Tickets
Shop
Nieuws 04 mrt 2015

Wat is het eerlijkste allroundtoernooi?

Op het ISU-congres van juni heeft de internationale schaatsunie besloten om vanaf 2017 het EK in een kleine vierkamp te verrijden: met een 500, 1000, 1500 en 5000 meter. Op die manier hoopt de ISU ook de liefhebbers van de korte afstanden bij het allrounden te betrekken.

Foto : Sander Chamid

De allrounders van nu klaagden steen en been, want met die afstanden zou het toernooi in hun ogen niet interessanter of eerlijker worden, maar de sprinters in de kaart spelen. De mannen en vrouwen van de lange adem zouden ineens in het nadeel zijn.

Vooral Sven Kramer was kritisch. “Dit is geen EK allround meer, maar een EK supersprint en heeft niets meer met allrounden te maken. Ik weet nu al dat ik zo'n EK kleine vierkamp niet ga rijden.”

Miriam Loois

De precieze indeling van het EK moet bij het volgende ISU-congres in 2016 nog worden vastgesteld, maar duidelijk is dat het allrounden onder druk staat. Juist vanwege Kramers uitval wilde schaatsliefhebster Miriam Loois de proef wel eens op de som nemen. Op welke manier is het allrounden het eerlijkst, vroeg ze zich af.

Loois, die vanuit haar opleiding als natuurkundige en werk als balansrisicomanager veel ervaring heeft met statistiek, zette van 2449 rijders de persoonlijke records in een database. Daaruit haalde ze per afstand een gemiddelde tijd. De positie van een rijder ten opzichte van dat gemiddelde werd voor tweederde bepaald door talent: snelle rijders eindigen al gauw bovengemiddeld, ook op afstanden die ze niet bepaald goed liggen. Een kwart van de posities ten opzichte van het gemiddelde werd bepaald door het type rijder: sprinter of stayer.

Sprinter of stayer

Wiskundig toonde Loois aan dat dit verschil inderdaad bestaat: er zijn dus schaatsers die onder het gemiddelde presteren op bijvoorbeeld korte afstanden, maar bovengemiddeld presteren op de vijf en tien kilometer. Zij zijn typische stayers.

Aan de hand van haar model karakteriseerde Loois de beste rijders in de Adelskalender, de ranglijst aller tijden die gebaseerd is op persoonlijke records op de klassieke allroundafstanden.

Wanneer de top-20 van deze lijst nader bekeken wordt, blijkt het met name bevolkt te worden door rijders die in de ‘stayer’-categorie vallen. Dat zijn onder anderen Sven Kramer, Sverre Lunde Pedersen en ook Jan Blokhuijsen. De aanvoerder van de Adelskalender, Shani Davis krijgt het stempel ‘sprinter’ mee, evenals zijn landgenoten Brian Hansen en Trevor Marsicano. Zij staan echter pas tiende en dertiende in de lijst.

Er is uiteindelijk maar één rijder in de huidige top-20 die volgens Loois’ model een neutraal profiel heeft en dat is Koen Verweij. Hij neigt slechts marginaal naar een stayersprofiel.

In het voordeel van Kramer

Belangrijkste conclusie van Loois is dat het huidige systeem van het klassieke allroundtoernooi statistisch bekeken in het voordeel van de stayers werkt. Met andere woorden: in het voordeel van een man als Kramer.

In het model dat de ISU voor het EK heeft voorgesteld ligt het voordeel echter in even grote mate bij de sprinters, betoogt Loois. Weer vertaald naar een Adelskalender, maar dan op basis van een 500, 1000, 1500 en 5000 meter blijft Davis de trotse leider, maar dondert Kramer van de tweede naar de vijftiende plek in de ranglijst. Verweij stijgt een plekje en zelfs oud-sprinter Simon Kuipers komt de top vijf binnen.

Aan beide allroundtoernooien kleeft dus het nadeel dat het een bepaald type rijder bevoordeelt, maar Loois toont aan dat de traditionele kleine vierkamp, met een drie in plaats van een tien kilometer, de verschillen tussen sprinters en stayers al kleiner maakt, al lijkt ook dan nog een klein voordeel bij de mannen met de lange adem te liggen. In dat geval zou Chad Hedrick de Adelskalender leiden, voor Shani Davis en Denis Yuskov. Kramer zou zesde staan.

Drie afstanden

Het meest afgewogen beeld lijkt een allroundtoernooi over drie afstanden op te leveren, namelijk wanneer de tien kilometer niet wordt gereden. Dat zorgt voor een mooie mix tussen sprinters en stayers. Davis zou de ranglijst leiden voor Hedrick en Verweij. Kramer zou de vijfde plaats bezetten.

Die laatste optie ligt gevoelsmatig ook voor de hand: immers alle type afstanden is vertegenwoordigd: kort, midden en lang.

Het is de vraag wat de toekomst van het allrounden brengt. Het EK staat veranderingen te wachten en misschien komt ook de grote vierkamp op het WK ooit nog in gevaar. Komend weekend is dat allemaal nog koffiedik kijken en kunnen de stayers in Calgary in ieder geval nog genieten van hun statistisch voordeel ten opzichte van de sprinters.

Miriam Loois publiceerde haar onderzoek in STAtOR, het tijdschrift van de Netherlands Society for Statistics and Operations Research. Daarnaast deelde ze haar bevindingen op haar weblog, waar het wetenschappelijke artikel ook te vinden is.


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan