Ram kan niet ingaan op de specifieke situatie van Van Beek, benadrukt hij, maar hij heeft wel inzicht in de procedures en omstandigheden die bij een dopingzaak als deze komen kijken.
Op het gebruik van EPO staan stevige sancties. In principe moet Van Beek vrezen voor vier jaar schorsing, maar die kan lager worden als een sporter kan aantonen dat er geen sprake is van opzet. Wanneer hij dit voor de tuchtcommissie overtuigend doet, dan zou er sprake kunnen zijn van strafvermindering. “Het gaat dan om een schorsing van twee jaar of misschien, maar dan moeten er bijzondere omstandigheden zijn, een jaar.”
Beke
De verdediging die de schaatser zal voeren is nog niet bekend, maar Van Beek verwijst in zijn eerste reactie naar de zaak van Rutger Beke. Deze Belgische triatleet werd in 2005 vrijgesproken van EPO-gebruik na een positieve test in 2004. De zaak wordt vaker aangehaald door beschuldigde sporters, maar heeft volgens Ram nog geen vergelijkbare gevolg gekregen.
“De Belgische tuchtcommissie was toen onvoldoende overtuigd van de betrouwbaarheid van de EPO-test, maar dat was in die tijd nog een uitspraak op nationaal niveau. De mogelijkheid bestond nog niet om dat bij het WADA aan te kaarten.” Beke kon daarop weer zijn leven als atleet oppakken omdat de uitspraak internationaal niet getoetst kon worden.
De situatie is inmiddels veranderd, want tegenwoordig is de koppeling tussen nationale tuchtcommissies en het internationale dopingagentschap WADA er wel. “De zaak van Beke is een geïsoleerde. Er wordt vaak naar verwezen, maar is nog altijd de enige die zo verlopen is”, aldus Ram. De kans lijkt daarmee klein dat er zich een vergelijkbaar scenario bij Van Beek zal ontrollen.
De test waarvan Beke en de Belgische tuchtcommissie de effectiviteit betwijfelden, is sindsdien niet meer ter discussie gesteld. Ook wordt dezelfde methode – elektroforese – nog steeds gebruikt. “De essentiële test is er nog altijd, maar is wel verder verfijnd.”
Teruggedrongen
Hoewel het opsporen van EPO de laatste jaren eenvoudiger is geworden, en dus de pakkans groter, ziet Ram nog altijd dat atleten er gebruik van maken, al is het niet meer zo populair als voorheen. “Het gebruik van EPO is duidelijk teruggelopen en vervangen door bloeddoping, maar hoewel het is teruggedrongen, zie je het bij duursport nog altijd.”
De Dopingautoriteit heeft veel aandacht voor het schaatsen en controleerde de afgelopen tijd regelmatig in de sport. “Ik weet niet precies hoe het afgelopen jaar was, maar in 2014 was het voor ons de tweede sport”, zegt Ram. De Dopingautoriteit controleert binnen het langebaanschaatsen en shorttrack als aanvulling op de tests die de ISU al laat uitvoeren.
Omdat het marathonschaatsen geen ISU-discipline is, heeft de Dopingautoriteit zelf die tak van de schaatssport extra aandacht gegeven met controles, zoals na de KPN Marathon Cup van 10 januari in Tilburg. “Het valt niet onder de ISU, dus daar voelen we ons verantwoordelijk voor.”
