De Klein, zelf ook een fervent skeeleraar, komt in zijn rondjes het afgelopen jaar steeds meer andere skeeleraars tegen. "Nu na de ijsperiode zie ik dat iedereen meteen weer op de wielen stapt", zegt hij enthousiast. Hij merkt dat de belangstelling voor de sport groeiende is en dat ook de weg naar de verenigingen steeds beter wordt gevonden. "Men is zich ervan bewust dat in de toekomst er meer winters zonder ijs dan zomers zonder asfalt zullen zijn."
Ook binnen de twee jaar geleden vernieuwde sectie inlineskaten van de KNSB is de energie volop aanwezig. Hoewel het in 2020 door de coronacrisis niet altijd naar buiten toe getoond kon worden, hoopt men dit jaar weer een volgende stap te zetten in de ontwikkeling van de sport. Een van de belangrijkste stappen die men daarin wil zetten is door de verbinding met de recreant te vergroten.
"We leven in een tijd waar mensen individueel aan een gezellige groepsactiviteit deel willen nemen, met mogelijkheden op ieders niveau", aldus de Klein. "Daar heeft de wedstrijdsport ook belang bij. Zonder de groei in de recreatieve sport geen groei in de wedstrijdsport, en zonder wedstrijdsport geen topsport. Het zit allemaal in elkaar verweven."
Om die doelen te verwezenlijken is de sectie nog op zoek naar een adviseur voor de recreatieve sport die de sectie bij kan staan. De Klein wijst naar wedstrijden in Otterlo en Hallum, waar toertochten en andere activiteiten voor het publiek naadloos overgaan in de wedstrijdonderdelen. "We willen naar een dagvullend programma dat aantrekkelijk is voor rijders en publiek. De mooiste wedstrijden zijn die waar veel volk langs de kant staat. Het zou daarom mooi zijn als we ook meer de steden kunnen opzoeken."
Professionalisering van het inlineskaten staat daarom hoog in het vaandel. De competitiewedstrijden worden langzaam maar zeker gestroomlijnd. Het programma moet attractiever, korter en sneller dan voorheen. Ook is de samenwerking met het marathonschaatsen verdiept om meer van elkaars expertise gebruik te kunnen maken.
Alle grootse plannen ten spijt lijkt het er voorlopig niet op dat publiek welkom is bij de wedstrijden en dat van de vervlechting van recreatiesport en wedstrijdsport nog even niets terechtkomt. Daarom kijkt De Klein vooral over de coronatijd heen, al verwacht de sectievoorzitter toch ook dat er in 2021 meer mogelijk gaat zijn dan in 2020. Toen werd vrijwel het volledige inlineseizoen afgelast, totdat er aan het eind van het seizoen toch nog wedstrijden gereden konden worden. Met NK's in Heerenveen, Wolvega en op het circuit van Zandvoort waren er ook nog grote prijzen te verdelen.
"Als inlinesport hadden we toch maar mooi elf landelijke wedstrijddagen met nul besmettingen. Corona vraagt momenteel veel inventiviteit en extra inspanningen, maar ik kijk graag ook verder", vertelt de Klein. "We moeten het langetermijndoel niet uit het oog verliezen. En dat gaat net zoals in de wedstrijd zelf, soms moet je je even terug laten zakken om daarna weer een sprint in te kunnen zetten. Een paar jaar geleden was iedereen nog bang dat de sport kopje onder zou gaan, nu kijken we alleen maar naar groei en mogelijkheden."
"Ik verwacht dit jaar nog wel wat aanpassingen in de competitie. Maar op afgesloten banen en parcours moet er genoeg mogelijk zijn. Dat zal in de loop van het jaar alleen maar beter worden. Ondanks alle Covid-berichten zie ik dit seizoen dan ook met vertrouwen tegemoet." De exacte gevolgen van de huidige verlenging van de maatregelen voor de start van het inlineseizoen worden later bekend. Houd daarvoor schaatsen.nl/inlineskaten in de gaten.