“Jac was wel boos, ja”, zei Nuis, die een gekneusde schouder overhield aan zijn botsing met een boom. “Gelukkig kunnen we er nu om lachen.” Al moest Nuis toegeven dat de schouder hem wel hinderde bij de start. “Bij de start was ik wat uit balans. Het kostte me meer kracht om op snelheid te komen.”
“Maar ik ben wel superblij hoe ik gereden heb. Technisch loopt het lekker en de tussenronde ging geweldig. Ook op het laatste rechte stuk kon ik nog goed doorvechten. Nu kwam er een mooie 1.45 uit, maar ik ga binnenkort nog wel een 1.44 neerzetten.”
Moeilijke wissel
De winnaar ging ook nog even in op de bijna botsing met ploeggenoot Patrick Roest op de eerste kruising. “Ik zag net de beelden en dat was bijna spannender dan dat het tijdens de race voelde. Het was krap, dat wist ik, maar we hebben dit supernetjes opgelost samen. Ja, het speelt zeker mee dat we ploeggenoten zijn. Tegen een ander geef je elkaar geen honderdste van een seconde, nu hield ik heel even in om er net achter langs te kruisen.”