Dat bleek gisteravond in Den Haag, waar de Tweede Kamer debatteerde over de sportbegroting. Vooraf was duidelijk dat sportminister Conny Helder geen noodfonds voor de ijsbanen zal inrichten. In coronatijd was zoiets wel gebeurd, via de SPUKIJZ-regeling, speciaal bestemd voor ijsbanen en zwembaden. Voor de zwembaden trekt de minister nu wel 207 miljoen euro uit, vanwege de noodzaak van zwemonderwijs aan kinderen, maar de ijsbanen neemt ze hierin niet mee.
Vanuit de Tweede Kamer werd tijdens het debat stevig aangdrongen op extra steun voor de 22 ijsbanen in Nederland. Met name de PvdA, SP, GroenLinks en PVV maakten zich hier sterk voor. De VVD hield een stevig pleidooi om in elk geval Thialf overeind te houden. Het Friese ijsstadion had vrijdag nog een brandbrief aan de minister gestuurd, dat het bij uitblijven van rijkssteun zijn deuren mogelijk dit seizoen nog zou moeten sluiten.
Minister Helder zei er ‘alles aan te doen om ijsstadion Thialf in Heerenveen open te houden’, maar deed nog geen harde toezegging. Ze zal de komende weken intensief overleg blijven voeren met Thialf en zijn aandeelhouders (provincie Friesland en gemeente Heerenveen). “Daar gaan we op de een of andere manier uitkomen.” De minister zei dat ze Thialf als topsportcentrum echt belangrijk vindt voor de schaatssport, zowel nationaal als internationaal.
Daarna werd het debat, na bijna zes uur vergaderen, gestaakt. Het was half twaalf geweest, en de minister moest vertrekken, omdat ze dinsdag in Qatar de voetbalwedstrijd van het Nederlands elftal tegen het thuisland bezoekt. Het debat over de sportbegroting wordt nu komende donderdag voortgezet. Daarna weten de 22 ijsbanen, inclusief Thialf, waar ze aan toe zijn. Zoals het er gisteravond uitzag, gloort voor Thialf dus nog hoop op een bijdrage van het Rijk. De andere ijsbanen die zich op korte termijn met nieuwe energiecontracten voor financiële problemen zien geplaatst, zullen voor compensatie bij hun gemeentebestuur moeten aankloppen.
“Deze tussenstand stelt mij nog allerminst gerust”, reageert directeur-bestuurder Herman de Haan namens de KNSB. “Het is goed te merken dat minister Helder Thialf als topsportcentrum de helpende hand wil toesteken. Het is wel zaak dat er deze week echt duidelijkheid komt, anders beïnvloedt dat de kaartverkoop en voorbereiding voor onze NK’s en de WK Afstanden, wat weer leidt tot extra financiële schade voor Thialf, KNSB, House of Sports en nog meer partijen in de schaatswereld.”
“Steun voor Thialf is goed voor topsport”, vervolgt De Haan. “Maar de overige ijsbanen, waarvan we weten dat er zes tot acht op korte termijn in de gevarenzone zitten, weten helemaal nog niet waar ze aan toe zijn.” Hij benadrukt dat de KNSB de afgelopen maanden achter de schermen stevig heeft gelobbyd voor steun aan de ijsbanen in deze energiecrisis, samen met onder meer de Vereniging Kunstijsbanen Nederland en sportkoepel NOC*NSF. “We hopen dat dit niet voor niets is geweest en dat bij de afronding van dit sportdebat alsnog een reddingsboei voor alle ijsbanen wordt uitgeworpen. Vergeet ook niet dat we juist een actieplan hebben gepresenteerd voor de verduurzaming van ijsbanen, zodat zij klimaatneutraal en energiezuinig de toekomst in kunnen.”
De KNSB-directeur beseft dat het komende donderdag spannend wordt, als de minister terug is uit Qatar en de Kamer verder debatteert. Daarom wijst hij nog eens op het belang van de 22 ijsbanen, die samen een sportieve infrastructuur vormen. “Sluiting van ijsbanen zou desastreus zijn voor de hele schaatssport. Onze toprijders zijn hofleveranciers in olympische medailles. Maar als minder kinderen kunnen schaatsen omdat er geen ijsbaan meer bij hen in de buurt is, dan krimpt je kweekvijver aan talent en hou je ook steeds minder toppers over."
"Schaatsen is een oer-Nederlandse sport, waarin we nummer 1 van de wereld zijn. Bovenal is schaatsen een sport die je je leven lang kunt beoefenen. Daarmee gaan we de beweegarmoede te lijf. Als er natuurijs ligt, gaan miljoenen mensen het ijs op. Als het buiten niet vriest, gaan wel wekelijks gaan 230.000 mensen schaatsen op een kunstijsbaan. Die cultuur wil je toch niet verloren laten gaan?”