De senioren heren gingen maandagavond vol goede moed van start op de afvalkoers. De sterke trein, die naast Ter Haar bestond uit Ariëns en Dijkstra, leek samen op een succesje af te rollen. Ter Haar werd door zijn collega's zonder teveel krachtverspilling door de koers geholpen en leek het klusje ook na afvalling van zijn teamgenoten solo te gaan klaren. In de slotfase van de wedstrijd reed hij zelfs nog soepeltjes naar voren, maar het ging bij de een-na-laatste afvalling toch mis. Met een paar gefrustreerde handgebaren verliet Ter Haar de wedstrijd.
“Ik ging op het juiste moment naar voren, maar koos ervoor om aan de binnenkant te blijven en daar kwamen ze omheen”, luidt het teleurgesteld. “Er zat hier wel echt een medaille in, dat durf ik wel te zeggen. Ruurd en Crispijn reden zo sterk op kop en ik voel me zó goed. Het is klote dat ik er zo afga.”
Een dag eerder had de punten/afvalkoers een niet veel betere afloop voor de Nederlandse heren. Het strijdplan was duidelijk: “Dicht bij elkaar blijven, want dan zijn we het sterkst. Ruurd zou me helpen naar de eerste puntjes en samen met Crispijn zou ik daarna wegrijden.”
Niet genoeg
Die tactiek ging helaas niet door, want al vroeg in de wedstrijd kwam Ariëns ten val. “De derde man van Portugal kwam er met een rare actie in. Crispijn wankelde en viel, en dan is er natuurlijk meteen een beetje stress in de groep. Ruurd en ik hebben daarna nog laten zien dat we in vorm zijn, maar het was niet genoeg.”
Met een zevende en achtste plek op zak blijft Ter Haar met de 1000 meter en relay in het verschiet positief. “Ik moet een beetje herstellen en dan komt het wel goed. Vroeger had ik meer problemen met verliezen hoor. Ik kon er toen een hele avond chagrijnig van zijn, maar ik ben nu extra gretig."
“Vooral op de relay hebben we in de breedte eens sterke ploeg. Als we nu winnen, kunnen we de afgelopen dagen weer mooi vergeten."