Group 2
arrow copy Terug
Nieuws 29 jan 2023

Kampioen Hekman kan nu maar beter even doorpakken

Wint-ie eindelijk een marathon van honderd-plus kilometer, maakt Gary Hekman zich nog een beetje druk ook over het feit dat het ONK geen 150 maar ‘slechts 120 kilometer was’. Tja, dan is er een antwoord mogelijk: woensdag de Alternatieve op z’n naam schrijven. “Dat is weer wat anders. Gary heeft wel laten zien dat hij ook in orde is voor die wedstrijd”, zegt Reggeborghs strateeg langs de baan, Roy Boeve.

Foto : Neeke Smit

De dertiger uit Kampen was zondag aan zijn derde Open Nederlandse titel toe. Op zich is dat een respectabel aantal. Hij legde al de hand op dat kampioenschap in een periode dat de nummer twee van het boeiende gevecht op de Weissensee – Jordy Harink - tijdens het NK voor C-junioren in 2010 mensen als Willem Hoolwerf, Cornelius Kersten of Rick Schipper nog voorrang moest verlenen. Het is om te benadrukken dat Hekman (34) na al die seizoenen zoveel meer wedstrijdkilometers op de klok heeft staan dan de meeste tegenstanders, en daarmee wel kan zeggen dat hij weet wat er valt te halen in het wereldje van de dappere doordouwers.

Daarom wekt het geen verwondering dat hij zich intussen comfortabel heeft genesteld tussen de beste marathonschaatsers van het enige land dat een naam heeft hoog te houden in deze discipline. Hekman is een topper die bij tijd en wijle geniale sprints op het ijs legt, hét wapen dat hem boven velen uittilt. Tegelijkertijd is het des te opmerkelijker te zien dat-ie tot 29 januari 2023 nimmer een marathon langer dan honderd kilometer wist te winnen. Een tekortkoming? Misschien wel.

Zijn coach Roy Boeve lacht erom; voor hem maakt het geen verschil. “Zijn hoofd staat er niet altijd naar in zo’n lange race. Hij is eens derde geworden in de Alternatieve. Doet als hij van de partij is, altijd mee. Marathons boven de honderd winnen? Nee, dat is niet gelukt. Is mentaal misschien wel tot een dingetje uitgegroeid omdat hij er zo lang tegenaan loopt. Of het nou 120 kilometer is of 150, ik vind het sowieso onzin om een ONK langer te maken dan honderd. Dat is de afstand die bij deze wedstrijd hoort. Klaar. Hoe langer, des te langzamer en saaier een kampioenschap wordt. Ach, vandaag heeft Gary bewezen dat hij in elk geval goed in vorm is voor woensdag…”

Dat wordt dan ‘tigste’ over tweehonderd kilometer, en mogelijk na 2020 (30e), 2019 (16e), 2018 (21e) en 2016 (derde bij zijn debuut) de vijfde die hij van start tot finish meerijdt. Het is een prima gelegenheid, nu hij de drempel heeft gepasseerd, voorgoed korte metten te maken met dat zwakke puntje. Luisterend naar Boeve is het een kwestie van het koppie erbij houden. Dus eigenlijk een taak voor de coach die zo graag mind games speelt met zijn rijders en rivaliserende ploegen…

Hekman verkeert trouwens in de gelukkige situatie dat hij over ‘een hele bak talent’ beschikt en er in zijn team Reggeborgh jongens schaatsen voor wie wegcijferen of opofferen geen woorden zijn waarvan ze een nare smaak in de mond krijgen. Crispijn Ariëns – hij pinkte zondag volgens Hekman meer tranen weg dan hijzelf – geldt als de beste metgezel die een kopman zich kan wensen; Bart Hoolwerf koestert zijn maten net zo hard als de op nieuwjaarsdag veroverde Nederlandse titel; diens neef Willem Hoolwerf kent zijn plaats en draagt liever water dan de druk van een afmaker; Ronald Haasjes vindt het al machtig dat hij met mannen rondrijdt die eerder helden voor hem zijn dan concurrenten. Enige minpuntje met het oog op de naderende slooptocht is het ontbreken van Hoolwerf nummer 3, als Bart aangesproken. Hij is terug naar Nederland om zich op te warmen voor het NK mass start. Een dergelijke luxeknecht zou heel welkom zijn geweest.

Die aderlating neemt Hekman vast op de koop toe. Niet voor niets constateerde hij zondagmorgen dat hij met Ariëns in de buurt als ‘drie man extra’ voelt. Nog een voordeel: “Volgens mij gunnen we elkaar in de ploeg meer dan waar ook. De andere teams zijn momenteel zoekend, er worden rijders weggehaald of ze vertrekken zelf, en iedereen probeert z’n kans te pakken. Wij? Wij hebben een heel stabiele basis. Dat zag je na de finish. De winnaar juicht altijd. En bij ons juicht de hele ploeg mee. Dat zegt genoeg.”

Op 34-jarige leeftijd kan de robuuste marathonkoning nog altijd de wereld aan op het ijs. “Om mij heen zeggen gestopte schaatsers steeds: ‘Dit moet je zo lang mogelijk blijven doen, want topsport beoefenen is het mooist wat er is. Wat ik anders zou moeten? Ik heb twee handen hè, waarmee ik kan werken. Dat maakt mij niet uit.”

Hekman heeft echter ook twee benen die momenteel van de buitencategorie zijn. Daar kan hij beter maar van profiteren…


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan