Hij heeft aan de vooravond van de eerste clash met de wereldtop genoeg vertrouwen, maar ziet eerder broer Jens kans maken op een hoofdprijs. “Ik sta er beter voor dan ooit, ben een stap verder dan waar ik vorig jaar stond. Wat me heeft verrast, is dat ik de langere afstanden ook kan volhouden. Ik kan knokken op de 1000 meter en zelfs de 1500, waar in het verleden mijn wereld zo ongeveer ophield bij 500 meter. Dat was mijn afstand, daarop kon ik winnen.”
“Nu merk ik dat er een nieuwe passie is ontstaan voor de langere nummers. Dat zijn ook leuke afstanden. Je hebt meer tijd om iets recht te zetten, maar ook om iets uit te proberen. De 500 is zo voorbij, daar komt geen nadenken aan te pas. Die discipline rijd je puur op instinct. Op de 1500 meter kun je een beetje een mindgame spelen. Goed positioneren en op die manier leuk racen. Tot afgelopen seizoen vond ik het niet altijd leuk omdat mijn benen het niet volhielden. Het wordt gaver zodra je het kunt volhouden.”
Hoe ontdek je dat je die afstanden ook in je benen hebt? Heeft het ermee te maken dat je na je rugblessure (die hem bijna een seizoen kostte, red.) extra hard bent gaan trainen?
Melle: “We hebben dit seizoen heel veel gefietst. Daar heb ik profijt van, vooral omdat ik veel of alleen met Jens heb getraind. Normaal fiets je in een groep; ik heb ritjes van drie, vier uur meestal in m’n eentje afgewerkt. Dan doe je alles op kop. Wanneer Jens meeging, reed hij het eerste uur naast me. En daarna klonk er steeds: ‘Ik laat me even afzakken hoor’. Kroop hij achter mijn rug en kon hij lekker chillen. Dat heeft me heel erg geholpen. Plus het feit dat ik een stuk volwassener ben geworden, fysiek gesproken. Die combinatie heeft gewerkt. Daarbij komt nog dat ik me heel sterk voel omdat ik die rugblessure heb overwonnen en achter me heb gelaten.”
Als je nu beweert dat je beter bent dan ooit, kom je dan ook in aanmerking voor een medaille in de World Cup?
“Ik vind dat wel gewaagd. Volgens mij ben je pas een medaillekandidaat als je het Jens moeilijk kan maken tijdens het Daikin NK of de Dutch Open. Ben ik eerlijk naar mezelf, dan moet ik zeggen dat ik dat niveau nog niet heb. Op de 500 meter kom ik het dichtst bij hem in de buurt, maar in een wereldbekerrace tellen er veel meer aspecten. Dan zijn het allemaal van die gekke shorttrackers die acties maken op elkaar. Met een beetje geluk en door slim te rijden zou ik misschien kunnen verrassen. Voor dit moment herhaal ik echter mijn woorden: medaillekandidaat is erg enthousiast gesteld.”
De anderhalf jaar jongere Jens is tegenwoordig de standaard bij de beste shorttrackmannen van Nederland. Binnen een seizoen voltooide hij afgelopen jaar de trilogie in de wereldbeker (een keer goud op alle individuele afstanden) en spoot Melle bijna achteloos voorbij.