Met die ontwikkeling van Team Worldstream is Tijssen intussen volop bezig, al vindt deze niet altijd op de voorgrond plaats. De ploeg werkt onder zijn leiding en die van Kosta Poltavets gestaag door en zo langzamerhand heeft de formatie zich tot volwaardige topploeg ontwikkeld. Met name aan de organisatorische kant brengt Tijssen de nodige expertise mee na zijn avonturen van de afgelopen jaren bij de Chinezen en bij TalentNED.
“Natuurlijk is het anders dan normaal dat je relatief kort op de Spelen binnenkomt, maar het is ook weer niet dramatisch", stelt Tijssen aan de vooravond van het nieuwe seizoen. “Mijn komst heeft eigenlijk niet heel veel veranderd. Het is natuurlijk wel even wennen en ik breng misschien een nieuw sausje, verder zetten we dezelfde lijnen gewoon voort. Het is niet ineens mijn team geworden. Wat dat betreft is het nog steeds een beetje het team van Jutta en Koen.”
Ondanks de komst van een aantal nieuwe rijders blijven Leerdam en Verweij immers de boegbeelden. De twee kopstukken begonnen de ploeg met zijn tweeën en zijn een jaar later nog altijd de rijders met de bekendste naam en de meeste internationale ervaring. Verweij, min of meer de geestelijk vader van de ploeg en vorig jaar naast schaatser ook nog parttime teammanager, richt zich intussen weer volledig op zijn topsportcarrière. Wel blijft hij nog altijd zeer betrokken bij het reilen en zeilen van zijn ploeg, al probeert Tijssen hem daar wel zo min mogelijk energie aan te laten besteden.
Een jonge ploeg dus, met jeugdige en enthousiaste rijders. Alleen Verweij is geen onbekende voor de nieuwe hoofdcoach. Als assistent-coach bij TVM werkte Tijssen al met de 1500 meterspecialist, die bij de Olympische Spelen van Sotsji op drie duizendsten het goud op de schaatsmijl misliep. De andere rijders zijn voor de 47-jarige trainer relatief onbeschreven bladen. Tijdens zijn werk in China na de Spelen van 2018 kon hij het Nederlandse schaatsen namelijk slechts via de uitslagenformulieren volgen.
Laten de Olympische Spelen van dit jaar nou uitgerekend in datzelfde China plaatsvinden. Beschikt Tijssen dankzij zijn geschiedenis daar over belangrijke voorkennis, is dan de vraag. “Misschien”, klinkt het voorzichtig. “Ik weet wat van de cultuur en hoe de dingen daar gaan, ik kan alleen niet naar de organisatie gaan en in goed Chinees uitleggen wat ze moeten doen. Met mijn stukje ervaring kan ik bij de rijders wel vooraf voor rust zorgen en uitleggen hoe men daar met bepaalde zaken omgaat. China zal er bijvoorbeeld alles aan doen om het daar zo lang mogelijk gesloten te houden en zo min mogelijk informatie te delen." Ook bij de testwedstrijd van afgelopen week was dat te zien. Er stonden redelijk goede schaatsers aan de start, maar de toppers waren niet aanwezig. Tijssen maakt zich weinig zorgen. "Uiteindelijk zullen het IOC en de ISU de boel daar toch wel overnemen."
In Inzell, waar Team Worlstream deze weken op trainingskamp is, is Beijing tegelijkertijd ver weg én dichtbij. Net als bij de overige Nederlandse ploegen die in Zuid-Duitsland hun kamp hebben opgeslagen, loopt de spanning al langzaam op richting het eerste belangrijke meetmoment op weg naar de Spelen. En terwijl Tijssen aan de ene kant stelt dat iedereen bezig is met zijn eigen plan en proces richting de belangrijke kwalificatiemomenten, kijkt iedereen toch met argusogen naar de prestaties van de ander.
“We hadden het OKT bijna dit weekend wel kunnen houden”, grapt hij, om vervolgens zonder dollen verder te gaan. “Je merkt wel dat er wat te gebeuren staat. Het is nu pas oktober, maar mensen realiseren zich dat het niet zo ver meer is.” Kijkend in zijn glazen bol ziet hij van zijn tienkoppige ploeg zo’n drie rijders naar de Spelen gaan. “Namen noem ik niet, want dan help ik er zeven uit hun droom. Dat moet je sowieso al niet doen en bovendien kan er op een OKT van alles gebeuren. Ik sta liever op de Spelen zelf dan op het kwalificatietoernooi. De spanning op het OKT is vele malen groter.”
De reis die hij met Team Worldstream daarnaartoe heeft uitgestippeld is weliswaar nog jong, Tijssen is nog maar net een half jaartje bij de ploeg betrokken, toch kijkt hij al verder vooruit. “We zijn nog steeds bezig om de ploeg nog beter en gestroomlijnder te krijgen. We bouwen steeds weer verder aan deze ploeg en wat ons betreft houdt dat niet op na dit jaar. Eigenlijk is het voor ons pas net begonnen.”