Van den Brandt heeft het natuurlijk over de Olympische Spelen, die in februari 2018 in Zuid-Korea worden gehouden. Toch wil de sprintster van Team AfterPay nog niet te ver vooruitkijken. Voor haar is het nu belangrijker om komend seizoen hele goede 500 meters te rijden en de aansluiting te maken bij de internationale top. "En dan ga ik wel zien wat het seizoen me brengt", vertelt de 26-jarige sprintster bij het persmoment van de ploeg.
"Natuurlijk wil ik het hoogst haalbare en dat is me plaatsen voor de Olympische Spelen. 28 december staat al een tijdje in mijn agenda", doelt ze op de 500 meter op het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) in Heerenveen. Wat haar kansen zijn voor een olympisch ticket op de kortste afstand weet ze niet. "Maar daar ben ik ook niet mee bezig."
Het is Van den Brandt ten voeten uit. Het zit niet in haar karakter om haar verwachtingen van de daken te schreeuwen. Maar als ze het zelf niet doet, dan zijn er de media wel die haar druk opleggen. "Ik merkte aan het begin van het seizoen dat het ineens heel spannend werd. De media noemden mij in één adem met de Spelen. Maar dat komt niet van mij, zo ben ik niet", beweert ze. Wat ze wel durft te zeggen: "Als ik bij mezelf blijf, m’n taakjes uitvoer en de subdoelen haal, dan kunnen er hele mooie dingen gebeuren. Zo werkt het voor mij het beste."
Uitschieter
Voor die hele mooie dingen heeft Van den Brandt wel een beter seizoen nodig dan afgelopen seizoen. Daarin kon ze niet goed laten zien wat ze in zich had. Maar dat had een reden, zegt de rijdster van Team AfterPay. "Ik liep aan het eind van het seizoen hiervoor een enkelblessure op. Vorig seizoen kwam ik dus terug van die blessure en dat is eigenlijk heel goed gegaan. Over het algemeen heb ik een hele mooie basis gelegd, maar had geen uitschieter. Dat vond ik jammer, maar ik was allang blij dat ik m’n basis weer had gehaald."
Ondanks het mislopen van een uitschieter reed Van den Brandt wel alle wereldbekers op de 500 meter. Bovendien wist ze zich ook te plaatsen voor de WK Afstanden (17e) in Gangneung, de plek waar volgend jaar de Spelen zijn. "Het was lekker dat ik stabiel al die wereldbekers kon rijden. Nu wil ik dat die basis hoger wordt.” Omdat ze vorig jaar veel met die basis bezig was, kon ze er dit jaar fysiek een stapje bovenop doen. "Ik vind het spannend of ik dat op het ijs kwijt kan. Dat gaan we komend weekend zien."
Vrijdag komt Van den Brandt voor het eerst in actie bij de KPN NK Afstanden. Op de 500 meter hoopt ze een plekje bij de beste vijf af te dwingen om zo naar de World Cups te mogen. Toch heeft ze geen idee hoe ze ervoor staat, want ze heeft nog niet veel wedstrijden geschaatst. Bovendien rijdt ze dit seizoen op nieuwe Viking-schaatsen. "De eerste wedstrijd op die schoenen was best spannend. Maar gelukkig reed ik er zo op weg. Dan valt er wel een last van je schouders." De komende tijd zal ze zich vooral focussen op de bochten. "Dat is toch wel een aandachtspuntje."
Afleiding
In een olympisch seizoen is er geen ruimte voor afleiding. Vandaar dat Van den Brandt haar studie tijdelijk heeft stopgezet. Maar of dat nou zo verstandig is, begint ze zich af te vragen. "Ik merk dat ik juist afleiding nodig heb, zeker in zo’n seizoen." Ze studeert bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Inmiddels zit ze in het derde jaar en volgt ze een minor. Hoe ze dat indeelt, kan ze helemaal zelf bepalen. "Dat geeft veel rust."
Voor andere randzaken heeft ze een supporterssysteem uit Brabant achter zich. Een bureau dat haar helpt met de nieuwsbrief, maar dat haar ook financieel en mentaal ondersteunt. "Het is heel lekker om een leuke groep te hebben die alles bij mij uit handen neemt. Zij vinden het gaaf dat ik een doel heb en dat laten ze ook in hun bedrijven zien. Ik doe ook wat voor ze terug. Zo doe ik onder meer gezondheidscampagnes voor ze en geef ik in april vaak lezingen bij die bedrijven. Dat vind ik gaaf om te doen, ze zijn allemaal zo verschillend."
De supportersgroep (‘Ja, ik ken ze allemaal’) komt elke wedstrijd in Thialf waar hun provinciegenoot aan meedoet kijken. Ze herkent de groep aan de grote Brabantse vlaggen met de tekst ‘Team Floor’ erop. "Ha, dat geeft me veel energie. Ik ben er erg trots op."