Tickets
Shop
Nieuws 02 okt 2021

De jonge shorttrackhonden blaffen, maar bijten nog niet door

De jeugd bij de mannen en (bijna vanzelfsprekend) Suzanne Schulting als de niet te stoppen kannibaal van de Nederlandse shorttrackvrouwen kleurden de tweede dag van de KNSB International Invitation Cup oranje. “Mooi om te zien dat de jonge honden zich inderdaad aandienen”, constateert bondscoach Jeroen Otter.

Foto : Soenar Chamid

Hij doelt met name op Melle van ’t Wout en Friso Emons, die beiden achter de gebroeders Liu uit Hongarije indruk maakten op respectievelijk de 500 en 1500 meter. “Hier word ik heel veel wijzer van”, reageert Otter. “Want als je tijdens dit toernooi niets kunt laten zien, lukt dat evenmin in de World Cups die we straks moeten rijden. Melle en Friso hebben zich laten gelden. Wanneer je als tweede eindigt achter Shaoang Liuop de 500 – Melle – en Friso erin slaagt Sjinkie Knegt achter zich te houden op de 1500, dan komen ze jonge mannen eraan.”

“De afgelopen weken”, zo vervolgt Otter, “constateerde ik al dat de jeugd steevast net wat sneller schaatste dan de oude garde. Het ging weliswaar elke keer om een paar honderdsten van een seconde, maar dat betekent wel een centimeter of twintig of dertig. Doe je dat ronde na ronde, dan wen je automatisch aan de hogere snelheid. Dat zagen we vandaag aan Melle die met gemak het gat naar Liu dichtte en tegelijkertijd kon hij de twee andere Hongaren achter zich stilzetten. Dat kan hij niet als hij voor het eerst op deze snelheid zou rijden.”

Zaterdag betrof het dit duo dat zich liet opmerken, misschien dat het op de slotdag van het toernooi in Thialf weer andere namen zijn. Kay Huisman en Jens van ’t Wout bijvoorbeeld ruiken net zo goed hun kans in de olympische wedloop richting Beijing. Wanneer de nationale selectie over twee weken in het vliegtuig stapt voor de wereldbekers, is er plaats voor zes mannen en zes vrouwen. “Natuurlijk hoop ik dat ik erbij zit”, bekent Westlander Huisman, die pas sinds april tot de elitegroep van de bond behoort en tot dusver nog geen enkele keer is aangetreden in een World Cup.

Hij reed zich afgelopen seizoen tijdens de NK in de picture en stelt vast dat hij in de zomer opnieuw behoorlijke stappen is vooruitgegaan. Helaas voor hem kon hij zaterdagmiddag een topklassering op het kortste nummer vergeten door een penalty. “Ik vond het wat zwaar bestraft, maar ik zat op een plak waar ik niet had mogen zitten. Dat is mijn eigen schuld. Zulke dingen worden meegenomen in de beslissing wie er later deze maand aan de start staat van de World Cup. Hopelijk kan ik morgen een en ander rechtzetten op de 1000 meter”, aldus de 24-jarige die een studie dierwetenschappen heel snel de ijskast inschoof toen hij bemerkte dat hij in de sport stukken verder zou geraken door ‘een ding heel goed te doen’.

Of Jens van ’t Wouts inspanningen hem in Beijing brengen, durft de drie jaar jongere rijder niet te zeggen. Deel uitmaken van de Nationale Shorttrack Selectie (NTS) ervaart hij sowieso als een soort aardschok; om veel de gedachten te laten afleiden door een olympisch traject of grote wedstrijden als de World Cups waarin een startbewijs moet worden verdiend voor het prestigieuze winterse sportfeest, lijkt hem niet verstandig.

“Kijkend naar wat er nu is veranderd ten opzichte van mijn sportleven dat ik tot voor kort leidde, dan is het een enorm verschil. Voorheen deed ik in de training relays van tien minuten; tegenwoordig zijn ze een half uur. Alles is zoveel zwaarder. Dat vraagt de nodige aanpassing. Daar kan ik me beter druk om maken dan te piekeren over de kansen of ik de World Cup haal. Laat ik zondag maar een sterke 1000 meter rijden, misschien dat dat doel dan wat dichterbij komt”, besluit de jongste van de twee Van ’t Wout-broers, die op de 1500 meter als zevende en laatste finishte in de A-finale en tegen een penalty aanliep op de 500 meter.


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan