De shorttracker kreeg eind maart te horen dat er geen plek meer voor hem is in de ploeg. "Ik had dit niet zien aankomen. Zeker omdat het een olympisch seizoen is. Ik ben tot vorig jaar een vaste waarde geweest in het relayteam", zegt Visser aan de telefoon. De afgelopen weken voerde hij meerdere gesprekken om tot een oplossing te komen. Nu zit hij in rustiger vaarwater. "Tuurlijk moet je progressie laten zien, dat snap ik ook wel. Maar ik ben 25 jaar, ga je het dan al opgeven terwijl ik ook heel goede dingen heb laten zien? Ik zag echt wel mogelijkheid om mij te plaatsen voor de Olympische Spelen. Als trainen ergens anders had gekund, had ik dat zeker gedaan."
Visser liep eind augustus een rugblessure op, die hem uiteindelijk het afgelopen seizoen kostte, en is nog steeds herstellende. Ook raakte hij in oktober besmet met het coronavirus. "Ik heb zestien dagen in isolatie gezeten. Eerst dacht ik nog dat het goed zou zijn voor mijn rug, even helemaal eruit en dan mooi herstellen. Maar dat gebeurde niet echt. Ik heb in totaal iets van twee maanden niet op het ijs gestaan en veel gemist, maar ik kon daar verder niets aan doen. Ik vind deze keuze nog steeds onbegrijpelijk. Vorig jaar stond in het teken van herstel, kijken hoe het gaat en dan de focus op de Olympische Spelen. Maar die kans heb ik nu niet meer gehad."
Energie
Hoewel een KNSB Talent Team in de basis uiteraard een opleidingsploeg is, kan zo'n team in dit soort gevallen wel als opvangnet dienen voor uitstromers van de NTS. Diegene moet dan worden voorgedragen voor de selectiecommissie. Vanuit de schaatsbond kreeg Visser echter het alternatieve aanbod om als meetrainer weer aan te sluiten bij de nationale selectie, in ieder geval tot en met de KNSB International Invitation Cup in oktober. "Om mezelf te bewijzen. Als ik me dan zou plaatsen, gingen we weer in gesprek. Maar ik wil niet ergens trainen waar ze mij eruit hebben gezet en het vertrouwen al hebben opgegeven. Vandaar dat ik nee heb gezegd."