"Sinds mijn juniorentijd wil ik heel graag de ploegenachtervolging rijden", begint Schouten het gesprek. "Het is een heel mooi onderdeel en ik denk dat ik vanuit de mass start en de marathon op bepaalde vlakken iets kan bijdragen." Toch zagen we Schouten nog niet eerder voor Nederland op dit onderdeel in actie komen. Hoe dat kan? "Ieder jaar vroeg ik er wel naar, maar er was eigenlijk altijd wel wat. Dan dacht ik: laat me gewoon een keer meetrainen, dan kan je zien hoe ik het doe. Als ik het niet kan, dan blijkt dat ook wel."
Met de komst van een nieuwe bondscoach vorig jaar zag Schouten haar kans weer schoon. Opnieuw zocht ze toenadering en dit keer had ze beet. "Vorig jaar heb ik tegen Jan gezegd dat ik heel graag de ploegenachtervolging zou willen rijden. Ik weet niet of ik er goed genoeg voor ben, maar ik zou er graag voor willen trainen. Toen zei hij: 'Ik ben blij dat je het zegt, ik denk het ook wel'."
Snelheid
De inmiddels 27-jarige schaatsster weet wat er nodig is om snelle rondjes te schaatsen. "Ik denk dat ik het kan, maar moet het eerst wel bewijzen. Ik heb die snelheid en kan goed in een peloton rijden. Maar er zitten ook dingen in die ik minder goed kan. De start is belangrijk en de anderen moeten ook goed achter je kunnen rijden." Daarin zit een belangrijk verschil met Schoutens andere grote focuspunt, de mass start (ze won vrijdag de eerste mass start competitiewedstrijd van het seizoen). "Dan is het alleen maar beter als ze niet goed achter je kunnen schaatsen. Nu moet je daar rekening mee houden."