Een bericht gedeeld door Mats Siemons (@mats.siemons)
Het leven van Siemons is niet veel veranderd na zijn overstap. “Bij TalentNED was alles al heel professioneel ingericht. Ik merk bij Reggeborgh dat de trainingen wat zakelijker en professioneler zijn. De randzaken zijn helemaal weggehaald. Van het regelen van vervoer tot aan het aanschaffen van een fiets en fietsschoenen. Je hoeft zo min mogelijk te doen, behalve trainen.”
“Het worden nu echt professionele wedstrijden. Tot en met de A-Junioren schaatste ik omdat ik het leuk vond en af en toe won ik. Afgelopen jaar was het al lastiger. Je komt op tv, je wil jezelf in de kijker rijden voor een profploeg. Zo bouwt het geleidelijk op.”
Siemons denkt geen negatieve gevolgen te ervaren van de verwachtingen van zijn team. “Ze geven mij de tijd, ze willen mij ontwikkelen. Ik voel totaal geen druk dat ik móet presteren, anders zou ik ook niet lekker kunnen trainen. De druk komt vooral vanuit mijzelf.”
Na een moeizame winter, was het geen vanzelfsprekendheid dat Siemons in het groen-zwart zou mogen uitkomen. “In het voorseizoen was ik erg goed. Bij de eerste Holland Cup dacht ik: nu gaat het allemaal beginnen. Ik wilde me graag plaatsen voor de seniorentoernooien. Alleen was het geen goede wedstrijd, na één ronde was ik al kapot. De weken erna liep het voor geen meter in de trainingen. Toen bleek dat ik Pfeiffer had, waarbij ik ook een leverontsteking én een keelontsteking kreeg.”
“Ik heb de hele maand november niets gedaan en daarna moest ik weer rustig opbouwen. Ik miste de World Cups voor junioren en was niet topfit voor de NK Junioren. Daar maakte ik een misser en zo plaatste ik me niet voor de WK. Het was een pittige tijd, maar ik ben er goed uitgekomen. Het beste toernooi reed ik aan het einde van het seizoen, de NK Sprint voor junioren. Die lijn wil ik graag doortrekken.”
Op dat toernooi werd hij tweede, achter Joep Wennemars. Ook komend seizoen zal zijn focus op de korte afstanden liggen, maar de 19-jarige staart zich niet blind op één afstand. “Ik wil me eerst algemeen ontwikkelen. Ik zal aan mijn inhoud werken en mijn techniek verbeteren. Ik denk dat ik nog steeds een goede 1500 meter in de benen heb. Het is te vroeg om vol voor de 500 of 1000 meter te gaan. Gerard (van Velde, red.) kijkt eerst wat hij in mij ziet en dan zullen we ons daarop richten. Ik wil me fysiek, mentaal en technisch verbeteren. Dan hoop ik natuurlijk dat daar snellere tijden en betere klasseringen uitrollen in het seniorencircuit."
Door
Lisanne van der Eijk