De Clafis-rijder greep in alle vroegte op overtuigende wijze de zege in de B-groep en zag vervolgens op televisie alleen Bob de Jong onder zijn 13.19,09 duiken. Iets wat stiekem toch een beetje voor teleurstelling zorgde bij Kooiman.
“Toen we zaten te kijken hebben we op het gegeven moment wel mijn schema erbij gehouden om te kijken of ik niet de snelste tijd had gereden. Dat zat er helaas niet in en dat is wel een beetje balen”, zegt Kooiman in gesprek met schaatsen.nl.
Dat het Bob de Jong was die zijn tijd, die op dat moment ook goed was voor een baanrecord, verbeterde, kwam niet als een echte verrassing. “Hij heeft zo een staat van dienst, die rijd je er niet zomaar af en al helemaal niet als hij met mijn schema in zijn hoofd kan rijden”, zegt Kooiman.
Ondanks dat hij dus niet de snelste van de dag was, was Kooiman uiteraard wel content met zijn optreden in Zuid-Korea. “Het was een goede race. Ik had ook gelijk het gevoel dat veel rijders in de A-groep een hele kluif zouden krijgen aan mijn tijd. Uiteraard zijn er nog wel de nodige verbeterpunten, maar voorlopig is dit gewoon goed.”
Net nu Kooiman door lijkt te breken op het hoogste niveau staat de tien kilometer onder druk. Behalve in Seoul staat de langste afstand dit seizoen niet meer op het programma bij de World Cups en daar baalt de nummer drie van de KPN NK Afstanden behoorlijk van.
“Je vraag je ook wel af hoe zich dit gaat ontwikkelen. Als ze blijven snijden in de tien kilometers dan blijft er niet veel over. Op de vijf kilometer hoor ik nog niet bij de besten, dus als je dat op de tien dan wel begint te doen, is het zuur als het er langzaamaan een beetje uit gaat.”
Toch houdt Kooiman vooral een positief gevoel over aan zijn World Cup-debuut. “Het is een heel mooi avontuur. Met het hele Nederlandse team in een hotel en trainen met allemaal rijders van verschillende nationaliteiten is een hele nieuwe ervaring.”
Hoogeveen
Kooiman reisde samen met ploeggenoot Jouke Hoogeveen af naar Seoul. De 35-jarige rijder, die eveneens zijn debuut op wereldbekerniveau maakte, werd tweede in de B-groep in de vierde tijd van de dag en hield daar een dubbel gevoel aan over.
“Qua uitslag ben ik daar heel tevreden mee, maar van mijn race baal ik een beetje. Het ging heel lekker, maar op het gegeven moment ging ik net iets over mijn eigen grens heen en daarna ging het alleen maar slechter. Het positieve is dan wel weer dat ik niet helemaal instortte. Het is fijn of te weten dat ik toch nog vooruit kom als het mis gaat.”
Net als Kooiman baalde Hoogeveen er wel een beetje van dat hij in de B-groep moest starten, terwijl enkele op papier veel mindere rijders wel in de A-groep in actie kwamen. “Dat weet je vooraf natuurlijk al, maar als je dan allebei zo presteert en je zit later naar de televisie te kijken, dan voelt het wel een beetje oneerlijk. Daar zitten de tribunes redelijk vol, heb je televisiebeelden en is er veel aandacht en wij moeten het doen met een telefoontje”, doelt hij op het gesprek met schaatsen.nl.
Wat Hoogeveen betreft moet het ook anders. “De beste schaatsers horen in één competitie te rijden. Maar ik bemoei me er verder niet mee. Ik rijd lekker mijn wedstrijdje en achteraf kan ik dan even zeuren”, zegt hij lachend.
Desondanks genoot ook Hoogeveen erg van zijn eerste World Cup. “Het is geweldig om hier te zijn. Ik wist niet dat het allemaal zo goed geregeld zou zijn. Het gaat maar door en dat is heel gaaf om mee te maken. Vanmorgen zaten we met z’n drieën in een enorme touringbus en vervolgens staan er vijftien Koreanen voor ons het verkeer te regelen. Dan voel je je wel even vereerd. Dit smaakt zeker naar meer.”
Volg alles rondom de ISU World Cup in Seoul via onze speciale pagina