Met een grote glimlach op haar gezicht komt Avalon aan bij Sportstad, een café gelegen nabij het Abe Lenstra Stadion, de thuisbasis van voetbalclub sc Heerenveen. Het is zonnig, er is geen wolkje te bekennen. "Goedemorgen, leuk dat jullie mij willen interviewen", zegt ze als we hebben plaatsgenomen aan een van de tafels in het restaurant.
"Ik kan niet wachten tot het nieuwe seizoen begint", reageert Avalon enthousiast, terwijl ze bij de serveerster een glas water bestelt. "Het afgelopen jaar heeft mij veel zelfvertrouwen gegeven. In het begin ging het nog niet helemaal naar wens, maar naarmate het seizoen vorderde, ging ik steeds sneller. Waardoor het opeens allemaal zo goed ging, weet ik eigenlijk niet zo goed."
Avalon werd begin dit jaar de grote verrassing op het Nederlands kampioenschap in Heerenveen. Nadat ze eerst de 1500 meter op haar naam had geschreven, werd ze als klap op de vuurpijl ook nog eens tweede in het algemeen klassement. Ze hoefde alleen Yara van Kerkhof, die een maand later een zilveren medaille op de Olympische Spelen zou veroveren, voor zich te dulden.
"Ik weet zelf ook niet precies waar ik het vandaan haalde", lacht Avalon als ze terugkijkt op dat toernooi. "Als je aan het begin van het seizoen tegen me had gezegd dat ik op het NK tweede zou worden, had ik je voor gek verklaard. Het was een olympisch jaar, dus het niveau lag erg hoog. Dat ik tussen de olympiërs Yara (1e) en Lara (van Ruijven, red.) (3e) eindigde, kon ik in eerste instantie niet geloven."
Avalon, die op 16 oktober 1997 werd geboren in Dordrecht, barst van de ambities. Dat ze shorttrackster wilde worden, wist ze al op zeer jonge leeftijd. Het shorttrack werd haar met de paplepel ingegoten, zo kwam haar tante drie keer uit op de Olympische Spelen. Destijds was shorttrack nog een demonstratiesport.
"Ik vind shorttrack een geweldige sport. Het gaat snel, er komt veel tactiek bij kijken en ik houd wel van de man-tegen-mangevechten. Prachtig. Vanaf mijn vierde roep ik al dat ik ooit wereldkampioen wil worden. Ik vind het heerlijk om op het ijs te staan. Langebaanschaatsen vind ik daarentegen helemaal niks. Een race tegen de klok. Wie vindt dat nou leuk? Ik niet, ha."
Hartafwijking
Na eerst een paar jaar bij HVHW in haar woonplaats Den Haag te hebben geschaatst, verhuisde ze al op jonge leeftijd naar Dordrecht om zich aan te sluiten bij het regionaal talentencentrum (RTC) West. Daar wilde ze de volgende stap in haar nog jonge carrière maken. Het ging voortvarend. Stapje voor stapje werd ze beter, maar er was toch iets wat haar tegenhield in haar ontwikkeling, namelijk een aangeboren hartafwijking.
"Ik ben geboren met supraventriculaire tachycardieën, oftewel het SVT-syndroom. Ieder hart heeft, heel simpel uitgelegd, een plusje en een minnetje. Het plusje pompt het hart op en het minnetje trekt hem weer terug. Door mijn afwijking had ik echter twee plusjes, waardoor mijn hart regelmatig helemaal op hol sloeg. Mijn hartslag kon op bepaalde momenten naar de 250 tot 300 slagen per minuut schieten", legt ze uit.
"Tot mijn zestiende heb ik eigenlijk niet goed kunnen trainen, want het gebeurde best vaak. Als je hartslag zo snel gaat, ga je helemaal stuk. Je wordt zo moe, dat je alleen maar wil liggen of slapen. Wanneer het gebeurde kon ik de hele dag niks meer. Dat was erg frustrerend. Het beperkte mij in mijn ontwikkeling, want het gebeurde ook regelmatig als ik thuis rustig op de bank zat."