In de finale noteerde Kwant als enige een tijd onder de 18 seconden. Met 17.895 hield hij Jelmar Hempenius (18.050) en Tom Mars (18.288) achter zich. Voor Kwant kwam er met de Nederlandse titel een einde aan een periode van twijfel. De sprinter was in de voorbereidingswedstrijden van de afgelopen weken tweemaal ten val gekomen, waarbij hij vorige week in Heerde zelfs een scheurtje in zijn rib had opgelopen. Met pijnstillers in zijn lijf stond hij in Heerenveen alsnog aan de start van het NK.
"Het was absoluut niet zeker dat ik vandaag aan de start zou staan", vertelt hij met het rood-wit-blauw om zijn schouders. "Ik had al last van mijn ribben na mijn eerste valpartij en de val van vorige week hielp er niet bij. Ik heb de hele week alleen maar rustig rondjes gereden en gisteravond kon ik pas weer een versnelling doen." Ondanks die gehavende voorbereiding was hij tevreden met zijn prestatie: "Dit zegt me dat rust goed doet. Ik hoop dat ik nog een mooie 1000 meter kan rijden en vandaag overleef. Ik bekijk het afstand voor afstand."