Tickets
Shop
Langebaan 25 jan 2024

Schaatsen op hoogte: ‘Eerst acclimatiseren, dan topprestaties leveren’

Met uitzondering van trainingskampen is het tamelijk uniek dat schaatsers uit de lage landen op hoogte moeten presteren. De komende weken gaat het weer gebeuren met eerst de World Cup in Salt Lake City en enkele weken later het WK Afstanden in Calgary. Wat is het effect van die hoogte op de sporters en hoe kunnen ze zich optimaal voorbereiden? Het antwoord komt van Adrie van Diemen, trainer bij wielerploeg AG Insurance Soudal.

Foto : Soenar Chamid

Niet alle schaatsers kunnen goed overweg met presteren op hoogte. Denk aan Patrick Roest (foto boven), die in coronajaar 2020 volledig instortte toen hij op weg was naar de wereldtitel op de 5 kilometer. Hij werd overvallen door de hoogte, iets waar hij sindsdien aan gewerkt heeft. Het kan een voordeel zijn, maar er ook voor zorgen dat je jezelf vreselijk tegenkomt.  

Salt Lake City, waar dit weekend de vijfde World Cup van het langebaanseizoen verreden wordt, ligt 1423 meter boven zeeniveau. Daarmee is het de hoogstgelegen overdekte ijsbaan ter wereld. “Dit hoogteverschil heeft wel invloed, maar niet zoveel als je goed voorbereid bent”, legt Van Diemen uit. “Elke verandering door een tijdzone, hoogte of warmte vraagt extra hersteltijd en daardoor ben je minder belastbaar in de trainingen en wedstrijden. Het is daarom vooral zaak om eerst te acclimatiseren aan de condities en dan pas een topprestatie te leveren.”  

Dat is tegelijkertijd de reden dat de meeste schaatsers een ruime week voor de start van de World Cup al over de Atlantische Oceaan vlogen. Niet alleen de hoogte, maar ook het tijdsverschil is wat dat betreft een belangrijke verandering. “De jetlag en hoogte, twee verschillende soorten van acclimatiseren”, zegt Van Diemen, die momenteel met zijn wielerploeg in Spanje bivakkeert voor een trainingskamp in voorbereiding op het nieuwe seizoen. “Voor het tijdsverschil is tien dagen voor de start van een toernooi reizen ruim genoeg. Maar voor deze hoogte is het kantje boord, net wel of net niet.” 

Kjeld Nuis reed in 2019 het wereldrecord op de 1500 meter: uiteraard op het ijs van Salt Lake City. | Foto : Sander Chamid

Thuis tijd doorbrengen in een hoogtetent of een eerdere hoogtestage op bijvoorbeeld Tenerife, Livigno of de Sierra Nevada kan helpen om de aanpassing te bespoedigen, aldus Van Diemen. “Zo'n trainingskamp wordt vaak op een hoogte vanaf 1500 meter belegd. Als iemand niet te lang geleden op hoogtestage is geweest, dan komt het wel goed.”

Schaatsteams doen behoorlijk geheimzinnig over de inzet van trainen op hoogte. De rijders van Jumbo-Visma bivakkeerden deze zomer een periode op hoogte, Team Reggeborgh maakte bij een trainingskamp in de Ardennen gebruik van hoogtekamers. Op hoogte wordt het lichaam gedwongen om zich aan te passen op het feit dat er minder zuurstof is. Daarbij bestaat een verschil tussen het aerobe en anaerobe vermogen: “Op zeeniveau wordt een maximale inspanning van twee minuten voor de helft aeroob en de andere helft anaeroob geleverd.” 

Om dieper in deze materie te duiken is het belangrijk eerst het verschil tussen aeroob en anaeroob uit te leggen. Het spierstelsel van een schaatser heeft zuurstof nodig zodat de spieren kunnen functioneren. In de basis begint alles met het aerobe systeem, uithoudings- en duurvermogen. Als dat op orde is, zorgen trainen op hoge intensiteit ervoor dat het anaerobe systeem aangesproken wordt. Deze systemen passen zich voortdurend aan waardoor spieren de benodigde energie krijgen. 

Het is vrij eenvoudig te vertalen naar de ijsbaan. Van Diemen: “Een schaatser rijdt een 5000 meter bijna geheel op aeroob vermogen, terwijl de 500 meter nagenoeg helemaal op anaeroob vermogen gereden wordt. Een hoogtestage dient primair om het aerobe uithoudingsvermogen, het zuurstoftransportsysteem, te trainen.” Op hoogte moet het lichaam harder werken om voldoende zuurstof naar de spieren te vervoeren, eenmaal terug op zeeniveau kan het lichaam van een sporter daardoor meer belasting aan waardoor de verzuring later optreedt.

Dat heeft in de meeste gevallen een positief effect op prestaties. Vooral de langere afstanden worden vanuit het aerobe vermogen gereden. Dat is de reden dat hoogtestages effectiever zijn voor stayers, hoewel ook sprinters baat hebben bij een dergelijk trainingskamp. “Als je van zeeniveau naar hoogte gaat, ga je eerst meer ventileren en daarmee tast je de melkzuur buffercapaciteit aan. Dat is nadelig voor sprinters die sterke anaerobe melkzuurbuffering moeten hebben op afstanden zoals de 1000 en 1500 meter. Via het nemen van bicarbonaat in de voeding kan dat (positief) beïnvloed worden.”

Heeft het voor iedereen effect? "Nee", zegt Van Diemen. "Een op de acht mensen - dus ook sporters - krijgt op hoogte last van ziekte en kan door misselijkheid helemaal niet presteren. Een ander reageert helemaal niet op de hoogteprikkel, de andere zes passen zich in meer of mindere mate aan op hoogte."

Wedstrijden op hoogte zijn vooral voordelig vanwege de lagere luchtweerstand, stelt Van Diemen. Niet geheel toevallig zijn vrijwel alle records - de olympische 10 kilometer van Nils van der Poel (12.30,73) daargelaten - gereden op banen als Salt Lake City of Calgary. “Bij activiteiten over langere duur wordt het zuurstoftransport belemmerd. Als schaatsers goed aangepast zijn, kan het voordeel van de verlaagde luchtweerstand groter zijn dan het nadeel van de verlaagde zuurstof transportcapaciteit.” 

Sprinters zijn veel minder afhankelijk van dat transportsysteem: “Zij hebben voordeel van de ijlere lucht, denk aan de recordtijden op zeeniveau bij lagere luchtdruk. Wel moet de anaerobe buffer op orde zijn. Hemoglobine heeft ook de mogelijkheid tot het bufferen van zuur. In die zin zou een hoogtestage ook nog iets kunnen helpen bij hun prestatie.” 

Alle informatie over de ISU World Cup in Salt Lake City staat hier. 


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan