De pech van Willem Hoolwerf begon half juni. Aan een valpartij tijdens het criterium in Roden hield hij een gekneusd hart over. "Het is eigenlijk net als een normale kneuzing, een blauwe plek, maar dan op je hart. Dat is tenslotte ook gewoon een spier", legt Hoolwerf nuchter uit. "In die zin kan het niet zoveel kwaad, al kan je het beter niet hebben natuurlijk. In het ziekenhuis waren ze er in eerste instantie ook niet gerust op. Ik moest een nachtje blijven, werd gemonitord maar daarna was het gevaar geweken. Ik was tegen een stroomkastje gevallen en door die klap heb ik met m'n ribben op m'n hart gedrukt."
Hoolwerf was op tijd hersteld om nog aan de start te staan van het NK Wegwielrennen. "Dat ging zo hard dat ik op een gegeven moment wel uit koers was", lacht hij. Het volgende pechgeval was afgelopen weekend. Hoolwerf was met (oud-ploeggenoot) Christian Hoekstra op pad voor een trainingsritje. "Ik denk dat m'n voorwiel weggleed en toen lag ik in een keer op de grond. Kon meteen helemaal niks meer dus ik had al zo'n flauw vermoeden dat het niet helemaal goed zat."
Met de ambulance werd Hoolwerf afgevoerd. Eenmaal in het ziekenhuis werden er gelijk testjes gedaan om te kijken of het allemaal goed zat. "M'n linkerbeen kon ik niet meer aansturen en daardoor dachten ze al dat het mis was. Maar je hebt je heup, je bekken, je hebt zoveel dingen daar zitten." Aan de hand van röntgenfoto's werd duidelijk dat het om een bekkenbreuk ging. "Hoe het nu met mij gaat? Het kan beter, maar alles zit er nog aan en dat is het belangrijkste. Het is nu een beetje behelpen. Ik kan niks doen qua sporten, alleen zitten en liggen."