rijden, zou twintig keer op het ijs moeten verschijnen, en dat twee keer want volgende week hebben we opnieuw een World Cup in Nagoya (Japan, red.). Veertig races in tien dagen: dat is ondoenlijk; hier en daar zal ik de beste rijders ontlasten. Gelukkig is dat geen probleem met ons team, we zijn in de breedte sterk genoeg.”

Jeroen Otter heeft veel vertrouwen in zijn team voorafgaand aan de eerste grote krachtmeting: de World Cup in Beijing. | Foto : Neeke Smit

Je hebt het over elke dag is een olympische dag. Dat roept meteen de vraag op wat er dan gebeurt met bijvoorbeeld de jonge Xandra Velzeboer die het hele fenomeen van Winterspelen nog nooit heeft meegemaakt. Die moet toch onder de indruk zijn bij het zien van zo’n complex.
“Zeker. Dat hoeft niet te betekenen dat ze daardoor benauwd of beklemmend rijdt. Onder de indruk zijn kan evengoed het beste in haar naar boven halen. Xandra reed eerder deze week al als een trein. Ik kan me voorstellen dat zij de rest van de dag met een glimlach heeft rondgelopen. Die voelt zich echt de koning te rijk, of, de queen te rijk, moet ik zeggen.”

Welk beeld heb je intussen gekregen van de Aziaten tegen wie jullie het voorbije anderhalf jaar niet hebben gereden?
“Ik zit grote delen van de dag op de ijsbaan en bekijk dan alle landen, niet puur de Aziaten. Wat doet iedereen? Waar zijn ze goed in? Welk type training hebben ze? Dat is best interessant. Als andere teams op dinsdagavond een tempo draaien en wij doen snelheid, vraag ik me af waarom die keuze zou zijn gemaakt. Verder filmen we veel, want op die beelden zijn rondetijden op een honderdste nauwkeurig terug te zien. Daar leren we ook weer van. Tja, de Aziatische vrouwen, in het bijzonder de Koreaanse en Chinese behoren tot de top, zullen de meeste tegenstand geven, net als de Canadese vrouwenploeg. Het grappige is dat ik nu Aziatische rijders zie die ik nooit eerder ben tegengekomen. Oftewel: in die landen blijft de ontwikkeling doorgaan. Gelukkig geldt dat ook voor ons. We zijn voor de buitenlanders heus een factor die ertoe doet, bij de vrouwen én de mannen.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan