Tickets
Shop
Nieuws 15 feb 2017

Ritsma: 'Het is tegenwoordig lastig om een schaatsheld te worden'

De Nederlandse schaatsers stonden afgelopen week tijdens de WK Afstanden voor het eerst op het olympische ijs van Gangneung. Aan de hand van stellingen kijken we met Rintje Ritsma terug op het toernooi en bespreken we daarnaast enkele actuele zaken uit de schaatswereld.

Foto : Glenn Wassenbergh

Jac Orie is de beste schaatscoach aller tijden.
“Zeker. We hebben nog nooit een ploeg gehad, die in de breedte zo goed heeft gepresteerd op een toernooi. Je hebt twee vormen van goed presteren. Je kan goed presteren in een wedstrijd waarin de rest tegenvalt, maar ook zoals Lotto-Jumbo dit weekend. De anderen noteerden ook waanzinnig goede tijden, maar toch was de ploeg van Jac steeds sneller. Dat is een kwaliteit. Lotto-Jumbo heeft dit weekend de lat zo ontzettend hoog gelegd voor de andere schaatsers dat ze het gewoon niet redden. Daarnaast heeft Jac in het verleden al meerdere grote successen geboekt, waardoor hij voor mij de beste schaatscoach aller tijden is.”

De overwinning van Jan Smeekens was het absolute hoogtepunt van het toernooi.
“Nee, vond ik niet. De overwinning was mooi en bijzonder, maar de strijd op de tien kilometer tussen Jorrit Bergsma en Sven Kramer was voor mij het hoogtepunt. Jan schaatst al ruim tien jaar aan de top. Het was steeds net niet. Je denkt: dat kwartje moet toch eens de goede kant op vallen. Afgelopen week was het eindelijk zover. Hij heeft er lang op moeten wachten, heeft een aantal keer veel pech gehad. Bij de NOS hadden we een kaartje waarop de verschillen tussen de eerste en tweede 500 meter van de laatste jaren stonden. Wat duidelijk werd, is dat de eerste rit van Jan altijd sneller is. In de tweede rit maakt hij toch vaak een foutje. Als de 500 meter eerder maar over één omloop was verreden, was hij al veel vaker wereldkampioen geworden. Daarnaast had hij dan nu een olympisch gouden medaille gehad. Het feit dat er tijdens de WK Afstanden dus maar één 500 meter werd gereden, was zeker in zijn voordeel. Dat maakt de prestatie overigens niet minder mooi.”

De 500 meter moet gewoon over twee omlopen worden verreden.
“Eens. Het voordeel van een goede loting is nu te groot. Dat hoort niet. Bij tijdritten, zoals we die bij het schaatsen kennen, moet je de factor geluk zo veel mogelijk uitsluiten. Nu kan een goede loting het resultaat heel erg beïnvloeden. Dat kun je eigenlijk niet maken ten opzichte van de sporters. Zij zijn maanden en zelfs jaren bezig om op grote toernooien, zoals de Olympische Spelen, top te zijn, geven er alles voor op. Een gunstige loting mag eigenlijk geen rol spelen in het eindresultaat. Ik zou een voorstander zijn van twee 500 meters en dan de beste tijd laten tellen. Dan gaan sprinters misschien nog meer risico’s nemen, waardoor het niveau nog hoger wordt en we nog mooiere wedstrijden te zien krijgen. Een win-winsituatie lijkt me.”

Ik begin een beetje medelijden te krijgen met Marrit Leenstra.
“Nou, dat nog niet meteen. Ik denk dat deze resultaten een heel goede motivatie voor haar zijn om een mooie zomer te draaien en er alles aan te doen om van die vierde plekken af te komen. Ze heeft af en toe haar uitschieters, maar ze mist nog wel een stukje niveau. Als je altijd op een paar honderdste vierde wordt, dan is het een ander verhaal. Bij haar zijn de verschillen met de top drie vaak nog relatief groot, dus medelijden heb ik (nog) niet. Als ze blijft groeien, komen die medailles vanzelf. Ik vind het supermooi dat ze ervoor heeft gekozen om naar Italië te verhuizen. Ze heeft natuurlijk een Italiaanse man, dus het was een logische stap. Ik houd van schaatsers die hun hart volgen. In mijn ogen is dat de beste manier om topsport te bedrijven. Als zij van mening is dat daar voor haar de beste mogelijkheden liggen, dan is dat super. De voorbereiding gewoon lekker in Italië blijven doen.”

De ‘Koude Oorlog’ tussen Jillert en Sven moet een keer stoppen.
“Ik weet niet of het een Koude Oorlog is. Volgens mij hebben Jillert en Sven nog best wel redelijk contact met elkaar. Het is echt een spelletje geworden. Jillert houdt ervan. Sven gaat er heel goed mee om, speelt het spelletje zelfs wel een beetje mee. Anema motiveert eigenlijk twee rijders, namelijk zijn eigen rijder Jorrit Bergsma, maar ook Sven. Daardoor zien we ook zulke mooie wedstrijden, ze halen het beste in elkaar naar boven. Als schaatsliefhebber kan je daar alleen maar van genieten.”

Het aantal schaatstoernooien per jaar wordt echt teveel.
“Daar ben ik het honderd procent mee eens. Ik vind dat er veel te veel wedstrijden zijn. Je ziet door de bomen bijna het bos niet meer. Ze moeten de wereldbekerwedstrijden veel belangrijker maken. Het is nu te makkelijk om ze af te zeggen. Dat is voor de organisaties, die de World Cups organiseren, echt een drama. Dat mag gewoon niet. Bij World Cups wil je alle toppers op het ijs hebben. Het zou niet uit moeten maken in welke landen die wedstrijden plaatsvinden. Het moet eigenlijk onmogelijk zijn om een wereldbeker te skippen, behalve door ziekte. Dat is altijd een risico. Als je voor de Olympische Spelen ziek wordt, heb je ook een probleem, kun je ook niet rijden. Welke toernooien er van de kalender kunnen? Ha, lastig. Je kunt in een WK Afstanden ook makkelijk een gezamenlijk toernooi samenstellen. Met een klassement. Dan ga je naar beduidend minder wedstrijden toe. We krijgen te veel kampioenen. Sven Kramer is nog echt een held, maar voor anderen is het tegenwoordig heel lastig om een held te worden in het schaatsen. De waarde van een gouden medaille neemt door de hoeveelheid toernooien af. Vroeger was dat veel duidelijker.”

Foto : Glenn Wassenbergh

 

 


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan