De eerste dag van de EK was voor De Boo bijzonder lang. Al om half zes hoorde hij de wekker. "Dat was mentaal al best een ding", vertelt hij na het behalen van zijn bronzen plak. "Vervolgens werd de wedstrijd ook nog een tijd uitgesteld omdat het miezerde. Op het gegeven moment was ik wel moe en had ik ook wel flink zenuwen. Gelukkig is het uiteindelijk heel goed gegaan."
In de voorronde zette De Boo vervolgens de snelste tijd neer. Voor sommigen kan dat extra druk met zich meebrengen, aan de jonge sprinter gaf het vooral een boost. "Het is mijn eerste EK, dus ik kende al mijn tegenstanders nog niet. Het was ontdekken hoe ik op internationaal niveau kan rijden. Met inlineskaten rijd ik nooit internationaal, dus ik was vooral heel benieuwd. De kwalificatie gaf me een enorme bom met zelfvertrouwen."
De Boo, afkomstig uit Groningen en wonend in een gastgezin in Friesland, ontdekt zichzelf dit seizoen als inlineskater op het hoogste niveau. Als shorttracker maakte hij al naam door onder meer namens Nederland uit te komen op de Jeugd Olympische Spelen. Op de wielen deed hij de afgelopen jaren altijd wel goed mee, dit jaar drukt hij zijn neus pas echt aan het venster. Na goede uitslagen in de landelijke baanwedstrijden werd hij geselecteerd voor de EK.
Zonder veel kennis van zijn concurrenten had De Boo wel al dat zijn Italiaanse opponent Andrea Cremaschi er een handje van heeft om in de voorronde niet het achterste van zijn tong te laten zien. In de finale was hij er dus op voorbereid dat hij misschien wat tekort zou komen. Dat bleek ook. Zowel Cremaschi als Florian Bernard uit Frankrijk waren de Nederlander te snel af. Voor De Boo kon zijn dag echter niet meer stuk. "Om dit als opening van de wedstrijden te hebben is helemaal top. In het shorttrack gaat het hartstikke goed, maar ik ben verrast dat ik het ook in het skeeleren kan. Dit geeft veel vertrouwen."