In de documentaire worden Knegt, Ter Mors en Schulting gevolgd op weg naar de Olympische Spelen in PyeongChang. Drie verschillende karakters met hetzelfde doel: het eerste olympische shorttrackgoud mee terug nemen naar Nederland. Maar die gouden jacht gaat niet zonder slag of stoot. Voor bondscoach Jeroen Otter loopt de spanning misschien nog wel het meeste op. Lukt het hem om zijn 'hyena's' optimaal op koers te houden richting het goud?
De oefenmeester zag de documentaire voor het eerst tijdens de première en vatte het na afloop in één woord samen: impressionant. "Ik merk dat de cameraman dichterbij is gekomen dan ik aanvankelijk had gedacht. Ik dacht dat hij van een afstand filmde maar je merkt bij een aantal shots dat hij letterlijk naast of achter ons heeft gestaan. De makers zijn in een wereld gestapt die wij normaal gesproken verborgen houden voor de media. Dat is confronterend maar uiteindelijk ook heel mooi om te zien."
Energie
Er zijn dan ook geen twijfels geweest op het moment dat de vraag kwam of de route richting Spelen vastgelegd kon worden. Toen Otter in 2010 begon als bondscoach had hij twee doelen voor ogen: het zo goed mogelijk laten presteren van zijn atleten, en mensen in contact brengen met shorttrack en degenen die de spectaculaire sport beoefenen. En dat is gelukt; de aandacht en het enthousiasme voor de discipline is gegroeid en blijft groeien.
Als gevolg van de successen van de nationale ploeg liggen de verwachtingen voor de komende Spelen hoog. Wat doet dat met de bondscoach en zijn ploeg? "Ik ben van huis uit een optimist en een realist. Blijkbaar hebben we iets goeds gedaan waarop mensen die hoge verwachtingen stoelen. Ik heb geen andere verwachtingen dan de buitenwereld. Alleen ik weet hoe ongelooflijk moeilijk het is om aan dat verwachtingspatroon te voldoen. In de landen van andere topfavorieten wordt ook verwacht dat ze alles winnen. Die druk probeer ik altijd om te vormen zodat het energie geeft in plaats van dat je daardoor gaat onderpresteren."
Finales
"De finales die Sjinkie tijdens de EK in Dresden heeft gereden, zal hij in PyeongChang drie, vier keer per afstand tegenkomen. Het niveau ligt niet veel hoger maar het aantal atleten dat kan presteren op dat hele hoge niveau, daar komen er tien bij. Bij een kwartfinale moet je eigenlijk 'kwart' eraf halen en dan zeg je kwart – finale, het is een finale, halve finale, het is een finale. En zo zal het constant gaan."
Aanstaande woensdag vertrekken de shorttrackers naar Japan, waar de ploeg een laatste trainingskamp draait. "In Japan kunnen we op hogere snelheid trainen dan in Heerenveen. Bovendien zijn de ijsuren daar gunstiger. Je moet je voorstellen als je naar de Olympische Spelen gaat, krijg ik een tijdschema: je mag op dinsdag om acht uur 's ochtends trainen, woensdag om tien uur 's avonds, donderdag om twaalf uur 's middags en zo gaat dat twee weken door. Dat is natuurlijk geen optimale voorbereiding dus hoe langer we daar weg kunnen blijven, hoe beter het is", besluit Otter lachend.
De documentaire Hyena's op het IJs is te zien via kpn.com/hyenas.
Foto: de shorttrackploeg met minister Bruno Bruins.