“Ik was super goed”, roept ze met overslaande stem, als Britt wordt gevraagd naar haar ervaringen op schaatsen. “Ik skeelerde altijd, dus kon ik dat trucje makkelijk toepassen op het ijs."
De BNN-presentatrice Britt Dekker (23) groeide op in Purmerend. In het ouderlijk huis lagen de schaatsen altijd te wachten. “Ik mocht daar nooit rondjes op lopen door het huis, heel irritant was dat. Waarom lagen ze daar dan?”
Ze kan de eerste keer op het ijs wel goed herinneren. “Achter ons huis hadden we een lange sloot. Daar gingen we met alle buurtvriendjes op schaatsen. Als het écht vroor, gingen we naar de Herengracht, in Purmerend. Er was altijd wel een plek waar het ijs zwak was. Er ging altijd wel iemand het risico opzoeken. Ik? Nee! Ik niet hoor, dat durfde ik echt niet.”
“Mijn broertje doet dat nog steeds als er natuurijs ligt. Ze springen dan van wak tot wak. Soms vallen ze erin, en dan moeten ze ook nog met de bus zeiknat en koud naar huis. IJs doet iets met mensen, dat is echt bizar. Iedereen wil ijs en geen sneeuw: dan sta je alleen maar in de file.”
In 2013 zakte de voormalig RTL-presentatrice één keer zelf door het ijs. “Maar dat was gelukkig maar met één been. Ik ben echt doodsbang om helemaal door het ijs te zakken en dan het wak niet meer te kunnen vinden.”
Toch laat ze zich niet uit het veld slaan. “Als het vriest ga ik zeker weer het ijs op. Ik wacht even totdat mensen die van eten houden het ijs op gaan en er niet doorheen zakken. Ha! Dan durf ik het wel.”
Koek en zopie
“Op de middelbare school kwam het omslagpunt dat schaatsen niet meer cool was. Toen gingen we met schoenen over het ijs schuiven en lopen, maar na een jaar vonden we het wel weer cool. ‘Waar slaat dit op? We gaan gewoon weer schaatsen’, zeiden we toen tegen elkaar.”
“In de winter was schaatsen de ultieme kans om te gaan daten. Het is echt iets wat je samen kunt doen. Nu we ouder zijn, gaan we naar een restaurant ofzo, maar toen hadden we helemaal geen geld. En daten in de McDonald’s is een beetje raar. Het ijs was geweldig om af te spreken met een jongen. Ik heb een keer of drie op het ijs gedate.”
Maar niet alleen voor het daten was schaatsen een uitkomst. “Vroeger kwam de buurman die ik verder nooit zag, even naar buiten en dan ging hij even op het meer staan. Daarna ging hij weer snel naar binnen. Blijkt nog maar eens dat ijs een grote aantrekkingskracht heeft op mensen.”
Ook het tourschaatsen heeft de 23-jarige TV-persoonlijkheid meermaals geprobeerd in haar middelbare school-periode. “Het leukste onderdeel vond ik die koek en zopie stoppunten. Maar bij die tochten zijn er zo vaak van die haantjes. Daar hou ik helemaal niet van. Kom op, we gaan gewoon gezellig schaatsen, denk ik dan. Geef mij maar een rond meer, dan kom je elkaar tenminste vaak tegen.”
Sterren Springen
Thuis werd ze veelvuldig geconfronteerd met schaatsen op televisie. “Schaatsen en wielrennen stond bij ons altijd op. Noodgedwongen moest ik dat dus ook kijken. Schaatsen was een verademing in vergelijking met wielrennen. De korte afstanden vond ik spannend, maar bij de tien kilometer wilde ik gewoon tekenfilms kijken.”
De presentatrice heeft zelf ook ervaring met topschaatsers. Samen met Koen Verweij was ze te zien in het programma Sterren Springen. “Nu volg ik het wel een beetje dankzij Koen. Ik hoop ook altijd heel erg dat hij wint. Helaas ben ik nog nooit naar een wedstrijd van hem geweest, wel heb ik in Thialf een keer een rondje geschaatst. Daar was Koen toen ook aan het schaatsen. Ik durfde alleen niet met hem mee te schaatsen.”
“Voetbal en schaatsen vinden we in Nederland cool. Iedereen wil voetballen en iedereen wil schaatsen. Dat zit in het Nederlandse bloed. Het blijft iets wonderlijks dat je je over water kunt voortbewegen. Daarnaast is het echt een gezelligheidsdingetje. Op natuurijs is het altijd gezellig.”
Toch is er nog wel een kleine schaatsdroom voor de Purmerendse. “Ik wil zo ongelooflijk graag dat de Elfstedentocht er komt. Ik heb het nog nooit in mijn leven meegemaakt. Of ik zelf ook mee doe? Nee! Al die oude schaatsfanaten gun ik hun lolletje, zij mogen zo mijn startticket hebben.”