Het is tegenwoordig een niet weg te denken begrip langs de Nederlandse ijsbanen: multidisciplinair trainen. Olympisch kampioen Michel Mulder en wereldkampioen Crispijn Ariëns doen het met succes, voor olympisch kampioen Jorien ter Mors geldt hetzelfde.
Al plaatst Kolder direct een kanttekening: een overstap als die van Ter Mors hoort bij hem tot de categorie 'accenten'. Fietsen, inlineskaten, shorttrack- en marathonschaatsen zijn sporten die niet heel erg verschillen van de schaatsbeweging zelf, of al jaren in de meeste trainingsschema's van topschaatsers staan.
Daarnaast zegt hij: "Volgens mij is Ter Mors ook een ongelofelijk talent dat heel veel dingen goed kan." Dat het haar lukt om uit te blinken in meerdere sporten is niet iets wat iedereen haar dus zomaar nadoet, denkt Kolder. Maar dat betekent niet dat de trainer het nut van het uitoefenen van andere sporten naast het schaatsen niet ziet.
Voordeel
Vooral de jeugd kan veel voordeel halen uit multidisciplinair trainen. In de eerste plaats om het in beweging blijven. Kolder constateert: het aantal uren dat er wordt besteed aan schoolsport neemt af, evenals de tijd die gaat in buitenspelen. Kinderen zitten tegenwoordig vaker achter de computer of de televisie. "Daar wordt wat ingeleverd", zegt Kolder.
Hij is er een voorstander van om kinderen tussen de 10 en 15 jaar juist multidisciplinair te laten trainen. "Rond die leeftijd pakken kinderen makkelijk iets op op het gebied van snelheid en coördinatie", aldus Kolder. Bij de jeugdopleiding van Ajax wordt er bijvoorbeeld ook gejudood.
Voor de duidelijkheid: met multidisciplinair trainen doelt Kolder dus niet op het combineren van lijkende sporten als schaatsen en inlineskaten. "Kies bijvoorbeeld voor zwemmen, een teamsport en judo, of schaatsen", zegt hij.
"Doe een of twee dingen naast het schaatsen die compleet anders zijn, dat kan je completer maken en zorgt er later voor dat je handiger bent, behendiger. Dat je je makkelijker aanpast", zegt Kolder. Die soms merkt bij schaatsers die relatief laat zijn begonnen met hun sport dat zij moeite kunnen hebben met een kleine aanpassing.
Hier ligt ook een mogelijkheid voor een clubtrainer, die zich kan afvragen hoeveel variatie de trainingen bevatten en in de toekomst wellicht eens een bal meeneemt naar zijn trainingen.
Specialiseren
En na het 15e jaar van een tiener? "Specialiseren", zegt Kolder. Dat kan bijvoorbeeld door inlineskaten te combineren met shorttrack, of met langebaanschaatsen. "Maar dat is puur slim gekeken naar of iets iemand beter maakt. Als het om het effect van het combineren van meerdere écht andere sporten gaat, is het namelijk de vraag of dit dan nog veel oplevert."
Dit betekent overigens niet dat andere trainingen voor iemand ouder dan 15 jaar geen enkel nut dienen. "Een uitstapje naar de wielerbaan doorbreekt de sleur voor een schaatser. Mensen blijven er gretig door. Misschien kijk ik door een gekleurde bril, maar het lijkt me erg lastig om wielrenner te zijn. Zij hebben weinig afwisseling in hun trainingsvormen. Ze stappen nog weleens op een mountainbike, maar daarna houdt het snel op", aldus Kolder.
Het beoefenen van een teamsport kan wellicht zelfs een ander voordeel meebrengen, denkt hij. "Misschien is het heel ver doorgedacht, maar de team pursuit is een teamopdracht. Wij hebben als schaatsers geleerd individualist te zijn. Als je in je jeugd leert samenspelen, neem je dit ongetwijfeld mee."