Tickets
Shop
Nieuws 20 feb 2015

'We beginnen weer een klein beetje om de hoek te kijken'

Volgens Willy van Veen zit het kunstrijden weer in de lift. De oud-bondscoach constateert hoopgevende ontwikkelingen bij de Challenge Cup in Den Haag.

Foto : Mady Kleeven

Van Veen is al 43 jaar kunstrijcoach, daarvan was ze er acht actief als bondscoach van de Nederlandse ploeg. Daarnaast is ze technisch specialist. “Alleen van de ISU mag ik dat niet meer doen”, zegt ze, “Ik ben afgelopen zomer 65 geworden en dan moet je eruit."

“Nu geef ik advies aan coaches”, vervolgt Van Veen. “Ik help nu Astrid Winkelman, die Kyarha van Tiel en Niki Wories traint. Ik heb geen eigen groep, ik kan gaan en komen wanneer ik wil.

Thuiswedstrijd

Bij de Challenge Cup die van 19 tot en met 22 februari verreden wordt in Den Haag is de oud-bondscoach aanwezig als vrijwilligster. Voor Van Veen is het een thuiswedstrijd, zij heeft jarenlang les gegeven bij HIJH op de Uithof.

Kunstrijders van over de hele wereld komen af op de Challenge Cup. De wedstrijd richt zich grotendeels op de ontwikkeling van de jeugd, maar de wedstrijd wordt door de rijders ook gezien als laatste kans om zich voor te bereiden op het WK, dat twee weken later plaatsvindt.

Kyarha van Tiel zou volgens Van Veen tijdens de Challenge Cup wel eens voor een medaille kunnen zorgen. “Al zal Japan er nog wel boven komen”, zegt ze. “Eerlijk is eerlijk."

Het lijkt de goede kant op de gaan met het Nederlandse kunstrijden. “We beginnen net weer een klein beetje om de hoek te kijken”, zegt Van Veen. “Maar het zijn er altijd één of twee. In het buitenland, Amerika, daar hebben ze er zo veel. De Scandinavische landen hebben ook aardig wat rijders. Wij hebben er nu één die er echt uit gaat springen en daar zijn we hartstikke blij mee, die moet het voor Nederland weer een beetje gaan opkrikken.

Van Veen heeft het hier over Niki Wories. Het 18-jarige schaatstalent uit Almere kwam vorige maand nog in actie op het EK in Stockholm waar ze net tekort kwam om de vrije kür te mogen rijden.

Vroeg geleerd

Volgens Van Veen is al vroeg te zien of een kunstrijdster potentie heeft, zo ook bij Van Tiel en Wories. “Niki zit al sinds kleins af aan in onze selectie, vanaf zes jaar ongeveer. Dan zie je dat ze een wedstrijdcategorie omhoog gaat en meteen weer bovenin eindigt.”

“Zelfs al zijn ze nog aan het krabbelen”, vervolgt Van Veen, “en hebben ze nog verkeerde, veel te grote schaatsen aan, dan zie je het eigenlijk al. Daar moet je even een half uurtje naar kijken, maar je haalt ze er zo uit."

Ook op verenigingsniveau zit het volgens Van Veen wel goed met het kunstrijden. Verenigingen worden nu ingedeeld in verschillende categorieën. De ene club is voor breedtesport, de ander voor topsport. “Zo heb je straks tien verenigingen die echt voor wedstrijdkinderen gaan”, zegt Van Veen.
“Dan hebben wij ook meer overzicht. Maar het talent moet er wel uitgepikt worden”, zegt ze. “Misschien moeten we daar nog meer aan werken."

Talentscouting

Kunstrijden is toch nog steeds het minder populaire zusje van het langebaanschaatsen. De oorzaak? “Het is te duur”, zegt ze. “Dat houdt ouders erg tegen. Dan gaan sommigen toch op zo'n basisklas. Dan pik je hun kind eruit en dan zeggen ouders: 'nee, dat kunnen we gewoon niet aan'. IJs kost hier 250 euro per uur.”

Of het in andere landen minder duur is om te schaatsen weet Van Veen niet precies. “In Rusland wordt alles door de overheid betaald”, weet ze wel, “en in Belgie kan je een hele middag schaatsen voor vijf euro.”

Zelfs bij een grote internationale wedstrijd als de Challenge Cup blijkt weer hoe weinig Nederlanders er op het kunstrijden afkomen. “We hopen eigenlijk ieder jaar dat het een beetje bezet is”, zegt Van Veen. “We waren vorige maand in Zweden voor het EK. Dan heb je zo'n hele arena, die was toevallig rood, en dat was net zo'n theater. Dan had je de middenring, dat was 100 euro per plaats. De bovenring 50 euro. en het zat helemaal vol.”

Volgens Van Veen is een wedstrijd als de Challenge Cup voor KNSB wel erg goed. “We hadden vroeger de Hertogstad Bokaal, die willen we weer terughebben. Maar ook de Drechtstedenbokaal, dan komen er steeds meer buitenlanders hierheen, dat kan helpen.

Olympische droom

Met de aanstormende talenten van het Nederlandse kunstrijden komt er misschien ook zicht op een olympische deelname. “Kyara is naar het Jeugd Olympisch Festival geweest”, zegt Van Veen. “Ik mocht zelf twee jaar terug in 2012 technical specialist zijn bij de Jeugd Olympische Spelen.

Om aan de Winterspelen deel te mogen nemen moet je volgens Van Veen enorm veel punten behalen. “Niki zou het kunnen halen.”, zegt ze. “Ze heeft alle sprongen triple en dat is wel echt een voorwaarde om ergens te komen, want als je die niet hebt, dan kan je het schudden, dan haal je het niet meer.”

Frustrerend is het voor Van Veen soms wel dat er naar haar mening zoveel aandacht en geld gaat naar het langebaanschaatsen. “Dan wordt er gezegd: 'Zij behalen de titels, zij behalen de medailles'”, zegt ze. “Dat blijft nog steeds en ieder jaar gaat er weer meer af. We hebben nu eenvijfde van wat we eerder te besteden hadden. Iedere keer moet je weer dingen laten vallen", besluit ze.


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan