Tickets
Shop
Rubriek: Het moment van... 20 mrt 2024

Het moment van: Carl Verheijen

Rubriek over een speciaal moment van een sporter, coach, trainer of een ander personage uit de nationale schaats-, en skeelerwereld: een hilarische gebeurtenis, hoogte- of dieptepunt dat nog niet eerder is verteld.

‘HOE MOOI KAN HET ZIJN? IN EEN VOL THIALF WAS HET EINDELIJK GELUKT’
Ik herinner me nog goed die ene dag in Heerenveen, toen ik een wereldrecord schaatste op de tien kilometer. Het was een tijd waarin de Amerikanen en de Noren domineerden, én een nog jonge Sven Kramer net opkwam. We bevonden ons in een tijdperk waarin het een enorme prestatie was als je überhaupt een keer van de buitenlanders won. Het moment dat ik het wereldrecord verbrak, had een mooie aanloop, aangezien ik in de drie wedstrijden ervoor steeds als tweede eindigde achter degene die de snelste wereldtijd schaatste.

Het gebeurde in het Olympisch seizoen van 2005-2006, een spannend jaar vol hoogtepunten en uitdagingen. Een week voor de eerste World Cup in Calgary reed ik een drie kilometer tegen de Noor Eskil Ervik, die een wereldrecord neerzette. Ik verbeterde het Nederlands record op deze afstand, dat al zo'n tien jaar standhield. Mijn tijd was 3.39 minuten; een behoorlijk goede tijd, maar helaas leverde die me slechts de tweede plek op.

Tijdens de wereldbeker in Calgary stond er de 5000 meter op het programma. In de laatste rit moest ik tegen Gianni Romme. Ik wist van de week ervoor dat ik in goeden doen was. In de rit voor ons reed de Amerikaan Chad Hedrick tegen de Noor Oystein Grødum. Chad reed fenomenaal en schaatste met een tijd van 6.09,68 het oude wereldrecord van Jochem Uytdehaage uit de boeken (6.14,66). Ook ik wist onder de oude toptijd van Jochem te duiken, maar het nieuwe Nederlands record van 6.11,79 en de tweede tijd achter Hedrick was niet voldoende.

Een week na de World Cup in Calgary, op 19 november 2005, werd er de tweede wereldbekerwedstrijd verreden in Salt Lake City. In de laatste rit op de vijf kilometer moest ik tegen mijn ploeggenoot Sven Kramer. Ik leidde de race twaalf rondes lang, maar Sven slaagde erin om in de laatste 200 meter mij voorbij te streven en het wereldrecord te verbreken in een tijd van 6:08,78 minuten. Ik werd opnieuw tweede, slechts twee tienden van een seconde achter Sven. Ik was enorm teleurgesteld. Dit moment bleek achteraf gezien Kramers doorbraak te zijn.

Maar… twee weken later, op 4 december 2005, kreeg ik een nieuwe kans tijdens de World Cup in Heerenveen. Na de wedstrijden in Calgary en Salt Lake City had ik een korte pauze van tien dagen op de Canarische eilanden ingelast om te herstellen en te fietsen.

In Heerenveen stond de tien kilometer op het programma. Ik werd opnieuw tegen Sven ingedeeld in de laatste rit. Het ijs van Thialf bleek snel. Er werden rappe tijden gereden. Het besef ontstond dat een wereldrecord mogelijk zou zijn. De Noor Eskil Ervik maakte deze verwachtingen waar en verbeterde als eerste
het bijna vier jaar oude record van Jochem Uytdehaage op de langste afstand (12.58,92). Echter, bleef deze niet lang staan. De Amerikaan Chad Hedrick dook in de rit voor ons onder de tijd van de Noor.

Eerlijk gezegd was ik niet echt bezig met het rijden van een wereldrecord, omdat ik tien dagen lang niet op het ijs had gestaan en dus niet wist hoe ik ervoor stond. Maar al snel voelde ik tijdens de race dat het ontzettend lekker ging; alles lukte. Ik besefte nog niet dat een verbetering van Chads eindnotering mogelijk was, maar ik reed wel heel makkelijk hard. Dit zijn de momenten waar je als schaatser naar streeft. Ik kon een heel mooi vlak en aflopend schema aanhouden. 

De stadionspeaker liet weten dat ik na ieder rondje nog onder de tijd van Chad zat. Het publiek maakte een oorverdovend lawaai. Eindelijk was het zover; ik eindigde mijn race een kwartier later in een vol Thialf na 12.57,92 en had ’s werelds snelste tijd gereden. Het publiek ging uit z’n dak en ik ook. 

Na de race was coach Gerard Kemkers eveneens superblij. We realiseerden ons: we zijn op de goede weg richting de Olympische Spelen in Turijn. Een Nederlands record had ik al vaker gereden. Ook was ik al eens de snelste in de wereld op de drie kilometer of op de kleine vierkamp, maar dit was een echt officieel wereldrecord. Hoe mooi kan het zijn? In een vol Thialf was het eindelijk gelukt.

Hoe ik het verklaar dat het toen wel lukte? Ik was blijkbaar goed. Ik reed sowieso het gehele seizoen al sterk; het liep. Jammer genoeg was er op de eerdere momenten telkens net één iemand beter. Dat is ook schaatsen. Nu kon ik het goede gevoel eindelijk wél verzilveren. 

Het is geweldig als het lukt, vooral op het moment dat je het niet verwacht. Het harde werken en doorzettingsvermogen werden uiteindelijk beloond; een prachtige bekroning op mijn schaatscarrière.”

Foto : Noaber Fotografie

Deel dit artikel op
Gerelateerde artikelen
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan