Wie er geen twijfel over liet bestaan dat hij de beste was en zijn tegenstanders in de laatste wedstrijd van de 1000 meter op snelheid, souplesse en tactisch vernuft compleet aftroefde, was Jens van ’t Wout. Hij kende een week terug bij de aftrap van het internationale seizoen, ook in de Canadese stad, een haperend begin. Dat resulteerde in een reeks van net-niet-races die dan ook geen gewenste resultaten opleverde. Het gaat te ver te stellen dat de jongste rijder van TeamNL er door uit zijn humeur raakte, maar de wetenschap dat hij zijn capaciteiten onvoldoende had benut, zaaide twijfel.
Onnodig, wist men in de entourage van de ploeg. Van Niels Kerstholt, de bondscoach, tot zijn assistent Kip Carpenter of videoanalist Bjorn de Laat, allen bleven ze Van ’t Wout prijzen. Die jongen was tiptop in orde, wat trouwens net zo goed gold voor de rest van het gezelschap. “De mannen schaatsen niet slecht”, liet Kerstholt bij herhaling weten. “Het moet er alleen een keer uitkomen.”
Dat het ook gebeurde op de tweede finaledag van de wereldbeker – waar veel oranje te zien was in de afrondende gevechten van de verschillende afstanden – met Van ’t Wout als gouddelver, wekte nog het minst verbazing. In het seizoen 2022-’23 debuteerde hij overtuigend door drie keer goud te winnen. “Toch denk ik dat deze medaille mooier is, of meer waarde voor me heeft, omdat het deelnemersveld veel sterker is geworden. Dát heb ik vorige week hier wel gemerkt. Juist daarom vind ik het gaaf dat ik in zo’n korte tijd weer m’n oude gevoel heb teruggevonden en dit kon laten zien vandaag”, klonk het verheugd na de eindstrijd waarin hij twee Koreaanse kanjers, Shaoang Liu en een Pool wiens achternaam (Pigeon = duif) vredelievender is dan zijn racegedrag op het ijs was, klopte.
Zijn strijdplan, zo legde Van ’t Wout uit, betrof niet louter de finale. “De duizend meters heb ik een voor een afgepikt. Ik wist dat de concurrenten dat in de gaten kregen en zich daarop voorbereidden. Tijdens de finale ontstonden er echter een paar rare situaties. Shaoang verscheen plotseling op kop, iets wat hij normaliter nooit doet. Ik zag hoe de rest begon te knokken en naar achteren zat te kijken. Toen ik dat zag, begreep ik dat ze zich klaarmaakten voor een aanval, voor mij reden om nog wat langer te wachten. Niels gaf vanuit de coachbox aan dat ik moest gaan, maar ik besloot dat niet te doen.”
Het bleek de juiste ingeving van de man die veelal op intuïtie rijdt. De Pool Pigeon gaf gas in de bocht, raakte Liu en die nam hem in zijn val mee. “Prima voor mij, ik kreeg direct meer ruimte om het gat naar de voor hem rijdende Hwang te dichten.” Het kostte niet veel moeite. Of beter, de versnelling die hij eruit gooide en hem uiteindelijk ook voorbij de gevreesde Aziaat bracht, leidde tot drie rondjes die niet boven de 8,5 seconden kwamen. “Dat was zo hard dat hij er weinig tegen kon uitrichten.”
En niemand verder. Van ’t Wout werd zo de dirigent van een spetterend slotconcert, voordat de ware circusnummers van de sport aan de beurt waren: de relays. De mannen stonden al buitenspel (vanwege een penalty in de halve finale van zaterdag); zij konden als toeschouwers naar een show on ice kijken, waarbij het Nederlands kwartet simpelweg werd beroofd van de hoofdprijs door een verschrikkelijke dwaling van het jurycorps. “Goud door de neus geboord”, het zinnetje lag de voorbije twee weken op ieders tong. Met name Xandra Velzeboer mocht zich in dit opzicht een slachtoffer noemen. De penalty op de 500 meter (reden: armblok tegen Selma Poutsma) was een dure grap, en nu behoorde de zilveren plak evengoed een gouden te zijn.