In de laatste rit van de 1000 meter snelde de 19-jarige Kok naar een tijd van 1.18,16 en was daarmee ruim sneller dan Lugters (1.19,95) en Fledderus (1.20,54). Myrthe de Boer, een week geleden in Bjugn goed voor zilver, eindigde op IJsbaan Twente op plaats vijf met een tijd van 1.21,20.
Voor Lugters is deze zilveren plak een mooie opsteker na haar vierde plaats in Noorwegen. "Ja, dit geeft vertrouwen", glimlacht ze. "Ik was de laatste tijd aan het rommelen met mijn techniek, dus vorige week was het gewoon technisch niet goed. Dat kost kracht en snelheid. Ik heb nu wat rust genomen en echt de focus gelegd op techniek. Tijdens zo'n race heb je nauwelijks tijd om daar aan te denken en gaat alles op automatische piloot. Dan wordt je vaak te gehaast."
Voorsprong
Op de 3000 meter pakte Robin Groot haar tweede gouden medaille op deze afstand in de wereldbekercyclus. Ze zette in de laatste rit een tijd van 4.19,83 op de klok en verwees haar tegenstander Rin Kosaka uit Japan (4.21,74) naar de derde plaats. De zilveren medaille werd, tot haar eigen verrassing, veroverd door Merel Conijn (4.21,67) die in de rit ervoor reed. Maaike Verweij werd achttiende met een tijd van 4.34,07.
De dag werd afgesloten met de team sprint waarop Lugters samen met Fledderus en Kok in actie kwam. Met een ruime marge van tweeënhalve seconden veroverde het oranje team, net als een week geleden, de gouden medaille met een tijd van 1.30,60. Achter Nederland werden Japan (1.33,17) en Polen (1.34,31) tweede en derde.
"Het is een grote voorsprong, maar we willen altijd een zo snel mogelijke tijd neerzetten", zegt Lugters. Tijdens de laatste training werd gisteren een andere startopstelling geprobeerd, waarbij het drietal zich niet in een lijn achter elkaar opstelde maar Fledderus als tweede rijdster een stapje opzij deed. "In Noorwegen reageerde zij op mijn beweging in plaats van het startschot, en nu had ze zelf zicht bij de start. Dat pakte goed uit."