Na zijn succes op de EK op wieltjes is de keuze van De Boo opvallend te noemen. Met een zilveren en bronzen plak is een groot deel van de medailleoogst in Portugal aan hem te danken. Een startbewijs voor de mondiale titelstrijd is dus welverdiend, maar deze laat hij aan zich voorbijgaan. “Het schaatsen is mijn hoofdsport en daar heb ik na de EK mijn focus op gelegd. Met skeeleren ben ik eigenlijk helemaal niet meer bezig”, vertelt hij.
Ondanks zijn prestaties op de wielen blijft het inlineskaten voor de Groninger een ‘bijsport’. “Als ik aan het skeeleren ben, is het op dat moment serieus en gaat mijn focus daarnaartoe”, haast hij zich wel te zeggen. “Dit jaar zou ik het eigenlijk voor de leuk doen. Dat is alleen wel heel goed uitgepakt”, lacht hij. “Nu zet ik het skeeleren weer opzij voor het schaatsen.” Daar plukt De Boo de vruchten van. Bij de ouverture van de winter meet De Boo zich met de senioren. Compleet moe gestreden komt hij van het ijs, maar het feit dat hij met de besten mee kan sterkt hem in de gedachte dat hij komend seizoen ook in de ijshal voor de prijzen kan meedoen.
Zijn doelen voor dit jaar heeft hij vast helder voor ogen. “Ik wil het WK Junioren rijden, Europees kampioen worden en Nederlands kampioen”, zegt hij stellig. Dat hij daarvoor zijn kansen op een wereldtitel inlineskaten opgeeft, is vervelend maar in zijn ogen noodzakelijk. “Aan de ene kant is het jammer, want ik heb een goed EK gehad en was wel benieuwd wat ik op de WK zou kunnen. Maar als ik moet kiezen, heb ik liever een gouden schaatsmedaille dan een gouden skeelermedaille.”