Bouwman begon in 2014 aan zijn klus in Zuid-Korea, nadat hij in de jaren daarvoor bondscoach was van Jong Oranje, maar daar was niet iedereen in het land blij mee. “Ik begon aan de klus met de intentie de olympische cyclus vol te maken, maar al na een half jaar wist ik dat het heel lastig zou worden”, zegt hij coach in gesprek met De Telegraaf.
De Zuid-Koreaanse bond, die Bouwman aanstelde op voorspraak van hoofdsponsor Samsung, werkte hem voor zijn gevoel vanaf dag één tegen. “Zo ongeveer al mijn ideeën gingen de prullenbak in, er kwam een verbod op fietstrainingen en op het testen van sporters zat men evenmin te wachten.”
Het gebrek aan moderne trainingsmethodes is volgens Bouwman een groot probleem in de Zuid-Koreaanse sport. “Alles draait er om uren draaien en pijn lijden. Niemand werkt met hartslagmeters, je ziet niets nieuws. Ze trainen zoals er dertig jaar geleden al getraind werd.”
Voor de aankomende Spelen verwacht Bouwman dan ook weinig topprestaties van de Zuid-Koreanen. Alleen Sang-Hwa Lee en Tae-Bum Mo maken in zijn ogen een kans. “Het zal van hun moeten komen en misschien van een verdwaalde sprinter”, aldus de coach die in Nederland weer aan de slag hoopt te gaan met jong talent.
