Van den Brandt begon het seizoen bij de KPN NK Afstanden met een zesde plek op de 500 meter en reed in de B-groep alleen de eerste World Cup in Heerenveen. Op het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) eindigde ze als achtste op de 500 meter, de afstand waarop ploeggenoot Anice Das zegevierde. In haar hoofd had de Brabantse het teleurstellende seizoen al beëindigd, ze richtte zich de laatste weken vooral op haar studie bewegingswetenschappen. Maar haar tweede plek op De Zilveren Bal in de Elfstedenhal bezorgde Van den Brandt toch nog een goed gevoel aan het einde van het jaar.
Wanneer had je voor jezelf besloten dat het seizoen klaar was?
"In december heb ik het OKT gewoon niet goed gereden en mijn hele seizoen ging al niet lekker. In januari drong de teleurstelling pas echt een beetje door. Toen heb ik het NK Sprint nog gereden en het NK Supersprint in Groningen dus er waren nog wel wat leuke wedstrijdjes. Maar mijn seizoen is niet gelopen zoals de bedoeling was van de zomer. Dat is heel jammer en daar baal ik van."
Wat gebeurt er dan in je hoofd? Gaat de knop om naar volgend jaar?
"Toen het gebeurde, dacht ik 'oké, gewoon doorgaan want je bent ook niet zo heel slecht bezig'. Maar de teleurstelling was toch groter dan ik dacht. Als ik niet lekker schaats, is het ook moeilijk om gemotiveerd te blijven. Dat merkte ik dit jaar en daar schrok ik zelf ook wel van. Dat is normaal niet zo. Het was een opeenstapeling van dingen: ik was zoekende met mijn materiaal, had een griepje op het verkeerde moment enzovoorts. Het is gewoon heel vervelend want je weet dat je harder kan. Daarom ben ik heel blij dat ik op De Zilveren Bal het goede gevoel weer had. Dus ik heb wel weer zin om door te gaan."